HOMILIE 16° ZONDAG B 2021

 Hij is gekomen. Door medelijden bewogen. Hij is onze vrede.

Zusters en broeders,

Elke zondag opnieuw mogen we de Blijde Boodschap aanhoren. Woorden die de Kerk ons geeft als voedsel, als leeftocht voor het leven dat wij aan het leven zijn. Ook deze zondag. En op een of andere manier spreken die woorden altijd over God-met-ons of zoals het staat in Psalm 23, de antwoordpsalm – Want naast mij gaat Gij. God is niet veraf. Nee, in Jezus Christus is Hij dichtbij gekomen, naast ons, betrokken op ons, mensen. Door medelijden bewogen. Wij gaan Hem ter harte. Wie wij zijn, hoe we zijn, het raakt Hem.

Het evangelie van vandaag spreekt over die intense betrokkenheid zowel op diegenen, die Jezus nabij zijn, zijn leerlingen, als naar diegenen die meer veraf zijn, de menigte. Voor beiden is Hij gekomen. Hij is ‘een mens voor anderen”, zal Dietrich Bonhoeffer schrijven. Betrokkenheid op de mens zoals die is. Maar mensen zijn verschillend, hebben ander noden. Ook dit lezen we in ons evangelie. De leerlingen komen bij Jezus terug na hun eerste zendingstocht en hebben nood aan alleen zijn, aan rust. Jezus wil hen dat geven en dáár zijn bij hen. De noden van de menigte zijn anders: ze zijn als schapen zonder herder – doelloos, zonder richting. Zij hebben nood aan Jezus’ woorden. Jezus zegt ja op die nood: Hij begon hen uitvoerig te onderrichten. En de leerlingen dan – zij die hem nabij zijn – hun nood wordt niet ingelost. Zo leren zij wat het is ‘mens voor anderen’ te zijn, te leven in zijn voetspoor.


Een eenzame plaats om alleen te zijn met Hem én betrokken op de menigte, op mensen zonder herder. Het kan ons verscheuren. Wat te kiezen? Waar te zijn? Het antwoord is – denk ik – dáár te zijn waar Jezus is. En waarom? Omdat Hij zoals de tweede lezing het uitdrukt onze vrede is. Hij, die de twee werelden één heeft gemaakt. Jezus brengt samen. Jezus verenigt door zijn aanwezigheid. Daarom zoeken bij Hem te zijn. Nu eens zal dit in de stilte zijn, waar Hij bidt tot zijn Vader. Dan weer bij de mensen die zozeer nood hebben aan zijn reddende nabijheid.
Leerling van Jezus zijn wil zeggen: daar zijn waar Hij is en daarom Hem volgen. Het gaat erom met Jezus te zijn en met Jezus op weg te gaan. Hoe dan ook nabijheid hangt samen met het op weg zijn, want stilstaan betekent ophouden met nabij te zijn. Dit vraag van ons als leerlingen beschikbaarheid en vrijheid om Hem te volgen waarheen Hij gaat.  Marcus tekent in zijn evangelie een Jezus die steeds op weg is. De leerlingen zien Hem als het ware steeds in de rug. Het is een leven Hem achterna. En dat is niet erg comfortabel. Want het is gaan waar Hij gaat. Dat is de weg van elke christen, ook van de monnik die als het ware steeds thuis blijft. Maar die thuis is een pelgrimsweg.
Isaac van Stella beschrijft beeldend in enkele zinnen waarin deze dubbele beweging van onze levensweg in de voetsporen van Jezus bestaat:
Laat dit dan een voorbeeld voor jullie zijn, broeders, want zo is de waarachtige weg van een heilige conversatio: reeds nu in gedachten en verlangens met Christus te leven in het eeuwige vaderland én in de loop van onze zwoegende pelgrimsweg omwille van Christus geen enkel liefdeswerk weigeren. Christus de Heer volgen, opstijgend naar de Vader: zich verfijnen, eenvoudiger worden, zich laten bezielen door de rust van de meditatie. Christus volgen door af te dalen naar zijn broeder, actief zich laten uitstrekken, zich in duizend stukjes laten verdelen, alles voor allen worden, niets zoeken dat niet met Christus van doen heeft. Slechts dorst hebben naar één ding, zich slechts met één ding bezighouden: de éne Christus. Allen willen dienen, waar Christus veelvoudig is. (Preek 12)

Zusters en broeders, de uitnodiging is er voor elk van ons op die plek waar het leven ons gebracht heeft. Jezus achterna – het zal vaak kruisigend zijn, maar daarin zijn we zíjn volgelingen. In de Efeziërsbrief hoorden we: Hij heeft vrede gesticht door in zijn persoon uit de twee, één nieuwe Mens te scheppen, die beiden in één lichaam met God verzoenen door het kruis, waaraan Hij de vijandschap heeft gedood. Ook voor ons het kruis, maar juist daarin is Hij zozeer met ons, bij ons. Ik besluit met het openingsgebed van deze eucharistie, dat de Blijde Boodschap van vandaag goed samenvat:
Hemelse Vader,
Gij hebt uw eigen Zoon gezonden
om voor ons uit te gaan op onze levensweg.
Wij bidden U:
laat ons Hem volgen in de kracht van uw Geest
en breng ons voor altijd samen in uw stad van vrede.
AMEN.
Abt Manu.