Homilie 100 jaar Lourdesgrot 15 augustus 2021

 

 

(Evangelie: Lc 1, 39-56)

    Met namen eeuwenlang bekleed           
      gehuldigd langs de wegen,
      in wisseling van hoop en leed           
      en wat gij van ons allen weet           
      gesproken of verzwegen.               

      Gij zijt de Moeder van altijd,
      ons mateloos genegen,
      een nieuwe naam voor tederheid
      en voor wie aan de wereld lijdt,
      een teken en een zegen.
      
      Gij die ons aanziet van de overzij
    Moeder van alle mensen, blijf ons nabij.
      

    
Zusters en broeders,

Deze woorden - een lied – zingen wij in onze gemeenschap, als wij Maria, de Moeder Gods gedenken. Vandaag op het hoogfeest van Maria ten hemel opgenomen mogen wij ook hier aan onze Lourdesgrot Maria in herinnering brengen.
Wie is zij? Wat doet zij? – dat wij telkens weer naar haar terugkeren – al eeuwen lang? Het lied zegt ons: Zij gaat met ons mee in wisseling van hoop en leed; en zij kent ons met alles wat uitgesproken, maar ook met al wat verborgen en verzwegen is. Zij gaat met ons mee als een Moeder van altijd – ons mateloos genegen!
Wie is zij? En wat doet zij? Het evangelie dat we zojuist mochten aanhoren, kan ons helpen om die vragen te beantwoorden.


Gezegend onder de vrouwen, zegt Elisabeth, de Moeder van mijn Heer. Maria is de moeder van Jezus, de moeder van Gods Zoon. Daar ligt haar identiteit. Zij staat niet op zichzelf. Zij staat nooit op zichzelf. Zij is altijd ‘Moeder van’. Zij verwijst weg van zichzelf naar Iemand anders. Als Maria haar danklied – het Magnificat – aanheft, zegt zij: Nu weet mij hart hoe groot Hij is de Heer. Van vreugde juich ik om God, mijn Redder. Daar Hij welwillend neer zag op de kleinheid van zijn dienstmaagd. Maria is één en al verwijzing naar de Heer, naar Jezus – de vrucht van haar schoot. Daarom is zij gezegend! Ja, zij draagt een geheim in zich, een levend geheim. Het geheim van God zelf, een verborgen aanwezigheid.
En wat doet Maria? Zij gaat op bezoek. Een bezoek dat een ontmoeting wordt: Maria ontmoet Elisabeth. Maar er is meer: Zie, zodra ik uw groet hoorde, sprong het kind van vreugde op in mijn schoot. Het kind in Elisabeth groet het kind in Maria. Maria draagt haar geheim niet alleen in zich, zij draagt het ook uit.  Het geheim wordt ons een beetje onthuld: Elisabeth en Johannes – beeld van de verwachting van het volk Israël – en Maria en Jezus – beeld van de vervulling, van Gods antwoord op die verwachting. Want het kind van Maria – is dat niet het leven van God zelf dat onze wereld binnentreedt? Ik zou durven zeggen: de verwachting en de vervulling ontmoeten elkaar. En weet - de vervulling dient zich zo anders aan dan de verwachting ons zou doen vermoeden. Het volk Israël verwacht redding, bevrijding, o.a. van de Romeinse overheersing. Maar Gods antwoord is een nog ongeboren kindje in de schoot van zijn moeder. Zó komt God ons tegemoet: heel klein, heel broos en verborgen in wie klein, arm, in feite heel gewoon is.

Broeders en zusters, ook wij leven met heel wat verwachtingen, verlangens, dromen, met vragen en noden. En vaak menen we daarbij ook te weten hoe God die zou moeten invullen. Maar Gods antwoord, Gods vervulling is altijd zo anders. Gods antwoord vraagt geloof om het te kunnen ontwaren. Mag ik het zo zeggen: God komt tot ons, maar niet allereerst om ons te helpen. Hij is eerst en vooral gekomen om gewoon bij ons te zijn, omdat Hij, God, het leven met ons wil delen. Ja, omdat Hij één van de onzen wil zijn. Wij zullen nooit begrijpen, waarom wij – kleine mensen – zoveel voor Hem betekenen. God heeft er geen bedoeling mee. Zoals ook onder mensen waarachtige liefde geen andere bedoeling heeft dan de liefde zelf. En daarom komt God ook zó bescheiden en discreet. Hij dringt zich niet op. Hij komt in wat in mensenogen van weinig tel is. Maria heeft dit heel goed begrepen. Ook dat zingt zij uit in haar Magnificat: Elke generatie zal zijn barmhartigheid ervaren, wanneer de mens eerbiedig naar Hem opziet. Hij laat het ongelooflijke gebeuren, de zelfverheffing slaat hij met paniek. Gestoten van hun troon worden de machtigen, wie niets was, wordt verhoogd.
Broeders en zusters, Maria bezoekt. Gebeurt dat ook nu niet weer? Hier bij deze Lourdesgrot – nu al 100 jaar lang – is dat dan ook niet het bezoek van Maria aan ons, mensen van nu. Bezoek, omdat ze ons wil ontmoeten en ons haar geheim wil brengen. Ik las ooit op de muur van de ziekenkapel in Banneux: Het ligt in de aard van Maria bezoeken te brengen. En ook wij kunnen en mogen zoals Elisabeth de vraag stellen: Waaraan hebben wij het te danken dat de moeder van mijn Heer naar ons toe komt?  Wat is er in ons, aan ons dat zij zou komen? Als wij zoeken naar voorwaarden, denk ik dat wij er geen zullen vinden. Zij komt gewoon om met ons te zijn én zij komt als Moeder van de Heer – geheel en al verwijzing naar Hem. Zij komt naar ons toe zoals wij zijn – in wisseling van hoop en leed – middenin wat wij dragen aan mensenpijn. Zo is zij voor ons een teken en een zegen: teken van Gods grote liefde voor elke mens – hoe klein en hoe broos die ook is – én zegen, omdat wij niet meer alleen zijn, maar met iemand aan onze zijde door het leven mogen gaan.

Broeders en zusters, Maria bezoekt ons. Laten we ons hart openen voor die ontmoeting! Echt, ook nu hebben we zo’n ontmoeting nog zozeer nodig. Amen.

Abt Manu