Homilie Witte donderdag 2022
WITTE DONDERDAG 2022
INLEIDING
In de naam van de Vader en de Zoon en de heilige Geest. AMEN.
( De genade van de Heer Jezus Christus, de liefde van God en
de gemeenschap van de heilige Geest zij met u allen. EN MET UW GEEST.
Gedenken wij dankbaar de daden des Heren, zijn leven, zijn dood en verrijzenis.
Broeders, dat willen we en mogen we nu deze avond en de komende dagen doen: gedenken – in herinnering brengen – beseffen dat wat Jezus doet met ons eigenste leven te maken heeft.
Gedenken – het stoelt echter op iets dat nog meer fundamenteel is: dat God zelf ons gedenkt, dat God met ons begaan is, dat Hij in Jezus ons leven is komen delen, opdat ons leven LEVEN zou zijn.
Laat ons op die grond gaan staan en vergeving vragen voor elke keer dat wij die grond niet vertrouwen of dat wij een andere grond zoeken.
Ik belijd …
Moge de almachtige God zich over ons ontfermen, onze zonden vergeven,
en ons geleiden tot het eeuwige leven. AMEN.
HOMILIE
Vurig heb Ik ernaar verlangd, eer Ik ga lijden, dit paasmaal met u te eten.
Broeders,
Op Palmzondag hoorden we deze woorden van Jezus als inleiding op het verhaal van het Laatste Avondmaal. Jezus en zijn apostelen – als gelovige joden – gaan het ritueel van de joodse paasviering voltrekken. Het is voor Jezus niet zomaar het vervullen van een plicht. Hij zegt: Vurig heb Ik ernaar verlangd.
Onlangs heb ik de biografie gelezen van Moeder Pia Gullini, de abdis van Grottaferrata en geestelijke moeder van de heilige Maria Gabriëlla. Zij vertelt dat zij jarenlang nauwgezet de observanties en rituelen zoals gebruikelijk in onze Orde heeft vervuld en laten vervullen. En dat er toch iets ontbrak. Ze vergelijkt het met een wierookvat waaruit slecht armzalige rookslierten tevoorschijn komen. Wat ontbrak er? Na jaren komt ze erachter. Wat mankeert is “inwendig vuur”. Ze benoemt ook dat inwendig vuur: zichzelf vergeten uit liefde tot God en uit liefde voor de naaste. Zichzelf geheel en al geven. Ik begreep dat het vuur verteert, dat we ons leven moeten verliezen om het te winnen en wel uit liefde.
Vurig heb Ik ernaar verlangd dit paasmaal met u te eten. Nogmaals – Jezus gaat het ritueel van de joodse paasviering voltrekken. Hij is niet gekomen om op te heffen, maar om tot vervulling te brengen. Jezus gaat het ritueel voltrekken van binnenuit. Hij vult het met zijn gehele wezen; Hij investeert zich geheel en al in dit gebeuren. Hij geeft zichzelf – zoals Moeder Pia zegt – uit liefde tot God en uit liefde voor de mens.
Vurig heb Ik ernaar verlangd, eer Ik ga lijden, dit paasmaal met u te eten. Het vieren van het paasmaal en het lijden dat Jezus te wachten staat vloeien in elkaar. Jezus beseft: dit ritueel gaat over Mij. Ik ben het paaslam, dat geslacht wordt. Ik ben het brood – mijn lichaam voor u. Ik ben de wijn – deze beker is het nieuwe verbond in mijn bloed. Het ritueel wordt waar: de bevrijding uit Egypte, de bevrijding uit alle vormen van verknechting, van verslaving, van angst. De eerste lezing: Als Ik het bloed aan uw huizen zie zal Ik u voorbijgaan. Geen vernietigende plaag zal u treffen. Het bloed wordt Jezus eigen bloed – dit is mijn bloed dat voor u en alle mensen wordt vergoten tot vergeving van de zonden. Sint Jan schouwt dit geheim en schrijft: Hierin bestaat de liefde: niet wij hebben God liefgehad, maar Hij heeft ons liefgehad, en Hij heeft zijn Zoon gezonden om door het offer van zijn leven onze zonden uit te wissen. Jezus geeft zichzelf totaal. Het is een liefdesdaad. En daardoor wordt onze bevrijding heel reëel: alles wat ons scheidt van God en van elkaar wordt weggedagen. Lam Gods dat wegdraagt de zonden van de wereld. Lam Gods – Paaslam! Ik moet denken aan wat Jezus zegt over de boetvaardige zondares: Daarom zeg Ik u: haar zonden zijn haar vergeven, al waren ze vele, want zij heeft veel liefde betoond. Mag ik het naar Jezus toe vertalen: ‘Onze zonden zijn ons vergeven, al waren ze vele, want HIJ heeft veel liefde betoond.’
Broeders, Jezus’ liefde voor ons. Wij worden bemind en dat is ons tot verlossing, tot bevrijding. Jezus’ Liefde – Gods eigen liefde! Want dat gebeurt deze avond. Jezus toont ons de liefde die de Vader ons toedraagt. Hijzelf leeft totaal uit die liefde. Hij verlangt vurig dat wij die liefde leren kennen én ook wij gaan leven in die liefde zoals Hij erin leeft.
Jezus zal ook zeggen: Zoals de Vader Mij heeft liefgehad, zo heb Ik jullie liefgehad. En Hij vervolgt: Zoals Ik jullie heb liefgehad, zo moeten jullie elkaar liefhebben.
Doe dit om Mij te gedenken, of zoals we zopas in het evangelie hoorden: Ik heb u een voorbeeld gegeven, opdat gij zoudt doen zoals Ik u gedaan heb.
Broeders, dus ook naar ons toe: dat inwendige vuur! Onszelf geven uit liefde voor God en uit liefde voor de naaste. Wij kunnen dit Paastriduüm nauwgezet vervullen en toch gaat het aan ons voorbij. We kunnen het beleven van binnenuit: het is onszelf geven; het is sterven aan onszelf; het is ons leven verliezen. En zo komen tot het echte leven: bevrijd van onszelf, open voor alle opvorderingen die op ons af komen. De voorbije weken hebben we een heel ongewone tijd beleefd. Corona gooide zowat alles overhoop. Met ontroering merkte ik op hoe broeders hun verantwoordelijkheid opnamen! Ik moet bekennen – soms ben ik bang iets aan broeders te vragen – er is al zoveel te doen. Maar nu – als ik iets vroeg, was het ‘ja’. En meestal moest ik het niet eens vragen: het gebeurde. Ik voelde leven stromen door die gave van elkeen. Inwendig vuur?! Doe dit tot gedachtenis aan Mij. Moge de Heer dat vuur in ons brandend houden en doen oplaaien! Amen.
Abt Manu