HOMILIE NIEUWJAAR 2023
HOMILIE NIEUWJAAR 2023
Ik hef op naar de bergen mijn ogen:
vanwaar zal mij komen de hulp?
De hulp komt mij van de Heer,
die gemaakt heeft hemel en aarde. (Ps 121,1-2),
Zusters en broeders,
Deze psalmwoorden uit Psalm 121 draag ik al een tijdje mee. Het zijn vertrouwde woorden. Meer zelfs, zij raken aan gebedswoorden, die we dag in, dag uit hier als broeders bidden. Bij de aanvang van heel wat gebedstijden: God, kom mij te hulp. Heer, haast U mij te helpen. Of het vers bij het begin van gemeenschaps- samenkomsten: Gods hulp blijve altijd met ons. Zo vertrouwd – ja! Maar beseffen we wat we bidden?
Wij zijn zopas een nieuw jaar begonnen. We hebben een punt gezet achter een jaar, dat ook ooit nieuw was – maar wat bracht het ons? Evident – wel en wee, al moet ik zeggen dat het ‘wee’ nazindert. Ik som even op – fragmentair en vanuit m’n beperkt standpunt.
Als ik naar onze wereld kijk: 2022 – de oorlog in Oekraïne eist al maanden slachtoffers en creëert miljoenen vluchtelingen. En de andere oorlogssituaties, die we dreigen te vergeten met opnieuw Oost-Congo. De pandemie, die hoewel in mindering, nog steeds rondwaart, denken we maar aan China. Ondanks de steeds verfijnde technologie en voortuitgang hongersnood; in Afrika alleen al lijden meer dan 200 miljoen mensen honger. Verwarring, verbazing rond politiek leiderschap: wereldleiders die geen oog hebben voor het gemeenschappelijk goed, maar eigenbelang met als gevolg een diep geworteld wantrouwen.
Als ik naar de Kerk kijk – het hoopvolle synodale proces, maar evenzeer de weerstand die dat oproept en de verdeeldheid die dat meebrengt. De verdere aantasting van de geloofwaardigheid van kerkmensen; het bewustwordingsproces rond tal van vormen van misbruik, misbruik ook van macht en geweten. De wegdeemstering van het geloof in onze samenleving.
Als ik naar onze Orde kijk, waar gelukkiglijk nog kan gedroomd worden, maar die voor grote uitdagingen staat gezien de groeiende kwetsbaarheid op meerdere terreinen.
Als ik kijk naar onze eigen gemeenschap, dankbaar om nieuw leven en nieuwe perspectieven, maar evenzeer voelend hoe moeizaam veranderingsprocessen verlopen.
Ik besef – een éénzijdige opsomming, maar weergevend wat het voorbije jaar oproept. En ik vermoed dat elk van jullie het lijstje kan aanvullen.
Zo staan we op drempel van 2023: vanwaar zal mij komen de hulp? Zusters en broeders – het antwoord is: De hulp komt mij van de Heer, die gemaakt heft hemel en aarde. Dat bidden we! Maar leven wij dat antwoord? In die heel concrete omstandigheden van ons leven en samenleven: heffen wij onze ogen naar boven? Wij, broeders, werden onlangs nog herinnerd aan de kortste spreuk van de Woestijnvaders: Kijk omhoog, niet naar beneden. Richten wij onze ogen naar de Schepper van hemel en aarde? Vragen wij om redding, verlossing? Ik moet bekennen dat ik in mezelf vaak een andere dynamiek onderken: hoe kunnen wíj daar iets aan doen? Hoe kan ik dat aanpakken? De bekoring om efficiënt en eigenstandig oplossingen te zoeken. En vooral, dat wij, dat ik iets moet doen. Dat de oplossing bij onszelf ligt, bij de mens en zijn kunnen. Dus onze ogen niet naar boven, maar naar beneden, naar onszelf.
Het antwoord van ons geloof is naar boven kijken - bidden, beseffend de hulp komt ons van de Heer. In het evangelie van deze nieuwjaarsdag staat het zo kernachtig: het kind ontving de naam Jezus, zoals het door de engel was genoemd voordat het in de moederschoot werd ontvangen. De naam Jezus: God redt! Die naam is ons gegeven.
Ik hoor daarin een sterke uitnodiging tot ons, broeders, maar evenzeer tot elke christen: bidden, ons richten in alle wederwaardigheden van wereld, samenleving, kerk, familie, gemeenschap, gezin, ons richten tot God, tot onze Heer Jezus Christus.
De uitnodiging tot aanhoudend gebed – ’s nachts en overdag. Leven met een uitstaand hart dat Hem zoekt, die ons leven deelt, die de levende Aanwezige is in ons midden. Alles wat zich voordoet, wordt dan voorbede – meegedragen in de stilte van het hart of uitgesproken. Wetende – de hulp komt van de Heer! Echt – daar bij Hem ligt onze hoop, ligt uitkomst, ligt toekomst. Alle mensennoden, van de meest universele tot de meest persoonlijke worden naar Hem toegedragen, want Hij is onze hulp. Het doet me denken aan een uitspraak van Karl Barth: Je handen vouwen in gebed is een begin van strijd tegen de chaos van de wereld. Zwijgen in gebed tegenover het onrecht en het geweld dat mensen overkomt, is de wereld aan de goddelozen overlaten.
Bidden wordt leven met Hem aan onze zijde. Het doet ons ook anders kijken, anders luisteren. En we worden ook uitgenodigd om iets te doen, om ons in te zetten, maar als ‘Gods medewerkers’, als kinderen van éénzelfde Vader.
Als wij zo het nieuwe jaar ingaan, krijgen we een juist zicht op onszelf. Arme, kleine mensenkinderen. Uit onszelf – niets. Maar juist daarin zó kostbaar in de ogen van de Heer. Geliefd, bemind. Want zo kijkt God naar zijn mensen met een oneindig tedere liefde. Hij kent ons; Hij weet van ons maaksel. Een bescheiden en ootmoedig volk dat zijn toevlucht vindt in de naam van de Heer.
Wij gedenken en vieren op deze eerste dag Maria als de Moeder Gods. Vertrouwen wij dit nieuwe jaar toe aan haar voorspraak, aan haar moederlijke zorg.
Zalig Nieuwjaar!