Homilie lichtmis 2025
Lichtmis 2025
Zie, naar zijn heilige tempel komt de Heer, onze God,
trekt Sion met vreugde en jubel Hem tegemoet.
Zusters en broeders,
Met dit refrein op onze lippen kwamen we in processie naar onze kerk. God, onze Heer, komt naar zijn heilige tempel. Ook in de eerste lezing hoorden we: En aanstonds treedt dan de Heer zijn heiligdom binnen, de Heer die gij zoekt… Let op, Hij komt… Maar wie kan de dag van zijn komst verdragen?
De Heer komt in zijn tempel. Dit psalmwoord, dit profetenwoord wordt vervuld in het evangelie van dit feest van de opdracht van de Heer. Een jong koppel, Jozef en Maria, komen in de tempel met hun baby – de kleine Jezus. Zo is Gods komst onder de mensen in zijn heilige tempel. Een kindje in de armen van zijn moeder. En zij komen om de Wet van Mozes te vervullen – hun kindje opdragen aan de Heer. Gods komen tussen ons in – altijd opnieuw zo verrassend. Niet met grote gebaren, niet met een oogverblindende luister, maar nederig, onopvallend, klein, schroomvol. God is nederigheid.
En wie merkt dit op in Gods heilige tempel? Wie wacht daar op Hem? De hogepriesters? De Schriftgeleerden? De kenners en uitleggers van Gods woord? De machthebbers van toen? We lezen niets over hen. Lucas verhaalt ons over twee oude mensen, Simeon en Hannah. Zij zijn dààr in te tempel. Simeon: door de Geest gedreven was hij naar de tempel gekomen. Hannah: ze verbleef voortdurend in de tempel. Zij speuren Gods komen in dat jonge koppel met hun kleine kindje. Twee oude mensen, van wie we gewoonlijk denken – die hebben het leven gehad, die hebben niets meer te verwachten. Het leven is voorbij. Ik hoorde onlangs nog – een beetje tot mijn ontsteltenis – tijdens in bijeenkomst in een andere gemeenschap. Op de vraag om hun hoop onder woorden te brengen, antwoordde een oudere broeder, wat cynisch, met één enkel woord: het kerkhof.
Simeon en Hannah – hoogbejaard, maar hopend, verwachtend, uitziend naar. Zusters en broeders, het is belangrijk goed te zien hoe Lucas hen tekent die wat er gebeurt in de tempel, weten te onderscheiden. Simeon: wetgetrouw, rechtvaardig, levend vanuit en naar Gods woord, vroom, verwachtend; uitziend naar de vertroosting van Israël, vervuld van de heilige Geest. En Hannah: een vierentachtigjarige weduwe, profetes, verblijvend in de tempel, God dienend dag en nacht door vasten en gebed, uitziend naar de bevrijding van Jeruzalem. Twee bejaarden die niet leven in een nostalgisch verleden, in een “vroeger was het beter”. Twee oude mensen die vooruit kijken met verwachting, met hoop ondanks dat hun leven naar zijn einde loopt. Zij zien het nieuwe leven dat zich aandient, Gods leven in dat kleine kindje.
Simeon zingt het uit in een kantiek, een lied, dat wij elke avond in de completen hernemen. Wij nemen dit lied van uitzicht, dit lied van hoop over. Hoop op een verder gaan, een heengaan in vrede. Dankbaar om Gods komst onder ons in dit kleine kindje en beseffen: Gods heil is naar ons toegekomen. Jezus – God redt. En dat heil is het licht voor de volkeren, is heerlijkheid voor het uitverkoren volk. Simeon bezingt het heil, de bevrijding, Gods belofte voor alle mensen. Een bevrijding die ook verwoord wordt in de tweede lezing: de vorst van de dood, de duivel wordt onttroond; de vrees voor de dood, die ons onvrij maakt, wordt weggenomen.
Simeons lied mag ons lied worden – elke avond voor we slapengaan. Gods heil is tot ons gekomen. Dat is onze hoop! Maar ik besef evenzeer dat dit lied te groot is voor ons. Wij zingen er vaak aan voorbij. Ook voor Jozef en Maria waren die woorden te groot. Lucas merkt op: Zijn vader en moeder stonden verbaasd over wat van Hem gezegd werd. En toch mogen we die woorden biddend zingen. Vertrouwvol leggen we zo elke avond ons leven in zijn handen.
Zusters en broeders, in dit kleine kindje is God tot ons gekomen. Hij is in ons midden. Daarvan leven wij. Met Hem leven, Hem echt toelaten in ons leven is ons laten aanspreken door Hem. Hij is tot ons gekomen – Licht voor de volkeren. Onze kaarsen op Lichtmis verwijzen ernaar: Hij is het Licht dat in de wereld is gekomen. Licht van licht overstraalt Hij de wereld. Of zoals we zullen zingen in de communiezang: Gij bergt de bron des levens, in uw licht zien wij licht. Licht komt ons leven binnen. En dat kan best tevens confronterend zijn. Ook dat verhaalt het evangelie: de gezindheid van ons hart wordt openbaar gemaakt. Teken van tegenspraak. Het kan tussen mensen tot verdeeldheid leiden. Hem in ons leven toelaten is kiezen voor Hem, voor het kleine, kwetsbare leven en niet meegaan in wat mensen kleineert, onvrij maakt, uitbuit, gebruikt voor eigen gewin.
Ik haalde reeds een wat cynisch woord aan van een oudere broeder. Nu een hoopvol woord van de Episcopaalse bisschop Mariann Budde: Ik ben nu in de zestig, dus ik denk veel na over hoe ik de mensen die achter mij komen wind in de zeilen kan geven. Dat is nu mijn belangrijkste werk: opkomende generaties aanmoedigen – en ons allemaal, eigenlijk – om in hoop te leven. Om vast te houden aan de dingen die een gemeenschap opbouwen. Om te werken voor de dingen die er toe doen. Om op God te vertrouwen. Om te geloven dat er een spirituele kracht buiten ons is die betrouwbaar is en een bron van kracht en moed. En deze dingen zijn echt, echt belangrijk.
Simeon en Hannah, Jozef en Maria – leven dat ten einde loopt ontmoet leven dat begint. En dat beginnend leven doorstraalt het eindigend leven. Hoop wordt geboren, want in dat kleine kindje is God komen wonen te midden van zijn volk. Als wij dat toelaten in ons geleefde leven dan leven wij hoopvol met Hem, in Zijn Licht. AMEN.
Homilie lichtmis