Homilie voor de 18de zondag door het jaar B 2018
Even herhalen dat we nu vijf zondagen na elkaar het Mc-evangelie,
dat we in dit kerkelijk jaar lezen, gesloten laten
en gedurende die vijf zondagen
het zesde hoofdstuk van het Johannesevangelie voorgeschoteld krijgen. Daarin het relaas van de broodvermenigvuldiging,
dat we vorige zondag hoorden, en ook de zgn. broodredevoering,
die we nu in vier delen te verwerken zullen krijgen.
Vandaag aflevering een.
In die broodredevoering maakt Jezus duidelijk
wie Hij is en wat geloven werkelijk inhoudt.
Hij heeft al duidelijk gemaakt
dat Hij in ieder geval niet de ‘broodkoning’ is die men van Hem wil maken. Hij is niet diegene die aan de verwachtingen van de massa beantwoordt.
En wat zijn die verwachtingen?
Het verzadigd worden, het gestild worden van de honger,
het bevredigd worden, vervuld worden
op materieel, sociaal en emotioneel vlak.
Met welke verwachtingen en verlangens zijn wij naar hier gekomen?
Ik hoop dat het een verlangen naar bekering is, naar echt leven,
naar eenheid met Christus om een waarlijk liefdevol,
vredevol en vreugdevol leven te leiden.
In de broodredevoering zegt Jezus wie Hij is en wat geloven inhoudt.
Wie is Hij?
We hebben al gezegd wie Hij niet is en niet wil zijn.
Maar wat zegt Hij nu verder van zichzelf.
Hij zegt dat Hij de Mensenzoon is.
Voor de Joden van Jezus’ tijd is dat duidelijke taal.
Hij is dus de Messias, diegene met wie het Rijk Gods een aanvang neemt, diegene met wie een nieuwe wereld en een nieuwe tijd begint,
diegene die door God gezalfd is en spreekt en handelt
bezield door Gods Geest en dus met goddelijke volmacht.
Jezus zegt dat Hij het leven geeft en daarvoor door God gezonden werd.
Hij is diegene in wie men moet geloven zoals men in God gelooft.
En hij heeft een intieme relatie met God, die Hij zijn Vader noemt.
Tenslotte zegt Jezus dat Hij het brood van het leven is:
wie echt wil leven, moet Hem ‘eten’. Geloven in Jezus is Hem ‘eten’.
Dat was ook voor de Joden van toen
niet een onmiddellijk duidelijke beeldspraak.
Laten we ze dus verduidelijken.
Geloven is een weg die leidt
naar een waarlijk liefdevol, vredevol en vreugdevol leven.
Daartoe, zegt Jezus, moet men in Hem geloven.
Dat is luisteren naar de woorden die Hij spreekt.
Het zijn immers woorden van eeuwig leven.
Het zijn woorden om te beleven.
Maar daar houdt het niet op.
Als Jezus bijvoorbeeld zegt dat we elkaar moeten liefhebben,
dan is het niet voldoende dat we elkaar liefhebben.
We moeten liefhebben zoals Jezus liefheeft.
Dat kunnen we als we in eenheid met Jezus leven.
Deze eenheid gaat verder dan solidariteit en verbondenheid.
Solidariteit en verbondenheid zijn menselijke ingesteldheden
waarbij vaak nog heel wat eigenbelang een rol speelt.
Maar de bedoelde eenheid met Christus
is het gevolg van het loslaten van eigenbelang,
van de eigen wil en van de eigen emotionaliteit.
De apostel Paulus verwoordt die eenheid als hij schrijft aan de Galaten: “Ikzelf leef niet meer, Christus is het die leeft in mij.”
Leven in eenheid met Christus is leven met het bewustzijn van Christus, met zijn wil, met zijn verlangen, met zijn liefde voor God en de mensen.
Het is een totale en onvoorwaardelijke liefde.
We zijn daartoe in staat, want we hebben de Geest van Christus ontvangen! Maar we moeten ons voor die Geest openstellen
en die Geest in ons aan het werk laten.
Het is de Geest die ons gelijk maakt, die ons één maakt met Christus.
En welke ‘werken’ moeten wij daarvoor doen?
Gebed, verzet en inzet.
Gebed is met Gods genade stil worden
en bewust worden van Christus’ aanwezigheid in ons,
ons hart en onze geest tot Hem verheffen.
Verzet is met Gods genade weerstand bieden
aan alle vormen van oppervlakkigheid, egoïsme, angst, onrecht
en aan alle drang naar bevestiging.
Inzet is met Gods genade ingaan
op alle uitnodigingen en kansen en uitdagingen om goed te doen
en zorg te dragen en bij te dragen tot het geluk van anderen.
En daarbij hoort ook het aanvaarden van het lijden
dat onvermijdelijk bij dit alles om het hoekje komt kijken.
Jezus ‘eten’ als brood is de sterkste symbooltaal
en de sterkste symbooldaad voor de bedoelde eenheid.
Wees daarvan bewust is je straks in dit samenzijn communiceert,
hetgeen letterlijk betekent: eenheid, communio, uitdrukken en beleven.
priester Dirk