Homilie voor de 28ste zondag door het jaar

 

St Jozef OCH 160






11 oktober 2015

 

De man die bij Jezus komt aangelopen
is tot het besef gekomen dat het echte leven
niets te maken heeft met bezit en rijkdom.
Hij krijgt van Jezus onrechtstreeks te horen
dat het ook uiteindelijk niets te maken heeft
met een religieus en sociaal correct gedrag.
Het eigenlijke antwoord op de vraag hoe we echt kunnen leven
begint pas als Jezus de man liefdevol aankijkt.
En Jezus’ antwoord op de vraag van de man
kun je niet los zien van de liefde waarmee Jezus hem aankijkt.
Als Jezus hem vraagt zijn bezit te verkopen en het aan de armen te geven
dan is deze vraag uit liefde gesteld.
Liefde betekent hier een gerichtheid op het geluk van de andere.
Jezus weet dus dat als de man zijn bezit leert loslaten
en zijn bezit deelt met de armen,
dat precies dit hem gelukkig zal maken,
diepe vrede en vreugde zal schenken,
echt zal doen leven.
De gehechtheid aan zijn bezit maakt het voor hem onmogelijk
op Jezus’ verzoek in te gaan.
Hij ziet ook niet in hoe een leven van armoede een mens gelukkig kan maken
hoewel hij dus ook weet dat geld en bezit een mens niet gelukkig maken.
Geef toe, ook wij kunnen dat moeilijk begrijpen.
Zoals veel mensen en ook veel christenen
niet kunnen begrijpen dat je gelukkig kunt zijn
als je je leven slijt achter hoge kloostermuren.
Kijk, de wereld geeft ons normen voor geluk en een geslaagd leven.
En de meeste mensen gehoorzamen aan die wetten
soms meer dan aan goddelijke geboden.
Van jongs af aan worden mensen geleerd dat een gelukkig en geslaagd leven
te maken heeft met bezit, kennis, kunde, prestatie, prestige, carrière
en dat andere normen er op aan houden dwaas en niet productief is.
Maar Jezus leert dat je gelukkig bent door de ervaring van een onvoorwaardelijke liefde.
En dat je moet leren vertrouwen op die liefde.
De armoede waartoe de man geroepen wordt
is niet de armoede die een onrecht is en die we moeten bestrijden.
Het is de armoede die een uiting is van vertrouwen:
de angst en de zorg voor eigen leven en geluk loslaten,
de controle van de weg naar eigen geluk uit handen geven.
Het is een houding van onbezorgdheid die kinderen kenmerkt
en die weten dat er voor hen gezorgd wordt.
Bij dit sluit er een ander evangeliefragment aan, uit de Bergrede:
Vraag je dus niet bezorgd af: Wat zullen we eten? Wat zullen we drinken?
Wat zullen we aantrekken?
Want naar dat alles zijn de heidenen op zoek.
Jullie hemelse Vader weet wel dat je dat allemaal nodig hebt.
Zoek eerst het koninkrijk van God en zijn gerechtigheid, dan krijg je dat alles erbij.
Wij worden misschien niet allemaal tot een leven van extreme armoede geroepen
zoals Franciscus en Clara zich daartoe geroepen voelden.
Maar toch wel tot een leven van onbezorgdheid en vertrouwen,
een leven waarin we de angst en de zorg om onszelf afleggen.
Voor ieder van ons zal de uitdaging daartoe elders liggen.
Ieder van ons kan en moet nagaan wat wij te geven hebben,
wat we angstig en bezorgd voor ons willen behouden
en daarvoor op veel begrip van de wereld kunnen rekenen.
Tijd en privacy zijn goede voorbeelden.
Wees niet bang tijd aan anderen te spenderen.
Wees niet bang dat je tijd voor jezelf zult te kort komen.
Wees niet bang je levensruimte, je leven en ervaringen met anderen te delen.
Sluit je niet angstig op in een netjes ommuurd of omhaagd huis.
En weet dat bij dat alles God ons liefdevol aankijkt.

priester Dirk