Homilie voor het hoogfeest van Pasen 2023
Homilie voor het hoogfeest van Pasen 2023
De verrijzenisiconografie – de voorstelling van de verrijzenis – van de oosterse kerken is heel anders dan deze, die we in veel van onze kerken kunnen aanschouwen.
Op veel schilderijen in onze kerken stapt of stijgt Christus uit zijn eigen graf, soms met een overwinningsvaandel in zijn handen.
Op oosterse iconen daalt de verrezen Christus af in ons graf, in het rijk van de doden, in onze hel,
in die plaats en ruimte waar voor ons geen licht en leven meer is, geen diepe innerlijke vrede en vreugde,
geen innige verbondenheid met God en met elkaar,
in het graf dat de mens voor zichzelf en medemensen delft, in de hel die mensen gecreëerd hebben,
door angst en zelfzucht en zelfgenoegzaamheid.
Christus daalt daarin af en neemt er de oude mens bij de hand om in die duisternis en doodse stilte op te staan
en met Hem te stappen in een nieuw leven,
een leven in eenheid met Hem en door die eenheid met God,
een door die eenheid een leven van innige verbondenheid met elkaar, een leven van louter liefde, vrede en vreugde.
Het is een leven waarin de dood en de angst voor de dood geen macht meer heeft over ons,
een leven waarin we bevrijd zijn van angst en egoïsme.
De oosterse voorstelling van de verrijzenis maakt veel duidelijker
dat de verrijzenis niet zozeer een te herdenken historisch gebeuren is,
zoals de bomaanslagen op de luchthaven van Zaventem of in de Brusselse metrostations, maar een gebeuren dat aan ons geschiedt, iets wat innerlijk te ervaren is.
Het is dus de ervaring van bij de hand genomen worden,
van opgetild worden, van gebracht worden naar en in een nieuw leven. Wanneer en hoe ervaren we dan de verrijzenis van Christus?
De overgang naar een nieuw leven?
Het zou echter kunnen dat we stellen dat we geen nieuw leven nodig hebben omdat we ervan overtuigd zijn dat we eigenlijk al goed zijn.
Dan behoren we bij die negenennegentig rechtvaardigen, die geen bekering, geen nieuw leven nodig hebben, mensen waarover minder of geen vreugde is bij God.
Of we staan misschien vooraan bij de farizeeër in de tempel die er God op wijst hoe goed hij wel is, hoe gelovig hij wel is, maar na zijn gebed niet gerechtvaardigd heengaat.
Het zou ook kunnen dat we geen nieuw leven willen,
omdat we het toch zo goed hebben en we daarin geen verandering willen zien. Dan behoren we tot de zeer ruime kring van de rijke jongeling,
die wel het verlangen voelt naar eeuwig leven, die eventueel wel vroom doet, maar uiteindelijk er niet toe komt Jezus na te volgen.
Het is het gedoopt zijn, het christen zijn uit gewoonte en traditie, maar zonder de navolging, zonder bewuste doorleving van het geloof. Het is wat de Leuvense professor Torfs noemt, een ondiep geloof,
dat in een oogwenk veranderen kan in een al even ondiep ongeloof.
Onze vier evangelies nu staan vol verhalen van mensen die de verrijzenis ervaren. Iedere keer dat Jezus mensen optilt uit een doods bestaan is van verrijzenis sprake. De drie opwekkingsverhalen zijn dus verrijzenisverhalen.
Daarvan is het meest duidelijke dat van Lazarus,
dat we onlangs in de zondagsliturgie mochten aanhoren. Ieder genezingsverhaal is een verrijzenisverhaal.
Ook ieder vergevingsverhaal is een verrijzenisverhaal. En ook ieder roepingsverhaal is een verrijzenisverhaal, want die geroepen is komt in een nieuw leven terecht, wordt een ander mens en leidt een ander bestaan.
Wanneer kunnen we dus ervaren dat we tot een ander leven worden opgetild? Wanneer worden we vervuld van diepe vrede en vreugde en van liefde?
Misschien als we als Zacheüs erkend, genoemd, bemind en aanvaard worden ondanks al onze fouten en gebreken.
Misschien als we vergeven worden en mogen thuis komen bij mensen. Misschien als we genezen worden van innerlijke pijn en verdriet.
Maar ook en vooral als we geroepen worden om christen te zijn en telkens als we geroepen en uitgenodigd worden
om uit onszelf te treden en het goede te doen,
om ons dienstbaar op te stellen met een onvoorwaardelijke en radicale ingesteldheid. We verrijzen met Christus telkens als de liefde ons roept en wij volgen,
ook al zijn de wegen van de liefde zwaar en verbergt ze een zwaard in haar vleugels. Zijn er voorwaarden om deelachtig te worden aan die ervaring?
Ja, een open geest en een open hart.
Ja, de door Christus aangereikte hand nemen.
Ja, de eerste stap zetten en uit het graf van onze rol treden. Uit de rol van zondaar, van slachtoffer, van volmaakte.
Ook uit de rol van consumeerder.
Deelnemen aan de verrijzenis is de grote revolutionaire beweging
die de wereld omvormen kan tot een wereld waar het goed is om te leven, waar geen oorlog en haat en honger en onrecht meer zijn.
Maar het is wel degelijk de Verrezene, die ons de hand reikt en doet opstaan. Het is de wind die de vlieger doet opgaan.
Het is de Geest van God die nieuw leven geeft. Daarom behoort bij het nieuwe leven ook
het bewust leven in verbondenheid met de Geest van de Verrezen Heer. https://www.youtube.com/watch?v=CINVY215T5U&ab_channel=GradualeProject