Homilie voor de 12de zondag door het jaar


25 juni 2017

Ik begin dit onderricht waarmee ik vorige week eindigde,
namelijk, dat succes geen synoniem voor God is.
Ik denk daarbij onmiddellijk aan een vers uit psalm 53:
God, uit zijn hemel, ziet op Adams kinderen neer,
speurend of er soms een sterveling met verstand is,
één die nog vraagt naar God.
Geen enkele. Geen een.
Ik vraag me dan af, als de kerken vroeger vol zaten,
de Kerk succes kende en dus ook rijk en machtig was,
of het dan wel om God te doen was, of God wel succes kende,
of om het in het geloofsleven en in de vroomheid en devotie van velen
niet om iets anders dan God zelf te doen was
en als het in het kerkelijk bezig zijn van de herders
ook wel om God te doen was, om het Rijk van God,
om de vrede en vreugde en het leven waartoe God mensen roept.
In de verzen, die in het Matteüsevangelie
vóór de evangelielezing van deze zondag te vinden zijn,
houdt Jezus de apostelen - die Hij uitzendt - duidelijk voor
dat hen geen succes maar eerder vervolging te wachten staat.


En daar sluit het woord van deze zondag op aan:
Weest niet bang voor de mensen.
Dit woord is niet los van de te verwachten vervolgingen te begrijpen.
De leerlingen mogen zich dus niet door angst voor vervolgingen laten leiden,
een angst die ervoor kan zorgen dat ze zwijgen,
niet verkondigen wat ze eigenlijk te verkondigen hebben,
of iets anders verkondigen, iets wat wel succes zal kennen.
Als in de Kerk een antwoord gezocht wordt op de vraag:
“Wat zouden we moeten doen om meer volk in de Kerk te krijgen?”,
dan is het vrijwel zeker dat de suggesties daarvoor zaken inhouden
die weinig met God te maken hebben.
Natuurlijk kun je zeggen dat het er in de Kerk en ook in de liturgie
van tijd tot tijd plezant, leuk en plezierig mag aan toegaan,
dat we ervoor mogen en moeten zorgen dat we er ons goed voelen.
Maar het doel van liturgie en een gelovig leven is diepe vrede en vreugde
en onverdeeld goed zijn voor alle mensen
en dit vanuit een diep beleefde eenheid
en verbondenheid met God en Christus.
Om die eenheid en verbondenheid te bereiken,
om te kunnen onverdeeld goed te zijn voor alle mensen,
om diepe vrede en vreugde te bereiken moet men
een voor de mensen weinig aantrekkelijke weg bewandelen: sterven.
Het ego dat voortdurend op zoek is naar een goed gevoel,
dat zich voortdurend bevredigd en beveiligd en bevestigd wil weten,
moet ophouden met dat zoeken, moet verstillen en sterven.
Dat is een weg die begrijpelijk weinig succes kent.
Toen Jezus die weg voorstelde aan een man,
die Hem vroeg wat hij moest doen om echt te leven,
had Hij bij die man ook geen succes.
We weten dat Jezus’ optreden niet succesrijk geëindigd is.
De mensen oproepen om niet voor zichzelf bezorgd en bekommerd te zijn,
om vooral niet gericht te zijn op louter nut en vermaak,
het is een oproep die geen succes kent.
We moeten niet verwonderd zijn dat God en geloven,
nu men ontdekt heeft dat God en geloven
niets met nut en vermaak van doen heeft,
geen succes meer kennen.
Nochtans moet de leerling niet bang zijn dat niet succesvolle te verkondigen,
op de markt te gaan staan met een product dat bijna niemand kopen wil.
Natuurlijk zouden allen die zich over de toekomst van de Kerk zorgen maken
wel hét initiatief willen vinden, dé catechese, dé liturgie
waardoor de boodschap aanslaat bij jongeren, bij ouderen.
Men zoekt naar leuke ideetjes en werkvormen
om ervoor te zorgen dat men toehapt.
Maar alleen de diepe vrede en vreugde, de onverdeelde goedheid
en de onvoorwaardelijke liefde die van gelovigen uitgaat
is in staat een waarachtige getuigenis en verkondiging te zijn
en alle andere verkondiging gaat best
met deze getuigenis en verkondiging samen.
Ook voor ons allen geldt dat we niet bang hoeven te zijn
om te getuigen van ons geloof.
Dat betekent niet dat we anderen moeten gaan overtuigen,
maar wel dat we niet bang hoeven te zijn een levenswijze aan te nemen
waardoor te zien is dat we in eenheid met God en Christus leven.
priester Dirk