Homilie geboorte Johannes de Dooper 24.06
Jes. 49,1-6 Hand. 13,22-26 Lc 1, 57-66.80
De langste dag van het jaar, midzomer, is van ouds gekoppeld aan het feest van Sint-Jan de Doper. Op vele plaatsen worden vuren ontstoken waarrond men danst en waar jonge stellen die willen huwen over moeten springen.
Vanaf 24 juni begint het daglicht op het noordelijk halfrond te korten, symbool voor Johannes de Doper die met het oog op Jezus verklaarde: “Hij moet groter worden maar ik kleiner”.
Johannes de Doper deelt met Jezus en Maria de bijzondere eer dat ook zijn geboorte liturgisch wordt gevierd. Bij alle drie die geboorten is er iets mis: ze verlopen niet op de gewone biologische manier. In het geval van Jezus hadden de ouders geen seksuele relatie; in het geval van Maria en Johannes heette het dat de ouders oud en onvruchtbaar waren.
Homilie Pinksteren 2018
Pinksteren 2018
Het vuur dat zich met Pinksteren over de leerlingen verdeelt is tegengesteld aan het vuur waarmee de mensen vandaag hun ik-identiteit benadrukken. Het Pinkstervuur bezielt de gelovigen om hun al te persoonlijke meningen te relativeren, al hun zorgen opzij te zetten, en een taal te spreken die iedereen verstaat, de taal van de Heilige Geest, die de moedertaal is van elke schepsel, van Parten, Meden en Elamieten, van allochtonen en autochtonen, van gelovigen en atheïsten, van geleerden en eenvoudigen. De taal van de Geest is immers de liefde en die taal is universeel; ze wordt verstaan door mens en dier, door planten en planeten, door al wat bestaat.
Homilie Heilige Familie B jaar 2018
Gen. 15,1-6; 21,1-3 Hebr. 11,8…19 Luc 2,22-40
Op het feest van de heilige Familie, broeders en zusters, staan we stil bij het gezin van Nazareth en bij de joodse context waarin Jezus opgroeide. Het evangelie van de Opdracht in de tempel illustreert hoe de kleine Jezus door een warm en oriënterend netwerk omringd werd, het netwerk van een gelovige Joodse cultuur. Zoals elke kind, kon ook Jezus alleen maar groeien in gelovig vertrouwen, binnen een veilig en wijs verband, waar hoofd, hart, handen en voeten bij betrokken zijn.
HH. Stichters van Cîteaux 26 januari
Onze stichters zijn drie in getal. Weinig religieuze orden of congregaties doen ons dat na: een driemanschap als grondlegger van hun geschiedenis en spiritualiteit. Tussen de geboorte van de eerste, Robertus van Molesme en de dood van de laatste, Stephanus Harding liggen106 jaren. Het fenomeen Cîteaux heeft een volle eeuw en drie generaties nodig gehad om geboren te worden en zich te ontwikkelen tot een volwassen monastiek instituut en een volwaardige school van spiritualiteit.
Robertus overleed op 83 jarige leeftijd te Molesme op 17 april 1111. Op 28 maart 1134 overleed abt Stephanus Harding te Cîteaux. Na zijn canonisatie werd 29 april zijn feestdag. Maar de monastieke liturgische kalender heeft de feestdagen van Robertus en Stephanus bij die van Albericus gevoegd, wiens sterfdag viel op 26 januari 1109, bij de afronding van zijn tiende jaar in de woestijn van Cîteaux. Wat deze drie ‘armen van Christus’ samen bevochten en opbouwden, wordt aldus door de liturgie van de Kerk die kijkt met de ogen van het hart, als één ondeelbaar geheim beschouwd.
Homilie 20 augustus Sint-Bernardus
20 augustus Sint-Bernardus
‘Nader tot Christus, en je zult verlicht worden’: deze woorden zijn niet van Bernardus maar van kerkvader Ambrosius uit zijn beroemde Verhandeling over de maagdelijkheid. Maar ze lijken me volstrekt van toepassing op Bernardus, de feestheilige van vandaag. De jonge ridderzoon, Bernard van Fontaine, boog onder Stephen Harding, de derde abt van Cîteaux, zijn nek onder het zoete juk van Christus. Samen met zijn vijf broers werd hij van werelds rekruut tot ridder-van-Christus. Zijn oudere vriend, Willem van Saint-Thierry, wil in zijn biografie van de heilige vooral aantonen hoezeer Christus in Bernardus leeft en spreekt. Wat Paulus over zichzelf zegt ‘Neen, ik leef niet meer, het is Christus die leeft in mij leeft’ (Gal. 2,20) moet volgens Willem in volle zin ook aan Bernardus worden toegeschreven.