Homilie Vijfde Paaszondag A 2023
Vijfde Paaszondag A Hand 6,1-7 1Petr 2,4-9 Joh 14,1-12
In de tekst van het 14de hoofdstuk van het Johannesevangelie is Jezus in gesprek met zijn leerlingen. Het is een gesprek waarin het komende afscheid doorklinkt, met de gevoelens van pijn en onzekerheid inherent aan zo’n afscheid. Jezus troost zijn vrienden en laat hen vooral zien dat het afscheid niet definitief is. Hij vertrekt weliswaar maar komt terug om zijn vrienden voor altijd bij zich te nemen. Dit slaat op de eindtijd, de parousie, wanneer Christus wederkomt in heerlijkheid om te oordelen de levenden en de doden. Er is plaats genoeg in het huis van de Vader! Wij, de leerlingen van Jezus, moeten niet bang zijn dat wij uitgesloten zullen worden. We mogen vol vertrouwen de wederkomst van Christus tegemoetzien als we op de goede weg blijven, en die weg is Christus zelf. “Ik ben de Weg”, zegt Hij.
Homilie Paaszondag 2023
Paaszondag Hand. 10, 34-43 Kol. 3, 1-4 Joh. 20, 1-9
De verrijzenis speelt zich af in een tuin. Hoe kan het anders? Alles begon ook in die tuin, die God de Heer die eerste dag had aangelegd voor de mens om in te wonen. Daarin liet God ook allerlei bomen opschieten, aanlokkelijk om te zien en heerlijk om van te eten, met midden in de tuin de boom van het leven. Zo schildert Genesis ons de oorspronkelijke habitat af van de mens.
En God schiep de mens als man en vrouw, de een en de ander, rib aan rib met elkaar verbonden.
God de Heer plaatste de mens in zijn aarde-tuin om die te bewerken en te beheren. Maar wat maakte de mens ervan? Een regelrechte ravage, een oorlogsgebied, een permanent slagveld. De goede grond doorploegde hij met bommen en explosieven. Rivieren veranderde hij in stinkende riolen, wouden in troosteloze woestijnen. De lucht blies hij vol stof en dioxines. Traditionele samenlevingen vernietigde hij. Harmonische verbanden verbrak hij. De aarde doordrenkte hij met het bloed van zijn broeders en zusters. Vanuit de diepe angst in zijn hart, gaf de mens de paradijstuin prijs aan verloedering.
Vierde zondag in Vdt A 2023
Vierde zondag in Vdt A 1Sam 16.1-13 Ef 5,8-14 Jn 9,1-41
In dit lange evangelie van de blindgeborene zien we een dubbele beweging, waar ieder personage van het verhaal op een of andere manier bij betrokken is. Enerzijds is er duidelijk een beweging van duisternis naar licht. De blindgeborene zelf is hier het beste voorbeeld van. Hij komt niet alleen tot lichamelijke genezing van zijn blindheid, maar tevens tot inzicht in wie Jezus in werkelijkheid is, het Licht van de wereld. Aan het eind spreekt hij zijn geloofsbelijdenis uit en knielt voor Jezus. Anderzijds toont het verhaal ook een omgekeerde beweging, van licht naar duisternis. Sommige farizeeën worden, met een beroep op hun interpretatie van de Wet, steeds meer bevangen door geestelijke blindheid. Ze willen en kunnen vooral niet zien of inzien dat Jezus een teken verricht zou hebben. Want dat heeft consequenties voor hun geloof in Hem als de Messias. “Zij die zien worden blind”, zegt Jezus aan het eind van de tekst, juist omdat ze hun geestelijke blindheid niet kunnen toegeven. Laat ons hopen dat wij ons in de eerste beweging situeren, die van duisternis naar licht. Christenen dienen zich immers te gedragen als kinderen van het licht, zegt Paulus in de tweede lezing, omdat zij in Christus licht zijn geworden. Wij mogen ons dus de vraag stellen of wij op een weg zitten naar meer helderheid, openheid en transparantie, of dat we jammerlijk op een weg zitten van versluiering, geslotenheid en geestelijke blindheid. De belangrijkste vraag is niet of we licht of duister zijn, maar waar we ons naar toe bewegen: naar licht of naar duisternis.
Homillie Vijfde zondag Vdt A 2023
Vijfde zondag Vdt A Ez 37,12-14 Rom 8,8-11 Joh 11,1-45
Sta op en schitter! Mag ik deze uitroep, ontleend aan een schrijfster van eigen bodem, Jezus vandaag in de mond leggen? Sta op en schit- ter, Lazarus, want jouw grote vriend komt naar je toe. Sta op en schit- ter, o mens, want jouw God komt naar je toe om je te wekken. Het Le- ven komt naar de dood, het Licht naar de duisternis van het graf. Geen graf immers geeft Gij uw vrome voor ogen, Gij geeft mij niet prijs aan de dood. (Ps 16,10).
De collectieve geschiedenis van de moderne mens duurt al zo’n
300.000 jaar. Onze persoonlijke geschiedenis duurt 30, 60 of 90 jaar. Wij christenen geloven dat God zich in een woord overlevert aan onze collectieve én persoonlijke geschiedenis. Hij spreekt en het is. Hij spreekt een woord in een voor ons verstaanbare taal. We horen nog niet alles maar wat we horen is iets waars: “Ik ben die is (Ex. 3,14), Ik ben er voor jou, mensenkind, want Ik heb je lief”. We zien nog niet al- les, maar wát we zien is waar: het Woord dat mens wordt in Jezus Christus. “We hebben het met eigen ogen gezien, we hebben het aan- schouwd en onze handen hebben het aangeraakt, daarover spreken wij, over het Woord dat leven is” (1 Joh 1,1). We horen en zien iets van God dat absoluut waar is, maar de diepte en de afloop van het verhaal zijn ons nog niet bekend. Alleen in menselijke vertellingen, in tekenen en symbolen wordt ons iets van het einde van alle dingen toegelicht. De opwekking van Lazarus is zo’n teken-verhaal.
Homilie Eerste zondag Vdt A 2023
Eerste zondag Vdt A Gen 2,7-9; 3,1-7a Rom 5,12-19 Mt 4,1-11
Jezus die door Johannes in de Jordaan werd gedoopt, zag de Geest van God in de gedaante van een duif over zich komen. Onmiddellijk daarna wordt Hij door diezelfde Geest naar de woestijn gevoerd om door de duivel te worden bekoord. Hij vast veertig dagen en veertig nachten, een duidelijke verwijzing naar het volk dat God uit Egypte leidde en dat daarna veertig lange jaren door de woestijn trok. Ze leden honger en dorst, en zondigden tegen God door hun voortdurende gemor tegen Mozes, de dienaar van God. De veertigdaagse vastentijd van Jezus zouden we dan ook het grote herstel kunnen noemen. In Jezus wordt de woestijntocht van veertig jaar ‘gerecapituleerd’, waarbij Hij de ongehoorzaamheid van de Israëlieten herstelt door de duivel te weerstaan in gehoorzaamheid aan zijn Vader. Maar het herstel dat Jezus bewerkt gaat nog dieper en verder. De liturgie plaatst als eerste lezing bij dit evangelie het verhaal van de zondeval uit Genesis.
Dat duidt op een verband. Adam, de eerste mens, was door God in het paradijs geplaatst, waar hij wandelde met God. Maar door de overtreding van het gebod verloor Adam zijn onschuld en werd uit de tuin verbannen.
Voortaan zal hij in het zweet van zijn aanschijn moeten ploeteren op de grond, die voornamelijk distels en doornen voortbrengt. Jezus is de nieuwe Adam die door de Geest naar deze woestijn van de mens wordt gevoerd.