Open Contemplatief Huis
menu
  • Home
  • Wie zijn wij ?
  • Postbus
  • Links
  • Contact

Kruimelpad

U bevindt zich hier: Home Homilies en Overwegingen Homilies abt. Manu
  • Leerhuis voor Christelijke Meditatie
  • Leerhuis voor Bijbelse Spiritualiteit
  • Leerhuis voor Contemplatieve Dialoog
  • Stille Abdijdagen
  • Stiltedagen aan Zee
  • Boekenplank
  • Homilies en Overwegingen
    • Homilie van de maand
    • Homilies abt. Manu
    • Homilies broeder Geurric
    • Homilies priester Dirk
    • Overwegingen Bénédicte Lemmelijn.
    • Overwegingen Sim D'Hertefelt
    • Vastenmediteren met Laurence freeman
    • Homilie Monnik en bisschop Lode Van Hecke
  • Monasterium Zonnelied
  • Aanverwante activiteiten
  • Bonnevaux
  • Links andere websites

Dagoverweging woensdag 4 oktober

Vrede en alle goeds, Feest H. Franciscus

Column br. Guerric.

 Foto 2 klein br. Guerric met St Bernardus

Het leven van Sint Bernardus van Clairvaux (Feestdag 20 augustus 2023)

Er zijn vele gezichten van de heilige Bernardus. Elke eeuw sinds zijn dood op 20 augustus 1153 heeft zo haar eigen visie op hem. Beurtelings was hij de hervormer, de predikant, de mysticus, de geslepen diplomaat, de kruistochtprediker, de auteur van een literair oeuvre, de kloosterstichter, de schepper van een nieuw ridderschap, de ketterjager, de heilige, de vader van monniken, de scheidsrechter van Europa, de anti-intellectueel, de mariale leraar, de zanger van het mens geworden Woord, en nog veel meer. Dat we met Bernardus met een complexe persoonlijkheid te maken hebben is daarmee wel bewezen. Maar elke visie op hem zegt minstens evenveel over wie naar hem kijkt en over hem spreekt. Martin Luther zag hem bij voorkeur als hervormer en predikant, de jansenisten zagen in hem de strenge asceet, rationele theologen deden hem af als vroomheidsschrijver, de negentiende eeuw hemelde hem op als verzoener van het pauselijk schisma en organisator van de tweede kruistocht. Maar wie was Bernardus werkelijk? Om daarop te antwoorden kunnen we misschien beter de vraag stellen: hoe zag Bernardus zichzelf?



      Uiteraard kunnen we die vraag maar beantwoorden door zijn oeuvre te lezen, vooral dan dat gedeelte dat het meest autobiografisch is, namelijk zijn correspondentie. In niet minder dan 74 van zijn Brieven omschrijft Bernardus zich in de hoofding als: “Bernardus, geroepen tot abt van Clairvaux” (Bernardus, Claraevallis vocatus abbas). Dat besef, door God tot vader van de monastieke gemeenschap in Clairvaux te zijn geroepen, heeft zich sterk in de geest van Bernardus vastgezet en het onderging in de loop van de jaren ook geen significante verandering. Zelfs nadat zijn ster over het Avondland was opgegaan en hij ‘de monnik van Europa’s straten’ was geworden, bleef Bernardus zich in eerste en laatste instantie zien als de abt van Clairvaux. Tot viermaal toe heeft Bernardus ook het bisschopsambt dat hem werd aangeboden, categoriek afgewezen. Vanwaar dat sterke en stabiele identiteitsgevoel? En hoe heeft hij zijn ambt concreet gestalte gegeven?
         
      Bernardus die in het voorjaar van 1115 door Stephanus Harding, de derde abt van Cîteaux, aan het hoofd was geplaatst van een groep monniken – voornamelijk familieleden van hem – om in het graafschap Champagne Clairvaux te stichten, ging die eerste jaren door een diep dal. Zelf was hij amper 24 jaar en van broze gezondheid. De plaats waar ze neerstreken was een bosrijk gebied zonder enige behuizing en de armoede en honger weken niet van hun zijde. Bovendien ontstond er tussen de jonge abt en zijn broeders een misverstand, gebaseerd op een taalbarrière. Bernardus’ spreken was zo verheven dat zijn toehoorders hem niet verstonden. Zijn biograaf schrijft zelfs dat Bernardus schrik verwekte bij haast alle mensen die hij moest besturen of met wie hij moest omgaan. De honger en de mentale kortsluiting stortten Bernardus in een crisis. Slechts drie jaar na de stichting moest hij op dringend verzoek van zijn vriend, bisschop Willem van Champeaux, weggehaald worden uit zijn gemeenschap om aan de rand van het abdijdomein in een annex een sabbatical te ondergaan en er aan te sterken. Deze eerste crisis heeft Bernardus en zijn gemeenschap echter niet van elkaar vervreemd maar juist dichter bij elkaar gebracht. “Nadat Bernardus een beetje geleerd had om met mensen om te gaan, als mens te handelen en de menselijke realiteiten te aanvaarden”, schrijft zijn biograaf laconiek, “begon hij met en tussen zijn broeders te genieten van de vruchten van zijn bekering.” Bernardus wordt een humanist en zal voortaan expert worden in menselijkheid.
      Bernardus’ pastorale houding jegens zijn monniken werd getekend door barmhartigheid. ‘Nooit bleef zijn vaderlijke schoot voor hen gesloten’, getuigt hij in een van zijn brieven (Ep 79,2). Voor Bernardus is deze houding van barmhartigheid zo onweerstaanbaar dat, zo bekent hij, als zij een zonde zou zijn, hij niet zou kunnen weerstaan haar te begaan (Ep 70). Het Exordium Magnum stipt in dat verband aan dat zelfs Judas, mocht die als monnik in Clairvaux zou zijn ingetreden, bij Bernardus barmhartigheid zou hebben gevonden en vergiffenis bij God. De abt leerde ook die broeders te verdragen die hem om futiliteiten lastigvielen. Maar de broeders leerden ook hun abt te verdragen. Bernardus kende zichzelf en had weet van zijn hebbelijkheden. In een autobiografische notitie vat hij ze bondig samen met ‘droefheid, woede en ongeduld’ (SCt 30,7). Psychologisch slingerde hij soms tussen kleinmoedigheid en impulsiviteit. Hij verheelt niet de ferme aanvaring die hij op een dag beleefde met zijn broer Bartholomeus, die hij in een vlaag van woede het klooster had uitgejaagd. De broeders zijn het er niet mee eens en laten dat hun abt duidelijk weten. Bernardus moest zijn medebroeders vaak om vergeving te vragen, omdat hij hen met zijn bekende ironie (Ep 88,4) had gekwetst, of omdat hij te snel tussenbeide kwam “met die overhaasting die hem eigen was”. (Ep 290, 269, 274)
      
    Maar Bernardus was vooral vervuld van liefde voor zijn broeders, die hij “de vreugde van zijn hart en de helft van zijn ziel” noemde (Ep 1,11). Het vermogen om lief te hebben was hem volgens Godfried van Auxerre, zijn secretaris die lang met hem samenleefde, al van jongs af eigen. Dat vermogen investeerde hij ten volle in zijn herderlijk dienstwerk. Tien jaar na zijn dood getuigt Godfried over de manier waarop Bernardus zijn taak als abt opvatte:
“Het is nauwelijks te geloven met hoeveel zorg hij erover waakte dat niemand terneergeslagen werd door droefheid of sombere gedachten. Omdat hij ieder van binnenuit kende, raadde hij makkelijk iemands verdriet. Met hoeveel goedheid droeg hij er zorg voor dat niemand overstelpt raakte met werk, noch verslapte door een teveel aan rust. Als men het zo zou mogen zeggen, woog hij met tedere liefde de slaap van elke broeder. Door een soort van goddelijke ingeving kende hij de krachten, de ziel en de maag van elkeen. Uit liefde tot Jezus Christus maakte hij zich waarlijk tot dienaar van allen.”

Niemand onder de honderden monniken van Clairvaux voelde zich uitgesloten van de liefde van deze vader. De bron van Bernardus’ affectief welbevinden, van zijn emotioneel en affectief evenwicht, lag nergens ander dan in Clairvaux, in het samenleven met zijn broeders. Hij heeft er zich daarom nooit van willen distantiëren. ‘Waar je genegenheid naar uitgaat, daar is je ziel’, noteert hij in een brief (Ep 506). En is roeping iets anders dan je ziel volgen, waarin je Gods stem beluistert? Bernardus’ roeping en zijn identiteitsgevoel waren volkomen één met zijn dienstwerk als vader van de gemeenschap van Clairvaux. Dat was zijn vreugde en zijn liefde en daarin betoonde hij zich heilig.  
                   
 Br. Guerric ocso     Abdij van Prébenoît
1



Lees meer...


 

De stille revolutie

vlinderuitcocon

 

 

 

 
   Alle bgrenzingen overstijgen

  Uit de woorden en de daden van Jezus weten we dat God helemaal naar ons toegewend is in Jezus en in onze meditatie. En als we de meditatie werkelijk ernstig nemen en er de fundamentele as van ons leven van maken, keren we ons in Jezus geheel tot God. Dat is precies meditatie: ons leven omdraaien zodat het helemaal gericht staat op het bewustzijn van Jezus. Dat is het eeuwige leven ingaan. Het verbazingwekkende van het evangelie is dat het onze bestemming is om hierin vandaag binnen te gaan, als we maar willen luisteren, als we ons maar willen omkeren, als we de woorden van Jezus maar ernstig willen nemen. Dan begrijpen we onze wonderlijke bestemming.

Lees meer...

Ter inspiratie

 

Nieuwe wegen … op weg naar een nieuw tijdperk!


‘Het is niet erg realistisch te verwachten dat de meerderheid van de nones binnen de huidige (geestelijke en institutionele) grenzen van de kerk een permanent thuis zal vinden. Maar centra van een open christendom, die vooral meditatiecursussen aanbieden, kunnen deze grenzen wel verleggen.’
‘Christenen die de moed hebben de huidige mentale en institutionele grenzen van de traditionele kerken te overschrijden en er, naar het voorbeeld van de heilige Paulus, in slagen voor allen alles te zijn en als zoekers met de zoekers nieuwe wegen inslaan, zullen daarmee waarschijnlijk de meest waardevolle dienst bewijzen aan de geloofwaardigheid en de vitaliteit van het geloof.’
De namiddag van het christendom
OP WEG NAAR EEN NIEUW TIJDPERK (blz.193)
(Kok Boekencentrum. Nl Utrecht)
Tomá? Halík (Praag, 1 juni 1948) Tsjechisch rooms-katholieke priester, filosoof en theoloog.


Lees meer...

Quote


bt.orval

 

 

‘Het verlangen naar het absolute ontwaakt in de individuele mens met een verschillende intensiteit, op een verschillende leeftijd, in verschillende omstandigheden;
het komt ook op verschillende manieren en in verschillende vormen tot hen.’‘

 

 

 

Een ervaring

 

Afbeelding1 In rust en stilte de diepere laag van het leven zoeken!
 
Terug thuis met een warm hart denk ik terug aan de abdij van Orval.
Wat was het daar heerlijk te vertoeven.
De rust voelde als thuiskomen na 7 jaren van geluk en veel verdriet!
Wat heb ik lieve en warme mensen tegengekomen, die ook de diepere laag van het leven zochten!
Rust en stilte geeft tijd om na te denken.
En effen jezelf te ontmoeten waar je tegenaan loopt en probeert ervan los te komen. Bij mij was het vooral de controle los te laten.
Veel opgestoken van de woorden van priester Dirk die de bijbel analyseert en er zijn woorden aan brengt.
Liefde, stilte, natuur, genieten van kleine dingen heb ik  allemaal beleefd tijdens de dagen in Orval!
Dankjewel dat mijn zus en ik erbij mochten zijn.
Als God het belieft wil ik volgend jaar er terug bij zijn.
Liefs
Shirley 
Een jonge deelneemster.
Stille abdijdagen Orval mei 2023

meer getuigenissen:klik hier

Lees meer...

franciscus

 paus FRANCISCUS

 Een contemplatieve levensstijl.

Christelijke spiritualiteit stelt een andere opvatting van levenskwaliteit voor en moedigt een profetische en contemplatieve levensstijl aan van diep genot vrij van de consumptiedrang.
Paus Franciscus

 



 

 

 

 

 

 

 










 






 

Lees meer...

Homilie 17° zondag A 2023

 

 

 

 

 

Homilie     17°  zondag A


Het Rijk der hemelen gelijkt op…

Zusters en broeders,

Tot zesmaal toe klinkt deze uitdrukking in het 13de hoofdstuk van het Matteüsevangelie: zes gelijkenissen. Vorige week mochten we reeds drie gelijkenissen over het Rijk der hemelen beluisteren. En deze zondag weer drie. Vorige zondag ging het over onkruid tussen de tarwe, over een mosterdzaadje en over gist in het deeg. Nu over een schat, een kostbare parel en een sleepnet. En ik denk – om goed te begrijpen wat Jezus ons zeggen wil – dat we deze gelijkenissen samen moeten lezen.

Daarom eerst nog even terug naar het onkruid tussen de tarwe, het mosterdzaadje en de gist. Allereerst wil Jezus – zoals ons werd aangezegd in de homilie van vorige week – duidelijk maken hoe anders God kijkt naar de mens, hoe anders God onze werkelijkheid benadert. Een eerste bekering die zozeer nodig is, is een bekering van onze ogen – een verheldering van ogen: goed leren zien, zien zoals God ziet. Heer, maak dat ik zien kan! Is het niet zo, broeders en zusters, dat wij eerder het onkruid zien dan de tarwe en dat we daarbij nog denken – dat onkruid moet zo vlug mogelijk weg. Dan pas kunnen we verder. God ziet vooral de tarwe – het goede dat langzaam en in stilte groeit. Dat moet behoed worden, dat moet tot wasdom komen en dat zal dan wel gevolgen hebben voor het onkruid, maar het onkruid blijft. In onze wereld is het gewoon zo: goed en kwaad vermengd rondom ons en in ons. Trouwens in de laatste parabel van deze zondag herneemt Jezus diezelfde werkelijkheid: in het sleepnet komen vissen van allerlei soort – goede en slechte vissen. Dus goed leren zien, want het gaat om de kracht van ‘onooglijke’ dingen: een mosterdzaadje – het allerkleinste zaadje – en een beetje gist in drie maten meel. We kunnen dit maar zien als we onze fixatie op het onkruid loslaten en dat soort oordelen aan God overlaten. Moeilijk voor ons – ons richten op het goede en het kleine.

De parabels over de schat en de parel komen dat nog vervolledigen. Het gaat om een schat verborgen in een akker; het gaat om de zoektocht naar mooie parels. Leren zien in het verborgene, lezen zien van het schone. Het Rijk der hemelen is een verborgen werkelijkheid – ook nu; én een kostbare werkelijkheid – ook nu. Alleen maar te zien met Gods ogen, met de ogen van het geloof. Jezus vertelt ons ook waaraan je kunt herkennen dat je het Rijk der hemelen op het spoor bent gekomen: vreugde – in zijn blijdschap ging hij alles te gelde maken wat hij bezat. Diepe vreugde! Zusters en broeders, dat is zo onmiskenbaar waar! Authentieke vreugde toont – hier is het Rijk der hemelen.
Twee voorbeelden die zomaar in mij opkwamen.
Onlangs luisterend naar iemand in een biechtgesprek: tarwe en veel onkruid, goede en slechte vissen, maar opeens licht de schat op verborgen in de akker – een heel kostbare parel – Jezus in hem – onontkoombaar – ontmoeting. Een onvoorstelbare puurheid – vreugde – middenin het berouw, middenin het wenen om zonden die er zonder meer waren – maar in de omarming van de Vergevende. Schrijft Paus Franciscus niet in het begin van Evangelii Gaudium : De vreugde van het evangelie vult het hart en heel het leven van allen die Jezus ontmoeten. Allen die zich door Hem laten redden, worden bevrijd van zonde, droefheid, innerlijke leegte en eenzaamheid. Met Jezus Christus wordt vreugde geboren en steeds opnieuw geboren.
Een tweede voorbeeld. Komende dinsdag – 1 augustus – viert de Oosterse Kerk de heilige Serafim van Sarov. De bezoekers die hem kwamen opzoeken in zijn kluis begroette hij met ‘Mijn vreugde’. Hij mocht kijken met Gods ogen. Hij zag de schat in de akker – de goddelijke levenskiem in elke mens. We hoorden het nog deze week: een schat in aarden potten. Dat mogen ontdekken, dat mogen zien: vreugde!
En wat toont ons die vreugde? Waarom die vreugde? Omdat Iemand ontmoet wordt, omdat God nabij komt. Kardinaal De Kesel noemde ooit het Rijk der hemelen: Gods onvoorstelbare nabijheid. En in Jezus kwam God ons onvoorstelbaar nabij. De schat, de parel – het is uiteindelijk Jezus zelf. Verborgen en kostbaar ook nu in de akker van ons leven, in de akker van de medemens. Maar ook nu – nooit los verkrijgbaar. Om de schat te verwerven koopt de vinder de akker. Zonder akker geen schat!

Dat zegt nogmaals dat het Rijk der hemelen geen werkelijkheid is naast de werkelijkheid. Het is een werkelijkheid in de werkelijkheid – middenin de werkelijkheid. En dat is zo tot het einde der tijden. Dat zegt ons de eerste en de laatste gelijkenis. Het onderscheidingswerk dat nodig is, is Gods werk. Jezus zegt: de oogst is het einde van de wereld. Ook bij het sleepnet vol vissen van allerlei soort: het uitzoeken van de goede en slechte vissen gebeurt op het einde van de wereld. Dat mogen we aan God overlaten, aan zijn goddelijke blik en onderscheiding. En van Hem weten wij: Barmhartige heer, genadige God, eindeloos geduldige liefde. Alles en onszelf toevertrouwen aan Hem. Dat vertrouwen zal Hij nooit beschamen. AMEN.
Abt Manu


 

Homilie Pasen 2023

 

 

 

 

 

 

Eens waart gij duisternis,

 

nu zijt gij licht door uw gemeenschap met de Heer.

 

Leeft dan ook als kinderen van het licht.

 

Alles echter wat aan het licht wordt gebracht,

 

komt in het licht tot helderheid.

 

En alles wat verhelderd wordt,

 

is zelf ‘licht’ geworden.

 

Zo zegt ook de hymne:

 

‘Ontwaak, slaper, sta op uit de dood

 

en Christus’ licht zal over u stralen.’

 

 

Zusters en broeders,

 

 

Deze woorden uit de brief aan de christenen van Efeze hoorden we op Laetare-zondag, halfweg op onze tocht naar Pasen. Woorden die vooruitliepen, die drie weken geleden al spraken over het mysterie dat we nu vieren.

 

Christus, licht der wereld. Drie keer klonk het deze nacht in het donkere duister. En duisternis is er en blijft een realiteit zoals onze wereld nu reilt en zeilt: Oekraïne, Rusland, Oost-Congo, Syrië, Turkije, Libanon, Israël en de Palestijnse gebieden, Nicaragua … Duisternis… Duisternis ook in de kleine geschiedenissen van wie wij mensen zijn…

 

 

Het staat er zo opvallend bij het begin van het evangelie van deze Paaszondag: Op de eerste dag van de week kwam Maria Magdalena vroeg in de morgen – het was nog donker – bij het graf. Maria Magdalena wist wat duisternis was. Lucas schrijft over haar: uit wie zeven duivels waren weggegaan. Een verwoest leven, een duister leven. Maar zij mocht Jezus ontmoeten en het werd toen al middenin het geleefde leven LICHT. Alles wat aan het licht wordt gebracht, komt in het licht tot helderheid. En alles wat verhelderd wordt, is zelf ‘licht’ geworden. Paus Franciscus zegt hierover: Allen die zich door Hem laten redden, worden bevrijd van zonde, droefheid, innerlijke leegte en eenzaamheid.

Lees meer...

Homilie witte donderdag 2023


WITTE DONDERDAG   2023


INLEIDING

      In de naam van de Vader en de Zoon en de heilige Geest. AMEN.
(          De genade van de Heer Jezus Christus, de liefde van God en
          de gemeenschap van de heilige Geest zij met u allen. EN MET UW GEEST.

Vurig heb Ik ernaar verlangd, eer Ik ga lijden, dit paasmaal met u te eten.
Zusters en broeders, de Heer wil bij ons zijn;
meer zelfs de Heer is bij ons en wil met ons aan tafel.
Hij verlangt ernaar dat wij met Hem, in Hem gemeenschap vormen.
Het stelt een vraag naar ons verlangen:
‘Kennen ook wij dit vurig verlangen om bij Hem te zijn,
om in Hem samen maaltijd te houden?’
Wij beseffen dat ons verlangen nog zuivering nodig heeft.
Daarom willen wij bij het begin van deze viering
deemoedig bekennen waar we tekortschieten.

Lees meer...

Homilie 5e zondag A

 

 

 

 

 

Homilie     5e  zondag A

Je bent niet de olie, niet de lucht –
je bent slechts het verbrandingspunt, het brandpunt,
waarin het licht geboren wordt.
Je bent niets dan de lens in de lichtstroom.
Je kunt ontvangen, geven en bezitten –
zoals de lens het licht ontvangt, geeft en bezit, meer niet.
Zoek je jezelf, je eigen ‘recht’, dan verhinder je
de ontmoeting van olie en lucht in de vlam,
beroof je de lens van haar doorschijnendheid.
Heiligheid – licht zijn of in het licht zijn,
zelf niets meer zijn, zodat het licht kan geboren worden,
zelf niets meer zijn, zodat het geconcentreerd en verspreid kan worden.
Je zult het leven kennen, en door het leven erkend worden,
naar de maat van je doorschijnendheid –
dit is naar de maat van je vermogen om te verdwijnen
als doel en alleen middel te blijven.

Lees meer...

HOMILIE NIEUWJAAR 2023

 

 

 

 

 

 

 

HOMILIE     NIEUWJAAR 2023


Ik hef op naar de bergen mijn ogen:
vanwaar zal mij komen de hulp?
De hulp komt mij van de Heer,
die gemaakt heeft hemel en aarde. (Ps 121,1-2),

Zusters en broeders,

Deze psalmwoorden uit Psalm 121 draag ik al een tijdje mee. Het zijn vertrouwde woorden. Meer zelfs, zij raken aan gebedswoorden, die we dag in, dag uit hier als broeders bidden. Bij de aanvang van heel wat gebedstijden: God, kom mij te hulp. Heer, haast U mij te helpen. Of het vers bij het begin van gemeenschaps- samenkomsten: Gods hulp blijve altijd met ons.  Zo vertrouwd – ja! Maar beseffen we wat we bidden?

Lees meer...

Homilie 29ste zondag 2022

 

Zal de Mensenzoon bij zijn komst het geloof op aarde vinden?
Heer, geef ons meer geloof.
    
Zusters en broeders,

De laatste zin van het evangelie van deze zondag en de eerste zin van het evangelie van twee zondagen geleden. Bij het luisteren naar de evangeliewoorden van vandaag hoorde ik opnieuw die woorden van twee weken geleden. Het gaat over ‘geloof’ – een rode draad doorheen het woord van God dat zoekt om in onze levens binnen te komen.
Ik zou eerst graag even stilstaan bij de bede: Heer, geef ons meer geloof. De apostelen vragen dat vanuit wat ze Jezus horen zeggen en zien doen.
- Zijn woord dat hen door elkaar schudt, hen bevraagt: Gij kunt niet God dienen en de mammon. Waar de mensen naar opzien, is in Gods ogen een gruwel. Als ze naar Mozes en de profeten niet luisteren, zullen ze zich ook niet laten overreden, als er iemand uit de doden opstaat. Zevenmaal per dag uw broeder vergeven. Heer, geef ons meer geloof.

Lees meer...

Homilie 21° zondag C 2022

 

 

 Jezus zette zijn weg voort naar Jeruzalem.

Zusters en broeders,

Zo staat het bij het begin van het evangelie van deze zondag. Jezus op weg naar Jeruzalem, op weg naar zijn bestemming. Op die weg komen mensen Jezus tegemoet met hun vragen, met allerlei vragen zoals de vraag die we zopas hoorden: Heer, zijn het er weinig die gered worden?  Jezus beluistert die vragen, ook de vraag van vandaag, maar zijn antwoorden zijn vaak verrassend, ongewoon, confronterend. Zo ook het antwoord op de nu gestelde vraag. Jezus antwoordt in feite niet op de vraag: hij spreekt niet van veel of weinig, Hij vult geen statistiek in. Nee, Hij spreekt de man zelf aan: ù. Spant ù tot het uiterste in om door de nauwe deur binnen te komen. Jezus confronteert de man met zijn eigen bestemming en Hij gebruikt daarbij een beeld: het gaat om binnenkomen door de nauwe deur.
Broeders en zusters, het is goed om daar bij stil te staan. Ook wij zijn op weg naar onze bestemming, die we nu eens bewust tegemoetzien en dan weer veraf beschouwen of waar we liever niet aan denken. Onze toekomstige ‘woning’ – als ik het zo mag uitdrukken – is blijkbaar niet te bereiken via een grote, brede poort. De toegang tot het huis van de Overkant is een smalle deur. Ik zou zeggen: de achterdeur, de dienstingang.
Over welke deur gaat het? Hoe komen via deze deur binnen? Toen ik die vragen op me af liet komen, moest ik terugdenken aan meerdere evangeliewoorden van de voorbije dagen. Vorige dinsdag: voor een rijke is het moeilijk het Rijk der hemelen binnen te gaan. Nog sterker: voor een kameel is het gemakkelijker door het oog van een naald te gaan dan voor een rijke in het Koninkrijk Gods te komen. En we hoorden ook de reactie van de leerlingen: Wie kan dan nog gered worden? Of enkele dagen eerder, wanneer de leerlingen kinderen verhinderen om bij Jezus te komen: Laat de kinderen toch bij Mij komen en houdt ze niet tegen. Want aan hen die zijn zoals zij behoort het Konikrijk Gods. Voorwaar, Ik zeg u: wie het Koninkrijk Gods niet aanneemt als een kind, zal er zeker niet binnenkomen. De nauwe deur is heel letterlijk toegankelijk voor wie klein is: een kind, een arme, een dienstknecht. Iemand die de trekken heeft van Jezus zelf, die om onzentwille kind is geworden, arm is geworden, dienstknecht is geworden. Met andere woorden: iemand die gelijkvormig is geworden aan Jezus zelf.

Lees meer...

Meer artikelen...

  1. Homilie 18° ZONDAG C 20222
  2. Homilie Witte donderdag 2022
  3. HOMILIE 32° zondag B
  4. Homilie 27' zondag B 2021

Pagina 1 van 11

  • Start
  • Vorige
  • 1
  • 2
  • 3
  • 4
  • 5
  • 6
  • 7
  • 8
  • 9
  • 10
  • Volgende
  • Einde

Copyright @2014 Open Contemplatief Huis

Back to top