Homilie Vierentwintigste zondag B 2021

 

 

 

 

Jes 50,5-9    Jak 2,14-18    Mc 8,27-35
IN DE LEER BIJ MARCUS, PETRUS EN HUN EN ONS UNIEKE LEERMEESTER JEZUS!
“Wie het hart heeft van een leerling, kan gered worden!”
Volgens de bijbelse traditie is Petrus de geestelijke vader van Marcus de Evangelist (1Petr 5,13). En vandaag vertelt Marcus ons een verhaal met Petrus, zijn geestelijke vader, in de hoofdrol. Het gaat over Jezus’ identiteit, dus ook over onze identiteit. Want de leerling staat niet boven zijn leermeester maar zal ten volle gevormd zijn als hij is gelijk zijn meester (Lc 6,40). Wie Mij wil volgen, zegt Jezus tegen zijn leerlingen, moet doen zoals ik: zichzelf verloochenen en zijn kruis dragen (Mc 8,34). We zijn dus vandaag in de leer bij Marcus, die geleerd heeft van Petrus, hetgeen Petrus geleerd heeft van Jezus. Een leerschool, een leerproces dus. “Wie het hart heeft van een leerling kan gered worden”, zegt een spreuk uit de monastieke traditie. Jezus is onze unieke meester, maar zijn wij nog wel zijn leerlingen?
Leren heeft altijd met pedagogie te maken. De heilige Marcus is een goede pedagoog die zijn evangelie structureert volgens drie etappes. Drie, dat kunnen we nog wel onthouden! De eerste stap is Jezus herkennen als Messias, dit wil zeggen als de Gezalfde Redder, niet in het algemeen maar persoonlijk, voor mij, voor jou, voor onze wereld. Jezus checkt het af: ‘Wie ben Ik voor de mensen?’ En Petrus geeft het juiste antwoord: ‘Jij bent niet Johannes de Doper of een of andere profeet maar de verwachte Messias’. ‘Juist Petrus!’ Dus concreet doorgetrokken: als Jezus de verlossende Redder is, zullen ook wij, die moeten worden als de Meester, verlossend en reddend in de wereld moeten staan. Hoe doe je dat? Door mensen vrij te spreken en te bevrijden. Door knellende banden los te maken. Door onze wereld beter, mooier en rechtvaardiger te maken. Door telkens en overal de liefde te promoten, in plaats van de haat, de opdeling in hokjes, het marginaliseren en stigmatiseren van anderen. Zo kunnen ook wij een Messias zijn voor anderen, verlossend en bevrijdend.


Maar dan volgt de tweede stap in het leerproces van Marcus: hoe moet je die Messias invullen of verstaan? Onze Meester Jezus legt het geduldig uit aan zijn leerlingen. Het betreft een Mensenzoon die zal moeten lijden, die verworpen zal worden en die zal sterven om zijn leven te geven als losprijs voor velen (Mc 8,31). Deze tweede stap is dus wel echt lastig, en Petrus heeft er dan ook veel moeite mee. Hij neemt Jezus even apart en begint te onderhandelen: ‘Nee, Jezus, dat mag niet gebeuren! Jou volgen, o.k., maar geen lijden of dood. Wij willen echt een wereld zonder lijden en dood’. De reactie van Jezus is niet mals: ‘Achter mij, Satan!’ Want hiermee staat of valt heel zijn missie. Satan is degene die een obstakel vormt voor Gods plan. Reeds de eerste Adam heeft hij aangezet Gods plan in de war te sturen door hem te verleiden het ene gebod niet te gehoorzamen. Er zijn daarop vele geboden en verboden in de plaats gekomen waarin Adam sedertdien gevangen zit. En Jezus wil, als de nieuwe Adam, God, zijn Vader, wel zijn vertrouwen geven en niet revolteren. Zo wil Hij de mens terugvoeren naar God en naar zijn ware geluk, naar transfiguratie en verrijzenis. Maar dat kan niet zonder te passeren via Goede Vrijdag, via het kruis. De identiteit van Jezus is dan ook die van de Lijdende Dienaar uit het eerste verbond, die zijn rug aanbood aan wie hem sloegen en zijn wangen aan wie hem de baard uitrukten, die zijn gelaat niet onttrok aan beschimping en bespuwing (Jes 50,6).


Er is echter nog een derde stap te zetten in het leerproces van Marcus. De leerling die Jezus zo belijdt als lijdende Verlosser, kan met de honderdman onder het kruis gaan staan en de christelijke geloofsbelijdenis beamen: “Deze Mens is waarlijk de zoon van God!” (Mc 15,39) Christus is verrezen! De dood heeft niet het laatste woord maar het leven. Wie zich vastklampt aan het leven en zich laat leiden door zijn angst voor zelfbehoud, die zal het loodje leggen.
Maar wie zijn leven prijsgeeft voor Jezus en voor het Evangelie, die zal het redden. Deze paradox staat echt centraal in het christendom en in het leerprogramma van Marcus. De logica van het kruis is niet de logica van de wereld. En zoals Petrus, zullen ook wij deze paradox moeten leren en doorleven. ‘Altijd dragen wij het sterven van Jezus in ons lichaam mee, want ook het leven van Jezus moet in ons lichaam openbaar worden’, schrijft Paulus (2Kor 4,10). Christenen zijn mensen die door de dood heen zijn gegaan, niet op eigen houtje, niet omdat zij de dood opzoeken, maar omdat zij leven in de kracht van Christus. Amen. En deze kracht staat immer tot onze beschikking. “Weliswaar leeft gij in deze wereld in verdrukking, maar hebt goede moed: Ik heb de wereld overwonnen.” (Joh 16,33)

Br. Guerric ocso