Homilie Zesde Paaszondag A 2023

 

Zesde Paaszondag A Hand 8,5-8,14-17 1Pet 3,15-18 Jn 14,15-21

De Heilige Geest komt in de drie lezingen van deze zesde Paaszondag ter sprake, als een voorbode van het nakende Pinksterfeest. We kunnen ons enigszins op de uitstorting van de Heilige Geest met Pinksteren voorbereiden door zijn werkzaamheid in de Schriftteksten na te speuren.
     Zo blijkt uit het verhaal uit de Handelingen van de Apostelen dat Filippus in Samaria het woord verkondigt, er de onreine geesten uitdrijft en er lammen en kreupelen geneest. De Samaritanen verwelkomen het Woord van God dan ook met vreugde. Maar pas in een tweede fase, nadat de apostelen Petrus en Johannes voor hen bidden en hen de handen komen opleggen, ontvangen zij de Heilige Geest. Handoplegging en gebed doen ook in de Eucharistie de Heilige Geest neerdalen over de gaven van brood en wijn, hetgeen wij met een technisch woord ‘epiclese’ noemen. En als iemand tot priester wordt gewijd, worden hem door de bisschop en alle aanwezige priesters biddend de handen opgelegd opdat de Heilige Geest in de wijdeling mag neerdalen.
Onthouden we dat de instorting van de Heilige Geest altijd gepaard gaat met gebed, wordt voorbereid door gebed en ons leert bidden.
     De lezing uit de eerste Petrusbrief eindigt met het zinnetje dat Christus gedood werd in het vlees maar ten leven gewekt werd door de Geest. Een tweede vaststelling in verband met de Heilige Geest is dat Hij levend maakt wat dood is. Maar eveneens dat Hij ons doet getuigen van de hoop die in ons leeft. De context van de eerste Petrusbrief is die van de weerstand die de jonge Kerk ondervindt in de verkondiging van de verrezen Christus. Dit brengt lijden met zich mee, zoals dat ook vandaag nog steeds het geval is. Wij mogen en moeten als christenen met zachtheid en respect getuigenis afleggen van wat ons bezielt. Maar als we daardoor te lijden krijgen, is Christus ons voorbeeld en model, Hij die gedood werd in het vlees maar ten leven gewekt werd door de Geest. De Heilige Geest vormt een negatieve ervaring van afwijzing en vervolging om tot nieuw leven.


     In het evangelie volgens Johannes bidt Jezus aan de vooravond van zijn dood voor zijn vrienden, dat zijn degenen die zijn geboden en woorden onderhouden. Hij zal ze niet verweest achterlaten maar hen de Heilige Geest zenden. Ook hier is gebed de context van de gave van de Heilige Geest. En ook hier is die Geest leven-gevend: “gij echter zult Mij zien, want Ik leef en ook gij

zult leven”, zegt Jezus tegen zijn leerlingen. Maar er wordt in dat verheven gebed van Jezus nog iets bijzonders over de Heilige Geest gezegd. Hij wordt ‘Helper’ of ‘Verdediger’ genoemd en ook ‘Geest van waarheid’. De Godvijandige wereld kan deze Geest van waarheid niet ontvangen omdat hij onder de dominantie staat van de leugen. De Jezus-leerling zal dus een zekere afstand bewaren tegenover die wereld waarin hij desalniettemin leeft en handelt. Dat kan hem eenzaam maken, zeker in de context van een postchristelijke samenleving. Maar geen nood, we staan er niet alleen voor: de Heilige Geest is onze Helper en Verdediger.
     Het gebed van Jezus eindigt in deze evangelieperikoop met de liefde die de Vader, de Zoon en de Jezusvriend met elkaar verbindt. “Wie Mij liefheeft zal door mijn Vader worden bemind en ook Ik zal hem liefhebben.” Die liefde als band tussen Vader en Zoon is niemand minder dan de Heilige Geest. Met en in deze Heilige Geest trekken Vader en Zoon de Jezus-leerling die wij zijn binnen in hun intieme liefdesrelatie.
     Zo kunnen we ons dus voorbereiden op het komende Pinksterfeest: in gebed, in het leven schenkend elan van de Heilige Geest, en in de liefde waarmee de Heilige Drie-Ene God ons binnentrekt in zijn geheimvolle intimiteit.

Broeder Guerric    abdij van Prébenoît