Homilie Vijfde Paaszondag B 2024

Vijfde Paaszondag B   Joh. 15,1-8   Hand 9,26-31  1Joh 3,18-24

De drie lezingen van deze zondag gaan over vrucht dragen. Telkens gaat het ook om de werking van de Heilige Geest. In de eerste lezing uit Handelingen geniet de jonge Kerk vrede en neemt ze toe, zowel in aantal als in de vreze Gods, door de vertroosting van de Heilige Geest. Paulus begint er na zijn bekering actief te evangeliseren onder de Griekssprekende Joden. Stilaan zal deze ‘Apostel van de heidenen’ Jezus ook gaan verkondigen aan de niet- Joden. In de tweede lezing uit de  Eerste  Brief  van Johannes  gaat het om vrucht dragen in de liefde en daarin gelijkvormig worden aan God, of ‘blijven in God’ zoals dat bij Johannes heet. Dit ‘blijven in God’ is niet iets statisch omdat er in God geen grenzen  zijn. Wie in God verblijft, woont in een eeuwig wordende liefde waardoor je steeds meer mens wordt. En dit kan alleen omdat je deelhebt aan Gods Heilige Geest. Het evangelie roept het beeld op van de wijngaard. De wijnstok is Christus, wij zijn de ranken en God de Vader is de wijngaardenier. De ranken moeten vruchten dragen, sappige druiventrossen, anders dienen ze tot niets en worden weggesnoeid. Het vrucht dragen is geen activiteit van de ranken op zich. Ze dragen automatisch vrucht als ze aan de wijnstok blijven. Ook hier gebruikt Johannes het belangrijke woord ‘blijven’, wat wederkerigheid en verbondenheid uitdrukt. Er is sprake van een wederzijds ‘verblijven’ van Christus in de leerlingen en van de leerlingen in Christus. Dit ‘blijven in’ is de sapstroom die  de wijnstok en de ranken met elkaar delen. Die sapstroom is de Heilige Geest en hij is de  groeikracht van de plant.  De drie lezingen gaan dus over vrucht dragen, in en door de Heilige Geest.



Om de manier van groeien en vrucht dragen dankzij  de  Heilige Geest toe te lichten maken we een vergelijking met fruitkwekers van onze tijd. Er zijn gelijkenissen maar ook sterke contrasten. Wijnboeren en fruitkwekers planten en veredelen wijnstokken en fruitbomen om steeds meer en betere vruchten te oogsten. Het gaat ook bij hen dus wezenlijk om de vrucht. Steriele planten worden geëlimineerd. De plant is mooi maar de vrucht is beter, daar gaat het om. De vrucht levert immers winst op en de wereldbevolking moet gevoed worden. Door kruisingen en manipulaties worden planten resistent gemaakt tegen allerlei ziekten en parasieten, zodat de vruchten droogte, regen en insecten kunnen overleven en de oogsten overvloediger worden met een minimum aan handarbeid, want arbeiders kosten geld. Maar ik weet niet of het u  ook opgevallen is hoe de kiwi’s, de bananen, de aardbeien en de

tomaten smaken die in overvloed het hele jaar rond in onze supermarkten worden aangeboden? Zeker in vergelijking met de seizoensvruchten die je zelf in je tuintje kweekt, smaken die producten van de grootmarkt doorgaans heel wat minder. Ze zijn immers niet in de zon gerijpt maar in grote koelcellen, niet in de volle aarde geteeld maar op waterculturen en met kunstmest; ze zijn te vroeg geoogst en geselecteerd op het uitzicht, eerder dan op de smaak. Het gaat immers om productie, om winst, om marketing.

Als Jezus over zichzelf spreekt als de wijnstok en over ons als de vruchten, dan gaat het zeker niet om meer opbrengst  en betere producten, alsof we harder zouden moeten werken en meer op perfectionisme ingesteld. Wel moeten we vrucht dragen, dat is wezenlijk! Over de vijgenboom in de wijngaard die geen vruchten droeg, zei Jezus: “Hak hem om”. Als Hij vandaag zegt dat “elke rank  aan  Hem die  geen vrucht  draag  wordt  afgesneden en elke rank die wel vrucht draagt wordt gezuiverd”, dan is het duidelijk hoe belangrijk de vrucht is. Maar toch gaat de zorg van de  hemelse  Wijngaardenier  naar  de  hele   plant  en  niet  alleen naar de vrucht. De hele plant verzorgt, snoeit, en zuivert Hij. De vrucht is als het ware een vanzelfsprekend gevolg van een goede boom. Er moet  niets  speciaals  gedaan  worden,  niets gemanipuleerd of geselecteerd: de rank die stevig geënt is op de wijnstok draag vanzelf vrucht. En in dit beeld is Christus  de wijnstok, waarvan de kwaliteit  onvervalst  is!  Alleen  maar  ‘in Hem’ blijven, daar gaat het om!

Als we ons geestelijk leven te  veel  zien  in  termen  van productie, zijn we verkeerd bezig. Dan beginnen we stadia te analyseren  en  focussen  we   op   vooruitgang   en   efficiëntie. Dat is  een  heel  fijne  manier  om  met  jezelf  bezig  te  zijn, maar geestelijke ontwikkeling is nooit een  doel  op  zich.  Het doel is vervuld te worden met de Heilige Geest die ons in de vriendschap met  God  binnentrekt,  die  de  sapstroom  tussen ons en Christus aantrekt en ons vrucht doet dragen. De rank kan het niet  helpen  dat  er  vruchten  komen,  ze  kan  ze  alleen maar toelaten te groeien. Ze  komen vanzelf, stil  en door de eigen ziel vaak onopgemerkt. Wie in de ban van God is,  zingt met Hem één lied: “Mijn lief is van mij en ik ben van hem”. En al de  rest wordt er ons  gratis  bijgegeven.  Hoe  ontspannend,  hoe deugddoend! Alle lof aan God!

Br. Guerric ocso