Homilie H. Triniteit

 

 

 

 

 

 

H. Triniteit       Dt 4,32-40    Rom 8,14-17   Mt 28,16-20

Door vandaag het feest te vieren van de Drievuldigheid belijden we ons geloof. Ofschoon het verschillende eeuwen in beslag zal nemen vooraleer de theologie van de Drievuldigheid haar  volkomen uitdrukking zal vinden in het credo van Nicea-Constantinopel, vinden we in de Evangelies en de Brieven van Paulus overal trinitaire formuleringen, sommige door Jezus zelf uitgesproken. De Drievuldigheid bevindt zich werkelijk in het hart van de Openbaring en drukt de diepte van het mysterie van  Gods  meest intieme  leven  uit. God is Vader, Zoon en Geest: één God in drie onderscheiden maar niet gescheiden Personen. Elk christelijk gebed, te beginnen met het kruisteken, plaatst ons in het hart van de heilige Drievuldigheid.



De slotpassage van het Mattheüsevangelie die we vandaag te horen krijgen, waarin Jezus op een berg in Galilea aan de elf leerlingen verschijnt, vertelt ons ook dat sommigen twijfelden. Twijfel is niet tegen het geloof maar een authentieke reactie van een zoekend geloof. Met dit feest van de Heilige Drievuldigheid nodigt de liturgie ons uit, onze twijfels en vragen te overstijgen en ons, zoals de leerlingen, in aanbidding neer te werpen. Waar ons verstand en ons menselijk begrip op de grens stuit van een onnoemlijk mysterie, past aanbidding.

De openbaring van de Triniteit bevindt zich ook en vooral in het leven van Jezus zelf. Heel zijn aardse bestaan was gericht op de Vader en doortrokken van de Adem van de Geest. Bij zijn doop door Johannes in de Jordaan overschaduwt de wolk van de Vader Hem en daalt de Heilige Geest als een duif op Hem neer om Hem voor zijn zending toe te rusten. Hij, Jezus, is de welbeminde Zoon die in de kracht van de Geest de blijde boodschap verkondigt, dat zijn Vader ons als zijn zonen en dochters wil aannemen. Tot in zijn kruisdood trekt Jezus ons naar zijn Vader omhoog en als Hij sterft buigt Hij zijn hoofd en geeft de Geest terug aan de Vader. Het Evangelie vertelt niet alleen over Jezus, maar licht ook een tipje van de sluier op die ligt over het intieme leven van de Drie-ene God, het opent als het ware Gods ingewand.

Want God wilde niet ontoegankelijk en onkenbaar blijven. God heeft zichzelf ge-open-baard, dat wil zeggen dat hij in ons een goddelijke ruimte heeft geopend, zijn Koninkrijk. Dit is wat de Heilige Schrift ons leert en wat de theologie probeert uit te drukken. De onderlinge gemeenschap van de drie goddelijke personen, Vader, Zoon en Heilige Geest, is geen gesloten circuit, zoals het beeld van de cirkel zou kunnen suggereren; het is een open mysterie, een gemeenschap die voor ons openstaat. Dit open karakter is van groot belang voor ons,

omdat het de grondslag vormt van de roeping en zending van de Kerk en van ieder van ons. Zijn wij een gesloten cirkel of stellen  wij de ruimte open voor anderen?

Ons model en voorbeeld in dit leven, Jezus Christus, was allesbehalve een op zichzelf betrokken, zelfvoldaan en zelfgenoegzaam iemand. Willen we Hem volgen dan moeten ook wij onze blik richten op Degene tot wie Jezus vele nachtelijke uren in de eenzaamheid bleef bidden. Willen  we  Jezus’  woorden  verstaan,  dan  moeten  we  ons  bekrompen  en gesloten denken en redeneren verlaten om ons door de  bevrijdende Adem van Gods Geest te laten meevoeren, de Geest van waarheid en heiligheid, die zoveel heiligen en profeten heeft geïnspireerd.

Dan kunnen we, zoals de heilige Paulus in zijn Romeinenbrief, ‘Abba, Vader’ roepen, en in de ene Zoon, zelf zonen en dochters worden, erfgenamen met Christus. Want daarom is  Jezus  in  de  wereld gekomen, om ons in dat innerlijke leven van God binnen te  leiden  en ons deel te laten nemen aan Gods vreugde. Van dit leven in God getuigt ook Mozes in de eerste lezing. Het uitverkoren volk van God had de grootsheid van Gods gave aan den lijve ervaren, het had Gods  stem horen spreken vanuit het vuur en de bevrijding ervaren uit Egypte, het slavenhuis. Dat alles had God gedaan om hen reeds op aarde gelukkig te maken, maar vooral om hen binnen te leiden in die vreugde die geen einde kent en hen deelgenoot te maken van Gods eeuwigheid.

De openbaring van de Drievuldigheid is dus de openbaring van de vreugde van God, van de eeuwige vreugde die ons beloofd is. En omdat God zijn vreugde met ons wil delen, toont Hij ons de weg ernaartoe. Die weg is Jezus, die de Weg, de Waarheid en het Leven is. Door Hem hebben wij toegang tot de Vader, van Hem ontvangen we de Geest, die in ons bron wordt van eeuwig leven.

Br. Guerric abdij Prébenoît