Onderricht 20 juni 2017
Bron: Thomas KEATING, The Human Condition. Contemplation and Transformation, Paulist Press, 1999, blz. 21-28 : The Human Condition (3)
Keating stelt dat het een grote verantwoordelijkheid is van religieuze leiders om ervoor te zorgen dat mensen in een religieus pluralistische samenleving leven in eenheid, harmonie, begrip en respect. Hij vraagt zich af hoe dat kan gerealiseerd worden zonder een contemplatieve praktijk. Toch niet door zelfgerichte geluks-programma’s… De noodzaak van die contemplatieve praktijk is gelijk aan het wezenlijke belang van een authentiek geloofsleven voor het menselijk geluk en een vredevolle samenleving. Die noodzaak ziet Keating ook voor het bereiken van harmonie in de dagelijkse samenlevingsvormen en samenwerkingsverbanden (familie, op het werk, verenigingen, parochie….).
Wat doet die contemplatieve praktijk dan wel dat ze zo belangrijk is? Ze werkt zuiverend en draagt bij tot vergoddelijking. Vergoddelijking: ze zet ons op weg om in eenheid met God met zijn onvoorwaardelijke liefde en zijn onverdeeld goed hart bij de mensen aanwezig te zijn. John Main leert dat we zijn geroepen en in staat om binnen te gaan in het leven van God. Zuivering: we worden bewust van wat ons daartoe hindert.
Onderricht 6 Juni 2017
Bron: Thomas KEATING, The Human Condition. Contemplation and Transformation, Paulist Press, 1999, blz. 14-20 : The Human Condition (2)
Keating legt nogmaals de nadruk op de noodzaak van het onthecht worden van emoties en temperament en hij zegt uitdrukkelijk dat het nooit te laat is omdat te doen (sommigen kunnen het pas met de dood voor ogen), maar dat het wel ideaal is als in de kinderjaren daar een aanvang mee gemaakt wordt. Ons valse zelf is datgene wat we onbewust toestaan zich te vormen en ons te leiden, namelijk dat ons temperament en onze emoties ons leven bepalen en ook onze perceptie van het leven en van onze medemensen. Frustraties en kwetsuren uit de kindertijd kunnen de rol ervan versterken. Als we ze niet leren loslaten, als we er niet leren aan voorbijgaan dan zullen ze vaak heel onbewust in ons leven een dominante rol spelen met alle miserie van dien. Want we voelen (niet hetzelfde als zijn) ons pas gelukkig als er aan ons temperament en onze emoties toegegeven wordt en als men (wijzelf en de aandachtige toehoorder) er aandacht aan besteden. Met temperament en emoties op zich is niets verkeerd. Ze leveren een noodzakelijke levensenergie.
Onderricht 18 april 2017
Bron: Thomas KEATING, Open Mind. Open Heart. The Contemplative Dimension of the Gospel, Bloombury, 2006, blz. 167-170: Practices That Help to Translate the Effects of Centering Prayer into Daily Life
In dit hoofdstuk komen een aantal raadgevingen aan bod die ons moeten helpen om onze meditatiepraktijk te verdiepen, te bestendigen en de vruchten ervan in ons leven te verankeren.
- Sluit aan bij een meditatiegroep.
- Begin je dagelijkse meditatietijd met een korte lezing, een ontspanningsoefening of een lied
- Als mediteren niet zo goed gaat dan is het praktisch altijd te wijten aan emotionaliteit, zowel als je vóór je meditatietijd sterk emotioneel betrokken waart bij wat je bezighield (positief of negatief) of als je na de meditatietijd in een emotioneel betrokken bezig zijn gaat terechtkomen. Precies ook dan blijft mediteren een sterke oefening in emotioneel onthechten, één van de moeilijkste, maar wel belangrijkste vormen van onthecht zijn. Daarom is het goed vooraleer je mediteert om je emotionele betrokkenheid te observeren en te aanvaarden - maar zonder te analyseren –, vooral als het gaat om verlangen naar veiligheid, affectie en controlerende zekerheid en de frustratie van die emoties. Een hulp om deze emoties los te laten is ze bewust benoemen in een gebedsvorm.
0nderricht 4 april 2017
Bron: Thomas KEATING, Open Mind. Open Heart. The Contemplative Dimension of the Gospel, Bloombury, 2006, blz. 158-165: Guidelines for Christian Life, Growth and Transformation
We hebben het in een eerder onderricht als vermeld: ‘Lex orandi, lex credendi’: de manier waarop je bidt weerspiegelt je geloofsinhouden en je godsbeeld. In het contemplatieve bidden is er het geloof in de fundamentele goedheid van de mens. Dat betekent geen naïef optimisme maar de overtuiging dat de mens geroepen en in staat is om tot Christus getransformeerd te worden. In ons is die Christus-mens, ons Ware en Wezenlijke Zelf, wie we echt zijn, aanwezig. Het is ons wezen dat door God geschapen is en niet van Hem vervreemd kan worden. Dat Ware en Wezenlijke Zelf is niet God zelf, maar is niet van God te scheiden. ‘Erfzonde’ duidt de toestand van nog niet getransformeerd zijn aan, van een leven dat nog niet beantwoordt aan ons Ware en Wezenlijke Zelf, van nog vervreemd zijn van onszelf, van God, van mensen. Eigen aan die toestand zijn: een angstig en begerig gedrag; een gebondenheid aan emoties, emotionaliteit ten gevolge van emotionele schade van de kindertijd; het kwaad dat anderen ons aandoen en vooral de wijze waarop wij ermee omgaan. Dit alles creëert ons Valse Zelf.
Nu neemt God zelf het initiatief om ons ‘thuis te brengen’ door in ons het verlangen naar eenheid te wekken, heimwee te wekken naar goedheid. Maar er is veel dat de doorbraak van het Ware en Wezenlijke Zelf verhindert (en dat zich uit in alle ‘gedachten’ waarvan we in de meditatie onthecht moeten worden): illusies; emotionele binding; de negatieve conditionering van de cultuur.
0nderricht 21 maart 2017
Bron: Thomas KEATING, Open Mind. Open Heart. The Contemplative Dimension of the Gospel, Bloombury, 2006, blz. 140-157: An Overview of Contemplative Prayer in the Christian Tradition
De Wereldgemeenschap voor Christelijke Meditatie is geen gevolg van een uitvinden in deze dagen van het contemplatieve gebed, maar een gevolg van een herontdekken en een herwaarderen ervan, en niet alleen een herontdekken van de praktijk ervan, maar ook als een wezenlijk aspect met het bidden en van een authentieke christelijke evangelische geloofsbeleving. De ‘renaissance’ van het contemplatieve gebed kadert dus in het herontdekken van wat geloven eigenlijk is en in het streven naar een authentiek en waarlijk evangelisch geloofsleven. Ook hier geldt opnieuw ‘Lex orandi, lex credendi!’, d.i., de manier waarop je bidt weerspiegelt je geloofsinhouden en je godsbeeld. Wat droeg er nu bij tot de renaissance van het contemplatieve gebed?
De secularisatie als gevolg van de Verlichting en de ontmythologisering van de wereld krabde de verflaag van het antieke godsbeeld, dat in de loop der eeuwen het evangelische godsbeeld had overtrokken, weg. Bij velen verdween natuurlijk ook het bidden tot zo’n ‘antieke god’. De Kerk als een machtig instituut kwijnde weg en ook het daaraan gekoppelde Godsbeeld verdween en ook het bidden tot die hiërarchisch ver verwijderde majesteitelijke God.
Onderricht 7 maart 2017
Bron: Thomas KEATING, Open Mind. Open Heart. The Contemplative Dimension of the Gospel, Bloombury, 2006, blz. 133-139: What Centering Prayer is Not
“In de afgelopen jaren kwam mindfulnesstraining – een praktijk uit het boeddhisme, aangepast aan onze seculiere en wetenschappelijke cultuur – sterk onder de aandacht omwille van de voordelen die het beloofde te verlenen. Een zeker scepticisme werd vaak geuit bij de wetenschappelijke grond van deze beloften, maar het is een feit dat mensen ermee aan de slag gaan omdat ze zich er beter door voelen. Meditatie is een andere stap zetten, die, hoewel op zich eenvoudiger, tegelijkertijd op een bepaalde manier uitdagender is, precies omwille van de radicale eenvoud. Bij de technieken van mindfulness blijft de aandacht op jezelf gericht (je gedachten, gevoelens, gewaarwordingen, de bewustwording van je lichaam). Bij meditatie komt het er juist op aan de aandacht van jezelf weg te brengen. Dit is de meest eenvoudige en tegelijk het moeilijkste om in de praktijk te brengen, maar het is net ook datgene wat een mens het meest omvormt en bevrijdt.
(Laurence FREEMAN, God is er al, blz. 10-11)
Onderricht 21 februari 2017
dinsdag 21 februari 2017
Bron: Thomas KEATING, Open Mind. Open Heart. The Contemplative Dimension of the Gospel, Bloombury, 2006, blz. 120-128: Summary of the Centering Prayer Method
Het contemplatieve gebed wordt in deze dagen niet opnieuw uitgevonden maar er kan wel sprake zijn van een zekere up-dating en systematisering ervan. Het contemplatieve gebed wil ook andere gebedsvormen niet vervangen of afschaffen maar het plaats ze in het juiste perspectief, zegt wat bidden eigenlijk is: bewust erkennen van en instemmen met Gods aanwezigheid, niet uit zijn op geestelijke of andere bijzondere ervaringen maar je laten omvormen en die omvorming laten vrucht dragen in het leven.
Het contemplatieve gebed als methode, de meditatie als discipline, is erop gericht onthecht te worden van alles wat het bewust worden en het bewust zijn van Gods aanwezigheid verhindert, wat het instemmen met die aanwezigheid verhindert en wat de omvorming tegenwerkt (wat de genade tegenwerkt).
Onderricht 7 februari 2017
dinsdag 7 februari 2017
Bron: Thomas KEATING, Open Mind. Open Heart. The Contemplative Dimension of the Gospel, Bloombury, 2006, blz. 115-119: An Intensive Centering Prayer Retreat
Het is duidelijk dat een wat langere tijd mediteren de ervaring van innerlijke stilte kan verdiepen. Maar uiteraard is het nastreven van een innerlijk vredig gevoel niet het doel van ons mediteren. Het klopt dat bij die diepere stilte-ervaring de tijd sneller voorbij lijkt te gaan. Dat komt omdat tijdservaring verbonden is aan waarneming. Als je minder waarneemt is er dus ook minder tijdsbewustzijn en als we mediteren is ons onderzoekend en aan alles klevend waarnemen stilgezet. We moeten in ieder geval ook ons gebed, ons mediteren niet onderzoekend waarnemen. Want als je de waarnemer bent van je inwendig gebed loop je het risico te oordelen over de kwaliteit van je gebed. Waarnemen houdt snel het risico in met oordelende gedachten bekleed te worden. Een diepere stilte-ervaring kan wel innerlijke rust met zich meebrengen. Een overgang van onrust naar rust is te verklaren omdat je innerlijke weerstand tegen stilte op de duur ook moe wordt en het opgeeft. Daarom moet je een voldoende lange tijd mediteren om je onrust de kans te geven het op te geven.
Onderricht 17 januari 2017
dinsdag 17 januari 2017
Bron: Thomas KEATING, Open Mind. Open Heart. The Contemplative Dimension of the Gospel, Bloombury, 2006, blz. 95-114: More Subtle Kinds of Thoughts
Het doel van meditatie is niet het bekomen van een vredig gevoel, noch enig gewin op fysisch, psychisch of sociaal vlak. Het doel is: eenheid met God. En deze eenheid uit zich in een liefdevol gedrag, in het stil worden dat als een tweede natuur wordt, in een onthecht leven, in het vermogen om de realiteit met al zijn moeilijkheden (de realiteit van het leven, van de anderen, van mezelf) te aanvaarden en in het opnemen van verantwoordelijkheid. Dit alles maakt duidelijk dat eenheid met God niet hetzelfde is als je happy voelen. Het onvermogen om de realiteit te aanvaarden kan er dan weer voor zorgen dat mensen stilte en eenzaamheid ontvluchten. Want stilte en eenzaamheid zijn wegen van innerlijke zuivering. We worden er dan geconfronteerd met datgene dat ons blokkeert en waarvan we moeilijk onthecht geraken. Daar is vooreerst onze emotionaliteit: het residu van traumatische emotionele ervaringen (recente, uit onze volwassenheid, eerdere, uit onze kinderjaren. Die emotionaliteit kan zich uiten in een vaag gevoel van onbehagen of in gedachten met een emotioneel urgent karakter. Vervolgens is er de mogelijke confrontatie met onze ‘schaduwzijde’. De gedachten, verbeeldingen en invallen tijdens ons mediteren tonen ons aan dat we mensen zijn, geen engelen, duwen ons in wat wij ‘onvolmaaktheid’ noemen: onze begeerten, onze zelfzucht, onze haat, onze jaloezie, maar ook ons verdriet en gemis. Dit alles kan mensen er toe leiden op te houden met te mediteren.
Onderricht 3 januari 2017
dinsdag 3 januari 2017
Bron: Thomas KEATING, Open Mind. Open Heart. The Contemplative Dimension of the Gospel, Bloombury, 2006, blz. 78-94: More Subtle Kinds of Thoughts
We kunnen twee categorieën van “gedachten” onderscheiden, van al datgene wat onze aandacht trekt en waaraan we geneigd zijn onze aandacht te wijden, eerder dan aan de aanwezigheid van het goddelijke mysterie in ons. De eerste reeks “gedachten” zijn deze welke vooral in het begin van onze meditatietijd aanwezig kunnen zijn: geluiden van buitenaf; de zaken waarmee we actueel bezig zijn en soms tot vlak voor de meditatietijd en die ons gedachten, overwegingen, emotioneel denken, reflecties en planningen bezorgen; herinneringen; plannen en ideeën over de verre toekomst; plotse invallen; emotioneel geladen gedachten en gevoelens. De tweede reeks “gedachten” komen er wanneer er in ons al een zekere toestand van rust en vrede zich geïnstalleerd heeft. Dan kan wel eens de gedachte komen dat we “goed bezig zijn”, vooruitgang maken, of ons kan het verlangen besluipen om voor iemand te bidden, hetgeen meestal een emotionele verbondenheid met iemand als oorzaak heeft. Dan zijn er ook nog allerhande vrome gedachten en verlangens en inspiraties die we zeker niet als goddelijke inspiratie moeten beschouwen. Het zijn illusies. Het dromend, analyserend en reflecterend denken aan of over God is zeker geen ervaring van God! Het is precies hetgeen de ervaring van God afblokt! Zoals iemand dit in een stil moment meent te moeten zeggen: “Het is hier wel stil!” – “Inderdaad, tot nu was het stil. Je reflecterend spreken maakt de stilte en de ervaring ervan stuk.”