Homilie voor de 17de zondag door het jaar A 30 juli 2023
Homilie voor de 17de zondag door het jaar A 30 juli 2023
Voor koning Salomo is wijsheid belangrijker dan een lang leven,
belangrijker en kostbaarder dan rijkdom, die alle zekerheid en plezier kan verschaffen en belangrijker dan veiligheid en macht.
Hij gelijkt daarmee op die landman en die koopman,
die de gevonden schat en parel veel kostbaarder achten dan hun hele bezit. Maar wat is wijsheid?
Echte wijsheid is anders dan het vele weten,
dan de kennis waarnaar velen zo gulzig op zoek gaan.
Echte wijsheid is anders dan de kennis die mensen de status van wijze bezorgt, een status waardoor je uitgenodigd wordt in praatprogramma’s
of geïnterviewd wordt met een indrukwekkende boekenkas op de achtergrond.
Echte wijsheid is hetgeen mensen leidt naar diepe vrede en vreugde, naar echt geluk. Wijsheid hebben we niet in onszelf.
We vinden wijsheid, we ontdekken ze,
net zoals de landman en de koopman de schat en de parel vinden, hetzij bij toeval, hetzij na een lange zoektocht.
Waar is wijsheid te vinden?
Niet in onszelf en dus ook niet in de zo geprezen intuïtie. Bij medemensen?
Ja, bij wijze medemensen,
mensen die in het schenken van hun wijsheid geen enkele verborgen agenda hebben
maar alleen het geluk van anderen op het oog hebben. Bij de massa is geen wijsheid te vinden.
Homilie voor de 11de zondag door het jaar A 18 juni 2023
Homilie voor de 11de zondag door het jaar A 18 juni 2023
Het evangelie van deze zondag is het begin van de zgn. zendingsrede in het Mt-evangelie, het onderricht dat Jezus aan zijn twaalf leerlingen geeft
vooraleer Hij hen uitzendt om te verkondigen dat het Koninkrijk der hemelen nabij is,
om zieken te genezen, doden op te wekken, melaatsen te reinigen en duivels uit te drijven. Ze worden geroepen en gezonden om te doen wat Jezus deed en doet.
Ze zetten zijn zending en zijn werk verder.
Er is slechts één iets dat Jezus daarvan niet vroeg aan de twaalf:
de oproep tot bekering.
Misschien omdat ze zelf nog nood hadden aan bekering.
Bijna alle bijbelgeleerden zijn het erover eens dat volgens de evangelist Matteüs Jezus zijn zendingsrede niet alleen richt tot de twaalf apostelen,
maar tot alle toekomstige christenen, die het nieuwe Godsvolk zullen vormen.
Die twaalf apostelen vertegenwoordigen de twaalf stammen van Israël, het eerste godsvolk, maar ze vormen ook het begin van het nieuwe Godsvolk, waartoe ook wij behoren.
Aan de Israëlieten in de Sinaïwoestijn liet God weten dat Hij hun volk als zijn eigen volk heeft gewild,
als een eigendom waarmee Hij mag doen wat Hij wil.
En wat wil Hij er mee doen?
Hij wil het gelukkig maken maar
Hij wou en wil met en door het volk van Israël zich ook openbaren aan de wereld en wegen wijzen die leiden naar een vredevol en rechtvaardig samenleven.
De uitverkiezing van Israël hield en houdt dus een opdracht in.
Veel gelovige Joodse mensen zijn zich nog van die opdracht bewust. In Jezus’ tijd kon dat niet gezegd worden van veel religieuze leiders. Vooral in Jeruzalem trof men zichzelf dienende leiders aan.
Actualiserend moet men daarbij helemaal niet alleen kerkleiders viseren,
maar iedereen die, gedoopt en gevormd, denkt de kerk er is om hen te dienen en onvoldoende bewust is dat ieder christen door het doopsel en vormsel
een opdracht en een zending heeft ontvangen.
Wij, die samen de kerk van God zijn, vormen het volk van God, dat zich steeds moet bekeren en zich steeds moet vernieuwen en zich steeds aan zijn zending in de wereld dient te houden.
En ieder van ons deelt in die zending en is geroepen eraan mee te werken. Onze roeping om Jezus na te volgen, om christen te zijn,
licht in de wereld, zout van de aarde, gist in de deeg,
is de roeping om Gods liefde te openbaren in onze liefde voor medemensen.
Homilie voor de 6de paaszondag A 14 mei 2023
Homilie voor de 6de paaszondag A 14 mei 2023
Onze 41 vormelingen zagen er goed uit.
Hun ouders en wellicht zijzelf ook hadden ervoor gezorgd dat ze er goed uitzagen. Maar wat een mens echt mooi maakt, is niet iets uiterlijks.
Clouseau zingt in hun lied Vanbinnen: Het zit vanbinnen. Diep vanbinnen.
Wat een mens echt mooi maakt zit diep vanbinnen.
En wat diep vanbinnen zit kan zich tonen in een glimlach. Een glimlach maakt een mens mooi.
Boudewijn de Groot zingt dan weer:
Een glimlach zal voldoende zijn, die worden we nooit moe.
Niet een glimlach uit schaamte, niet een verbergende glimlach. Maar een glimlach waar zelfvertrouwen en diepe vreugde uitstraalt, zelfvertrouwen en vreugde omdat je diep vanbinnen weet
dat je aanvaard en bemind bent,
dat je kostbaar bent in de ogen van anderen
- daarom niet in de ogen van heel de wereld,
maar in deze van mensen die voor jou belangrijk zijn.
Diep van binnen kan het besef leven
dat je mensen ontzettend vreugdevol maakt,
niet omdat je er angstig alles aan doet aan hun verwachtingen te beantwoorden, niet door wat je doet en presteert, niet door wat je weet of kent of durft,
Homilie voor de 10de zondag door het jaar A 11 juni 2023
“Ik wil liever barmhartigheid dan offers.”
Ik wil liever barmhartigheid dan offers.
Jezus kent zijn Bijbel.
Niet alleen weet Hij de gepaste verzen te citeren,
Hij weet ook precies wat ze betekenen
en wanneer Hij ze kan citeren in een gesprek of twistgesprek. Nu verwijst Hij naar een vers uit de profetie van Hosea,
een vers dat we op deze zondag in de eerste lezing hoorden:
Want vroomheid wens Ik, geen offergaven.
‘Vroomheid’ is een wat ongelukkige vertaling van het Hebreeuwse chesed.
Dat betekent verbondenheid en solidariteit met je medemens,
een verbondenheid en solidariteit die je brengt tot verantwoordelijkheid en zorg.
Deze verbondenheid en solidariteit met en zorg voor je medemens
worden op meerdere plaatsen in het Oude Testament boven offers gesteld.
Er is bij de profeten zelfs een afkeer voor dat offergedoe te bespeuren en voor het denken en de gezindheid die ermee gepaard gaan.
Alsof men door te offeren God en plezier zou doen om van Hem dan gunsten te bekomen.
Maar we doen God geen plezier met offers. Hij heeft van ons geen offers nodig. En wij moeten trouwens niets doen om zijn gunsten of liefde te verwerven.
Zijn liefde is onvoorwaardelijk.
Wat Hij van ons verlangt is erkenning van zijn liefde
die zich uit in verbondenheid en solidariteit, in zorg en barmhartigheid.
Offeren dienen we ook niet te doen om ons een goed geweten te verschaffen. God verlangt van ons niet dat we ons een imago van een goed mens verwerven,
Homilie voor de 7de paaszondag A 7 mei 2023
Homilie voor de 7de paaszondag A 7 mei 2023
“Wie Mij ziet, ziet de Vader” (The Passion of the Christ)
Wie Mij ziet, ziet de Vader.
Het is zeker dat deze woorden niet alleen tot Filippus gericht zijn, maar ook tot ons. Dan is het meteen duidelijk dat ‘zien’ hier niet onmiddellijk een lichamelijk zien is. De Jezus die wij ‘zien’ is de Verrezene. Die zien we met de ogen van het geloof.
Wat is dat ‘zien met de ogen van het geloof’?
Wie Mij ziet, ziet de Vader.
Jezus leert ons op een heel andere wijze kijken naar God,
denken over God en geeft ons dan ook een heel andere kijk op geloven.
Hij geeft ons met andere woorden een ander Godsbeeld en ‘ander geloven’. Dat anders zijn is radicaal anders, zet de zaken op hun kop.
De leden van de kerkgemeenschap van Johannes konden dat andere inzien.
Het was anders i.v.m. het Godsbeeld van Grieken en Romeinen,
en zelfs ook wat anders i.v.m. het Godsbeeld van veel vrome Joden.
Maar de God van het evangelie werd al snel opnieuw ingepakt
in oudere en vertrouwde Godsbeelden en zoals in deze tijd nog altijd gebeurt in heel wat menselijke overwegingen, verstandelijke en emotionele.
Dat geldt ook voor onze kijk op Jezus.
Daarom schrijft paus Franciscus in De Vreugde van het Evangelie: “Jezus Christus kan ook komaf maken met de vervelende ideeën waarin we Hem willen opsluiten.”