Matteüs 6, 25-34


Daarom zeg ik jullie: maak je geen zorgen over jezelf en over wat je zult eten of drinken, noch over je lichaam en over wat je zult aantrekken. Is het leven niet meer dan voedsel en het lichaam niet meer dan kleding? Kijk naar de vogels in de lucht: ze zaaien niet en oogsten niet en vullen geen voorraadschuren, het is jullie hemelse Vader die ze voedt. Zijn jullie niet meer waard dan zij? Wie van jullie kan door zich zorgen te maken ook maar één el aan zijn levensduur toevoegen? En wat maken jullie je zorgen over kleding? Kijk eens naar de lelies, kijk hoe ze groeien in het veld. Ze werken niet en weven niet. Ik zeg jullie: zelfs Salomo ging in al zijn luister niet gekleed als een van hen. [...] Jullie hemelse Vader weet wel dat jullie dat alles nodig hebben.

Zoek liever eerst het koninkrijk van God en zijn gerechtigheid, dan zullen al die andere dingen je erbij gegeven worden.? Maak je dus geen zorgen voor de dag van morgen, want de dag van morgen zorgt wel voor zichzelf. Elke dag heeft genoeg aan zijn eigen last. – (vertaling NBV)
Wie vandaag een beetje oren heeft om te horen en ogen om te zien, en daar respectievelijk ook mee luistert en kijkt, bemerkt hoe onze tijd op veelvoudige en veelvormige wijze op zoek is naar zingeving. Ronkende termen als ‘mindfulness’ en ‘connectedness’, tientallen handleidingen over ‘geluk’, de hype van yoga, groeiende aandacht voor allerlei vormen van meditatie, de interesse voor existentiële filosofie, het streven naar ‘balans’, naar heelheid en harmonie wijzen alle op een hunkerende honger naar een dieper en vervuld beleven van de dagen die ons geschonken zijn, en wie weet ook naar een perspectief dat daar boven uitstijgt...
En we hoeven er echt niet smalend over te doen. Misschien wordt het veeleer hoog tijd dat we in deze realiteit de ‘tekenen van de tijd’ onderkennen... Immers, heel markant ontwaren we in deze veelheid aan benaderingen drie constante elementen: de aandacht voor het hier en nu, de verbondenheid met de omringende én overstijgende werkelijkheid en het streven naar heelheid en vervulling. Maar even opmerkelijk is het feit dat deze intrinsiek mooie elementen evenzeer al eeuwenoud joods-christelijk gedachtegoed zijn. Helaas zijn ze al te vaak onder het stof bedolven geraakt... We moeten ze derhalve in deze nieuwe context durven plaatsen. Ik schreef er onlangs een boekje over, en ook bij deze wil ik er op wijzen. Immers, ze zijn ook uitdrukkelijk aanwezig en overdacht in onze aloude Bijbel... Ik koos één tekst.
En ja, u kent ze wellicht, die verzen uit Matteüs 6,19-34 waarin Jezus aanmaant om niet bezorgd te zijn om morgen: kijk naar de vogels in de lucht, zegt hij, ze zaaien niet en maaien niet; of de lelies in het veld, ze werken niet, ze spinnen niet en toch zijn ze mooier dan Salomo in al zijn pracht... En hij besluit: “Maak je dus niet bezorgd om de dag van morgen, want de dag van morgen zal zich wel voor zichzelf zorgen. Iedere dag heeft genoeg aan zijn eigen last.”
Vroeger vond ik dit een ‘domme’ tekst, kortzichtig, ‘profiteerachtig’ en ‘makkelijk gezegd’, alsof alles zomaar vanzelf zou gaan. En aan de oppervlakte gelezen is dat nog steeds zo. Maar eigenlijk had ik hem niet begrepen. Elke mens moet inderdaad realistisch zijn en wél zorgen voor de dingen die nodig zijn. Echter, alleen maar vooruitgrijpen, piekeren over alles wat komt of zou kunnen komen, helpt een mens niet voort. Op die manier vergeten we te leven op de dag van vandaag. We vergeten ons bewust te zijn van het hier en nu, van het heden, uiteindelijk het enige moment dat we echt leven. En dat nu is er, precies zoals het is en in wat er is, zonder dat we daar iets voor hoeven te doen. En toch lopen we het vaak zomaar voorbij. Het gaat er niet om dat we nergens voor zouden hoeven te zorgen; wel dat we ons, ook in dat zorgen, bewust moeten blijven van het feit dat de werkelijkheid groter is dan onszelf, en zeker groter dan onze eigen zorgen. In deze context zijn dus de bovengenoemde elementen van het ‘hier en nu’ én de verbondenheid met de grotere werkelijkheid duidelijk aan de orde.
Inderdaad, los van al die grote en kleine zorg, moeten we leren inzien dat het ook verder gaat. Dat we de dagelijkse inzet en taken en al ons vooruitziend plannen en regelen ook soms moeten kunnen loslaten om te komen tot het beschouwen van waar het om gaat: “Zoek eerst het koninkrijk en zijn gerechtigheid”...
Het werk, onze inzet en ons zorgen zijn belangrijk, maar we mogen er onszelf niet in verliezen, er onze persoon niet in kwijtraken. Het is nodig, ook en midden in het werk, even te kunnen stilstaan en te luisteren, ons bewust te worden van de grotere en diepere werkelijkheid die ons ver overstijgt, ook al denken we ze soms maakbaar te kunnen beheersen.
Dat bewustzijn biedt overigens ook een troost. Het roept het besef van harmonie en heelheid op. We zijn, in al ons streven en werken, ook en nog steeds een deeltje van een grotere en diepere werkelijkheid. En daarmee zijn we eigenlijk één, of we zouden het althans best worden: één met onszelf én met dat grotere en overstijgende geheel. Dat bewustzijn relativeert... Of we nu boos zijn of niet, opgejaagd of niet, of we pijn hebben of niet, de natuur blijft hetzelfde. De wolken drijven aan de hemel voort, de lelies pronken met hun kleuren, de regen valt neer en droogt weer op... Meer nog, de grotere en diepere Goddelijke grond van de werkelijkheid blijft ons altijd genegen. En precies dat besef leert ons, opnieuw, tot kalmte te komen en in diepe geborgenheid een gelijkmoedigheid te verwerven die ons bestendigheid leert. Ik wens het u toe.
Bénédicte Lemmelijn