Homilie voor de 24 de zondag door het jaar B
13 september 2015
In de zondagsvieringen van dit liturgisch jaar, het zgn. B-jaar,
lezen we meestal uit het Marcusevangelie.
Dat is het oudste evangelie, geschreven rond het jaar 65, waarschijnlijk in Rome.
Er is een theorie die zegt dat het geschreven is
om zonder onderbreking voorgelezen te worden.
Het bevat tenslotte maar 622 verzen en een vlotte lezer doet daar 40 minuten over.
Het zou kunnen geschreven zijn voor de kerk van Rome
om tijdens de paasnacht dus in zijn geheel voorgelezen te worden.
Homilie voor de 11de zondag door het jaar
Homilie voor de 11de zondag door het jaar B
14 juni 2015
De “parabels van het zaad” in Marcus 4 zijn parabels tegen moedeloosheid en ongeduld.
De groeikracht waarover Jezus het heeft in die parabels
is de kracht is van verandering, de kracht van de transformatie.
Het evangelie staat werkelijk vol met verhalen van verandering:
mensen ontmoeten Jezus en de kracht van het geloof doet veranderen, genezen.
Denken we maar aan het verhaal van de bekering (genezing) van Zacheüs
en de vele genezingsverhalen.
Daar geschiedt de verandering in een opvallend en eenmalig gebeuren.
Maar ook de parabels van de groeikracht van het zaad zijn wonderverhalen.
Ook daar geschiedt een wonder, verandert er iets:
iets kleins wordt iets groots, iets weinig wordt veel.
Homilie voor het Hoogfeest van de Hemelvaart van de Heer
14 mei 2015
Het feest van de Hemelvaart van de Heer wordt gevierd in de Paastijd.
Natuurlijk, want het immers innig met het Paasfeest verbonden.
Sterker nog, het vormt met het Paasfeest een eenheid
en het laat zien wat eigenlijk bedoeld wordt met verrijzen.
Verrijzen is ‘naar de hemel varen’.
En ‘naar de hemel varen’ is totaal één worden met God.
Verrijzen is totaal één worden, totaal één zijn met God.
Bij Jezus gaat het over een wezenseenheid met God.
Homilie van de zesde zondag na Pasen
10 mei 2015
De lezingen van deze zondag behoren werkelijk tot de mooiste stukken van het NT.
We kunnen zelfs stellen dat ze dé twee lezingen zijn
die iedere christen in het hart moet dragen
en die iedere vormeling zou mogen ‘van buiten’ kennen.
Ze komen wellicht uit de pen van één en dezelfde schrijver, Johannes,
de evangelist en apostel, die de traditie ook vereenzelvigt
met de anonieme geliefde leerling van Jezus uit het Johannes-evangelie.