Homilie Vierde zondag B 2024
1
Vierde zondag B
Mc 1,21-28
Deut 18,15-20
1 Kor 7,32-35
Jezus is onze Leraar en onze Genezer. Vandaag, zusters en broeders, heeft
Hij zijn eerste werkdag. Marcus geeft ons het oudste verslag dat wij kennen
van Jezus’ optreden. Hij situeert het debuut van Jezus in Kafarnaüm, een
stad in Galilea, de streek waar Hij vandaan kwam. In het laatste hoofdstuk
van Marcus zal aan de vrouwen gezegd worden: “Hij is verrezen. Gaat aan
zijn leerlingen en aan Petrus zeggen: Hij gaat u voor naar Galilea” (Mc 16,6-7).
Galilea is de regio waar Jezus zijn wereldwijde beweging sticht. Voor de
Kerk is Galilea daarom geboortegrond. In de voorafgaande perikoop die wij
vorige zondag beluisterden, riep Jezus zijn eerste leerlingen: Simon, Andreas,
Jacobus en Johannes. Vier vissers die Hij tijdens de uitoefening van hun
ambacht, daar bij het meer van Galilea, uitkiest met de belofte ‘vissers van
mensen’ van hen te maken. Zij gaan andere mensen diep raken door te
getuigen van wat ze met die Jezus allemaal hebben meegemaakt, hoe ze
Hem hebben ervaren als een leraar met gezag, die mensen genas van hun
lichamelijk en geestelijke onreinheid. En hoe Hij gestorven is aan de jaloezie
en de intriges van de gezagsdragers, maar hoe Hij op de derde dag is
verrezen.
Homilie Derde zondag B 2024
Derde zondag B Jon 3:1...5:10 1Kor 7:29-31 Marc 1:14-20
“De tijd is vervuld, het Rijk Gods is nabij”, zegt Jezus tegen de mensen van Galilea en Hij zegt het vandaag tegen ons, in onze tijd. Maar waarom voelen wij het zo weinig, Heer Jezus, dat uw Rijk nabij is? Uw Rijk lijkt ons verder weg dan ooit! Er is oorlog in Oekraïne en in Gaza, er zijn conflicten in vele andere landen, de aarde kreunt onder de klimaatverandering, de katholieke Kerk komt regelmatig negatief in het nieuws vanwege schandalen, het christelijk geloof staat in de westerse landen op een schrikbarend laag niveau, vreemdelingen zijn niet welkom en de wereldwijde solidariteit brokkelt af. Waar is dan dat Rijk Gods waarvan U beweert dat het zo dichtbij is? Het lijken meer tijden van dreiging (Ps. 37,39), een tijd waarin de mens zich angstig afvraagt wat de toekomst brengen zal. En toch blijft uw woord actueel: “de tijd is vervuld, het Rijk Gods is nabij!”
Tomas Halik
Tomá? Halík, De namiddag van het christendom, op weg naar een nieuw tijdperk,
Halík (°1948) is allang geen onbekende meer in ons taalgebied, auteur van onder andere Geduld met God (2014), De nacht van de biechtvader (2016), Ik wil dat jij bent. Over de God van liefde (2017), Raak de wonden aan. Over niet zien en toch geloven (2018), Niet zonder hoop (2019), In het geheim geloven. Autobiografie (2020), Theater voor engelen. Het leven als religieus experiment (2021).
Homilie Tweede zondag dhj B 2024
Tweede zondag dhj B 1Sam 3,3b.10-19 1Kor 6,13c-20 Joh 1,35-42
KOM EN ZIE WIE JEZUS IS.
Met de lezingen van deze zondag legt de liturgie een link tussen de kersttijd en de gewone tijd door het jaar. We vangen nog een glimp op van de Doper die tegenover twee van zijn leerlingen Jezus als het Lam van God aanwijst. We weten intussen dat het Lam (talia in het Hebreeuws is ‘lam’ maar ook ‘jongeman’ of ‘dienaar’) zowel verwijst naar het offerlam met Pasen als naar de Lijdende Dienaar bij Jesaja. Het mysterie van het Kruis is dus van meet af aan verrekend in de navolging van Jezus. En die twee leerlingen, waarvan één Andreas heet, volgen Jezus letterlijk, ‘ze lopen Hem achterna’. De eerste stap in de navolging is gezet, een fysieke stap. Je komt in beweging met je lichaam. Paulus legt in de tweede lezing de nadruk op dat lichaam als tempel van de Heilige Geest. Ons lichaam is niet zomaar een ding dat we kunnen ombouwen en waarmee we zomaar doen wat we willen. Het lichaam behoort de Heer toe zoals de Heer het lichaam toebehoort. Wij moeten goede mentors zijn van ons lichaam, want het heeft een spirituele bestemming. Op het spirituele pad loopt het lichaam voorop, zoals bij die twee leerlingen. Ze vinden Jezus fascinerend en gaan Hem achterna. De eerste stap in de navolging van Christus gebeurt met ons lichaam. “Zolang we het levenslicht hebben”, zegt Sint-Benedictus, “moeten we snel op weg gaan opdat de duisternis van de dood ons niet overvalt” (RB Prol 13).
Homilie Openbaring van de Heer
Openbaring van de Heer Jes 60, 1-6 Ef 3, 2-6 Mt 2, 1-12
De Wijzen uit het oosten die duizenden kilometers op hun kamelen afleggen om een ster te volgen, die hen uiteindelijk een schamel kindje laat vinden met zijn moeder, en die vervolgens hun dromen achternagaan om langs een andere weg naar hun land terug te keren, lijken wel de antipode van de mens die zijn leven bouwt op zekerheden. Een ster, een kindje en een droom: welk soort geluk moet je daarvan verwachten? En toch lijkt het verhaal te suggereren dat die Wijzen het geluk van hun leven gevonden hebben. ‘Als ze de ster zien worden ze met overgrote vreugde vervuld’, zegt het verhaal. En als ze het kindje met zijn moeder vinden, ‘vallen ze op hun knieën, buigen ze zich ter aarde en bieden ze het hun koninklijke geschenken aan: goud, wierook en mirre’. Hun verlangen is vervuld, ze hebben de schat van hun leven gevonden, ze kunnen voldaan terugkeren omdat ze het essentiële ontdekt hebben, datgene waar het in het leven op aankomt. Wie het geluk wil vinden, moet naar de sterren kijken, zijn droom volgen en moet met alle kracht de wegen volgen die in zijn ziel geschreven staan. Anders leeft men tevergeefs.
Homilie Kerstnachtmis 2023
Kerstnachtmis Jes 9,1-6 Tit 2,11-14 Luc 2,1-14
“Het volk dat ronddwaalt in het donker ziet een helder licht, en over de inwoners van het land van de duisternis gaat een stralend licht op” (Jes 9,1). Elke Kerstnacht opnieuw wordt ons deze oude profetie van Jesaja voorgelezen, in combinatie van het verhaal van de volksstelling waarbij Maria en Jozef zich naar hun stad van oorsprong, Bethlehem, spoeden waar hun kindje geboren wordt. Maria bevalt niet in de plaatselijke herberg, want daar is voor zulke gewone mensen geen plaats, maar ergens buiten, in een beschutting voor dieren, waar hun kindje in een voederbak voor vee gelegd wordt. En er zijn engelen en er zijn herders.