Homilie Vierde Adventszondag B
Vierde Adventszondag B 2Sam 7,1…16 Rom 16,25-27 Luc 1,26-38
Op deze zondag voor Kerstmis staan we oog in oog met het Mysterie.
“Openbaring van het Mysterie dat vanaf alle tijden in stilte
bewaard bleef maar nu openbaar is gemaakt”, schrijft Paulus aan de Romeinen over zijn verkondiging van het evangelie van Jezus Christus. Nu gebeurt het. Het grote moment is aangebroken. De engel Gabriël, een naam die ‘kracht van God’ betekent, komt bij Maria binnen en vraagt haar instemming. God respecteert de menselijke vrijheid. Hij dwingt niemand. Het eeuwige Woord van de Vader bezoekt de aarde. Het daalt af in het hart van Maria, en pas nadat zij haar instemming heeft gegeven, woont het ook in haar schoot. Maria vertegenwoordigt de mensheid. God ontledigt zich en wordt mens in de maagdelijke schoot van Maria om in zijn Zoon, Jezus Christus, de mens weer te herstellen in zijn oorspronkelijke waardigheid en vrijheid. Dat is de inhoud van het Mysterie dat van alle tijden in stilte bestond maar zich nu, in onze tijd, openbaart in de baarmoeder van Maria. Zo lichamelijk en zo letterlijk als maar mogelijk is. En tegelijk zo spiritueel, zo vol van de Heilige Geest, als maar mogelijk is!
In de openingsgroet van de engel wordt deze Heilige Geest reeds als een geschenk aangeboden. Gabriël spreekt Maria niet aan met de gebruikelijke Hebreeuwse groet ‘sjalom’ (vrede zij met je), maar met de Griekse begroeting ‘chaíre’. ‘Chaíre’ kunnen we vertalen met ‘wees gegroet’, de eerste woorden van het bekende Mariagebed, maar chaíre betekent oorspronkelijk ‘verheug je!’ En deze vreugde is de eigenlijke gave van de Heilige Geest, het geschenk van de Verlosser. We gaan deze vreugde opnieuw horen in de Stille en Heilige Nacht, als de engel tot de herders zegt: “Ik verkondig u een vreugdevolle boodschap die bestemd is voor heel het volk” (Luc 2,10). En opnieuw horen we van die vreugde bij Johannes als de leerlingen na Pasen de Verrezene ontmoeten: “Ze waren vervuld van vreugde toen ze de Heer zagen” (Joh 20,20). Met de begroeting van de engel wordt dan ook een akkoord aangeslagen dat in wezen heel het Nieuwe Testament evoceert, de blijde boodschap die alle eeuwen heen door de Kerk moet verkondigd worden en nooit mag verkeren in zijn tegendeel: een droevige, vervelende, laat staan vreeswekkende boodschap! De engel zegt dus tegen Maria “Verheug je” en hij voegt er onmiddellijk aan toe: “je bent vol van genade”. Het verband tussen vreugde en genade is ook significant. Genade, in het Grieks charis, komt van dezelfde wortel als chaíre ‘wees verheugd’. Vreugde en genade horen bij elkaar en zijn de eigenlijke gaven van de Heilige Geest. Met de begroeting van de engel is heel de ruimte van de Heilige Geest vervuld. Wij bevinden ons in Zijn aanwezigheid.
Homilie Derde zondag advent B 2023
Derde zondag advent B Jes 61,1-2.10-11 1Tess 5,16-24 Jn 1,6- 8.19-28
De Menswording van Gods Woord in de schoot van Maria is het eigenlijke thema van deze voorbereidingstijd die wij ‘Advent’ noemen. Vier weken lang bereidt de christelijke Kerk zich voor op dit centrale thema dat ten grondslag ligt aan zowel het ontstaan als de identiteit van de christelijke godsdienst. De Menswording van Gods Woord, dat van in den beginne bestond, maar met Kerstmis onder ons komt wonen in de persoon van Jezus, de zoon van Maria en Jozef, is ook het grote thema van de Proloog van het Johannesevangelie waar de blijde boodschap van deze derde Adventszondag uit genomen is. Niet zozeer het Woord zelf wordt in deze perikoop belicht, maar de stem van een roepende in de woestijn, dit wil zeggen de figuur van Johannes de Doper. Johannes is de voorloper en wegbereider van het goddelijk Woord, de getuige van het licht dat in de wereld komt, de Christus, de Gezalfde Koning, de langverwachte Messias van het Joodse volk.
Transfiguratie A Dan 7,9-14 2023 2Petr 1,16-19 Mt 17,1-9
Transfiguratie A Dan 7,9-14 2Petr 1,16-19 Mt 17,1-9
Transfiguratie is het feest van de vergoddelijking van de hele menselijke werkelijkheid in de verheerlijkte Christus. De Transfiguratie van Christus op de berg Tabor toont ons geen andere werkelijkheid dan de onze, maar wel onze natuur die doorstraalt is van goddelijk licht, omgevormd in wat God ermee bedoeld heeft vanaf de eerste dag van de schepping. Het feest van de Transfiguratie was dan ook voor de oude kerkvaders van groot belang, zoals nu nog steeds in de Oosterse Kerk waar het samen met Maria Tenhemelopneming het grote zomerfeest is, voorafgegaan door een vigilie en gevolgd door een octaaf. De Transfiguratie is de voorafname of anticipatie van de verrijzenis, deze van Christus maar ook die van ons en van heel de schepping. Transfiguratie is immers een uitdijende werkelijkheid. Zoals het heelal vanuit de Big Bang voortdurend bezig is uit te dijen, zo breidt de Transfiguratie zich uit van de verheerlijkte Christus over heel de geschapen werkelijkheid.
Homilie Zeventiende zon A
Verborgen schatten prikkelen onze verbeelding. Wie las in zijn jeugd niet één of ander stripverhaal onder de titel ‘schateiland’ of ‘de schat van Beersel of van Orval’? Schatten worden gevonden op zolders en in crypten, in tomben van vergeten Farao’s, in het ruim van gezonken piratenschepen, op verlaten eilanden, in ruïnes van abdijen en kastelen of desnoods onder de tronk van een oude wilgenboom. Verborgen schatten prikkelen onze verbeelding omdat ze aan een onbewust verlangen raken, namelijk om zonder jaren van labeur en spaarzaam leven plots rijk te worden, fabelachtig rijk zoals Salomo, waarvoor zelfs de koningin van Seba in haar draagkoets stapte, om die rijkdom te gaan bekijken.
|
Homilie Pinksteren 2023
Pinksteren 2023 Joh 20,19-23 Hand 2, 1-11 1Kor. 12,3-13
‘Eenheid in verscheidenheid’, zo zouden wij het gebeuren van de Geestuitstorting met Pinksteren kunnen noemen. In het multiculturele Jeruzalem werden vele talen gesproken, maar ieder verstond perfect het verhaal van Gods grote daden dat de apostelen nu verkondigen. In de Kerk van Korinthe verwekt de Geest vele vormen van dienstbetoon. Ze lopen elkaar echter niet voor de voeten maar spelen harmonieus op elkaar in. Allerlei verschillende ledematen maar toch één en hetzelfde lichaam. Harmonie, samenwerking, complementariteit! Ieder mag zijn eigen gaven en talenten tot ontwikkeling brengen in dienst van de gemeenschap. Dit alles is het rechtstreeks gevolg van de uitstorting van de Heilige Geest met Pinksteren, vijftig dagen na Pasen, de dag waarop de joden Sjavoeot vieren, het Wekenfeest, een gedachtenisfeest van het Godsgeschenk van de Tora aan zijn volk. En nu vieren christenen het grote geschenk van de Heilige Geest aan de Kerk, het wereldwijde en universele volk van God.
Homilie Zesde Paaszondag A 2023
Zesde Paaszondag A Hand 8,5-8,14-17 1Pet 3,15-18 Jn 14,15-21
De Heilige Geest komt in de drie lezingen van deze zesde Paaszondag ter sprake, als een voorbode van het nakende Pinksterfeest. We kunnen ons enigszins op de uitstorting van de Heilige Geest met Pinksteren voorbereiden door zijn werkzaamheid in de Schriftteksten na te speuren.
Zo blijkt uit het verhaal uit de Handelingen van de Apostelen dat Filippus in Samaria het woord verkondigt, er de onreine geesten uitdrijft en er lammen en kreupelen geneest. De Samaritanen verwelkomen het Woord van God dan ook met vreugde. Maar pas in een tweede fase, nadat de apostelen Petrus en Johannes voor hen bidden en hen de handen komen opleggen, ontvangen zij de Heilige Geest. Handoplegging en gebed doen ook in de Eucharistie de Heilige Geest neerdalen over de gaven van brood en wijn, hetgeen wij met een technisch woord ‘epiclese’ noemen. En als iemand tot priester wordt gewijd, worden hem door de bisschop en alle aanwezige priesters biddend de handen opgelegd opdat de Heilige Geest in de wijdeling mag neerdalen.
Onthouden we dat de instorting van de Heilige Geest altijd gepaard gaat met gebed, wordt voorbereid door gebed en ons leert bidden.
De lezing uit de eerste Petrusbrief eindigt met het zinnetje dat Christus gedood werd in het vlees maar ten leven gewekt werd door de Geest. Een tweede vaststelling in verband met de Heilige Geest is dat Hij levend maakt wat dood is. Maar eveneens dat Hij ons doet getuigen van de hoop die in ons leeft. De context van de eerste Petrusbrief is die van de weerstand die de jonge Kerk ondervindt in de verkondiging van de verrezen Christus. Dit brengt lijden met zich mee, zoals dat ook vandaag nog steeds het geval is. Wij mogen en moeten als christenen met zachtheid en respect getuigenis afleggen van wat ons bezielt. Maar als we daardoor te lijden krijgen, is Christus ons voorbeeld en model, Hij die gedood werd in het vlees maar ten leven gewekt werd door de Geest. De Heilige Geest vormt een negatieve ervaring van afwijzing en vervolging om tot nieuw leven.