Homilie Zeventiende zon A
Verborgen schatten prikkelen onze verbeelding. Wie las in zijn jeugd niet één of ander stripverhaal onder de titel ‘schateiland’ of ‘de schat van Beersel of van Orval’? Schatten worden gevonden op zolders en in crypten, in tomben van vergeten Farao’s, in het ruim van gezonken piratenschepen, op verlaten eilanden, in ruïnes van abdijen en kastelen of desnoods onder de tronk van een oude wilgenboom. Verborgen schatten prikkelen onze verbeelding omdat ze aan een onbewust verlangen raken, namelijk om zonder jaren van labeur en spaarzaam leven plots rijk te worden, fabelachtig rijk zoals Salomo, waarvoor zelfs de koningin van Seba in haar draagkoets stapte, om die rijkdom te gaan bekijken.
|
Homilie Pinksteren 2023
Pinksteren 2023 Joh 20,19-23 Hand 2, 1-11 1Kor. 12,3-13
‘Eenheid in verscheidenheid’, zo zouden wij het gebeuren van de Geestuitstorting met Pinksteren kunnen noemen. In het multiculturele Jeruzalem werden vele talen gesproken, maar ieder verstond perfect het verhaal van Gods grote daden dat de apostelen nu verkondigen. In de Kerk van Korinthe verwekt de Geest vele vormen van dienstbetoon. Ze lopen elkaar echter niet voor de voeten maar spelen harmonieus op elkaar in. Allerlei verschillende ledematen maar toch één en hetzelfde lichaam. Harmonie, samenwerking, complementariteit! Ieder mag zijn eigen gaven en talenten tot ontwikkeling brengen in dienst van de gemeenschap. Dit alles is het rechtstreeks gevolg van de uitstorting van de Heilige Geest met Pinksteren, vijftig dagen na Pasen, de dag waarop de joden Sjavoeot vieren, het Wekenfeest, een gedachtenisfeest van het Godsgeschenk van de Tora aan zijn volk. En nu vieren christenen het grote geschenk van de Heilige Geest aan de Kerk, het wereldwijde en universele volk van God.
Homilie Zesde Paaszondag A 2023
Zesde Paaszondag A Hand 8,5-8,14-17 1Pet 3,15-18 Jn 14,15-21
De Heilige Geest komt in de drie lezingen van deze zesde Paaszondag ter sprake, als een voorbode van het nakende Pinksterfeest. We kunnen ons enigszins op de uitstorting van de Heilige Geest met Pinksteren voorbereiden door zijn werkzaamheid in de Schriftteksten na te speuren.
Zo blijkt uit het verhaal uit de Handelingen van de Apostelen dat Filippus in Samaria het woord verkondigt, er de onreine geesten uitdrijft en er lammen en kreupelen geneest. De Samaritanen verwelkomen het Woord van God dan ook met vreugde. Maar pas in een tweede fase, nadat de apostelen Petrus en Johannes voor hen bidden en hen de handen komen opleggen, ontvangen zij de Heilige Geest. Handoplegging en gebed doen ook in de Eucharistie de Heilige Geest neerdalen over de gaven van brood en wijn, hetgeen wij met een technisch woord ‘epiclese’ noemen. En als iemand tot priester wordt gewijd, worden hem door de bisschop en alle aanwezige priesters biddend de handen opgelegd opdat de Heilige Geest in de wijdeling mag neerdalen.
Onthouden we dat de instorting van de Heilige Geest altijd gepaard gaat met gebed, wordt voorbereid door gebed en ons leert bidden.
De lezing uit de eerste Petrusbrief eindigt met het zinnetje dat Christus gedood werd in het vlees maar ten leven gewekt werd door de Geest. Een tweede vaststelling in verband met de Heilige Geest is dat Hij levend maakt wat dood is. Maar eveneens dat Hij ons doet getuigen van de hoop die in ons leeft. De context van de eerste Petrusbrief is die van de weerstand die de jonge Kerk ondervindt in de verkondiging van de verrezen Christus. Dit brengt lijden met zich mee, zoals dat ook vandaag nog steeds het geval is. Wij mogen en moeten als christenen met zachtheid en respect getuigenis afleggen van wat ons bezielt. Maar als we daardoor te lijden krijgen, is Christus ons voorbeeld en model, Hij die gedood werd in het vlees maar ten leven gewekt werd door de Geest. De Heilige Geest vormt een negatieve ervaring van afwijzing en vervolging om tot nieuw leven.
Homilie Vijfde Paaszondag A 2023
Vijfde Paaszondag A Hand 6,1-7 1Petr 2,4-9 Joh 14,1-12
In de tekst van het 14de hoofdstuk van het Johannesevangelie is Jezus in gesprek met zijn leerlingen. Het is een gesprek waarin het komende afscheid doorklinkt, met de gevoelens van pijn en onzekerheid inherent aan zo’n afscheid. Jezus troost zijn vrienden en laat hen vooral zien dat het afscheid niet definitief is. Hij vertrekt weliswaar maar komt terug om zijn vrienden voor altijd bij zich te nemen. Dit slaat op de eindtijd, de parousie, wanneer Christus wederkomt in heerlijkheid om te oordelen de levenden en de doden. Er is plaats genoeg in het huis van de Vader! Wij, de leerlingen van Jezus, moeten niet bang zijn dat wij uitgesloten zullen worden. We mogen vol vertrouwen de wederkomst van Christus tegemoetzien als we op de goede weg blijven, en die weg is Christus zelf. “Ik ben de Weg”, zegt Hij.
Homilie Paaszondag 2023
Paaszondag Hand. 10, 34-43 Kol. 3, 1-4 Joh. 20, 1-9
De verrijzenis speelt zich af in een tuin. Hoe kan het anders? Alles begon ook in die tuin, die God de Heer die eerste dag had aangelegd voor de mens om in te wonen. Daarin liet God ook allerlei bomen opschieten, aanlokkelijk om te zien en heerlijk om van te eten, met midden in de tuin de boom van het leven. Zo schildert Genesis ons de oorspronkelijke habitat af van de mens.
En God schiep de mens als man en vrouw, de een en de ander, rib aan rib met elkaar verbonden.
God de Heer plaatste de mens in zijn aarde-tuin om die te bewerken en te beheren. Maar wat maakte de mens ervan? Een regelrechte ravage, een oorlogsgebied, een permanent slagveld. De goede grond doorploegde hij met bommen en explosieven. Rivieren veranderde hij in stinkende riolen, wouden in troosteloze woestijnen. De lucht blies hij vol stof en dioxines. Traditionele samenlevingen vernietigde hij. Harmonische verbanden verbrak hij. De aarde doordrenkte hij met het bloed van zijn broeders en zusters. Vanuit de diepe angst in zijn hart, gaf de mens de paradijstuin prijs aan verloedering.
Homillie Vijfde zondag Vdt A 2023
Vijfde zondag Vdt A Ez 37,12-14 Rom 8,8-11 Joh 11,1-45
Sta op en schitter! Mag ik deze uitroep, ontleend aan een schrijfster van eigen bodem, Jezus vandaag in de mond leggen? Sta op en schit- ter, Lazarus, want jouw grote vriend komt naar je toe. Sta op en schit- ter, o mens, want jouw God komt naar je toe om je te wekken. Het Le- ven komt naar de dood, het Licht naar de duisternis van het graf. Geen graf immers geeft Gij uw vrome voor ogen, Gij geeft mij niet prijs aan de dood. (Ps 16,10).
De collectieve geschiedenis van de moderne mens duurt al zo’n
300.000 jaar. Onze persoonlijke geschiedenis duurt 30, 60 of 90 jaar. Wij christenen geloven dat God zich in een woord overlevert aan onze collectieve én persoonlijke geschiedenis. Hij spreekt en het is. Hij spreekt een woord in een voor ons verstaanbare taal. We horen nog niet alles maar wat we horen is iets waars: “Ik ben die is (Ex. 3,14), Ik ben er voor jou, mensenkind, want Ik heb je lief”. We zien nog niet al- les, maar wát we zien is waar: het Woord dat mens wordt in Jezus Christus. “We hebben het met eigen ogen gezien, we hebben het aan- schouwd en onze handen hebben het aangeraakt, daarover spreken wij, over het Woord dat leven is” (1 Joh 1,1). We horen en zien iets van God dat absoluut waar is, maar de diepte en de afloop van het verhaal zijn ons nog niet bekend. Alleen in menselijke vertellingen, in tekenen en symbolen wordt ons iets van het einde van alle dingen toegelicht. De opwekking van Lazarus is zo’n teken-verhaal.