Homilie voor de eerste zondag van de advent C 28 november 2021


In dit nieuw kerkelijk en liturgisch jaar,
waarin de evangelielezingen genomen worden uit het Lucasevangelie, horen we bij de aanvang van de advent een niet mis te verstane oproep,
om in moeilijke tijden een andere houding aan te nemen dan de meeste mensen. Moeilijke tijden kunnen er komen door allerlei redenen:
oorlog, natuurrampen, economische crisis of ook zoals nu, een epidemie of een wereldwijde pandemie.
Moeilijke tijden kunnen ook voorkomen in ons familiaal of persoonlijk leven en ook hier kunnen die tijden door vele zaken veroorzaakt worden:
ongeval, ziekte, sterven, onenigheid, scheiding, verlies van werk, faillissement. En het hoeft jullie niet gezegd te worden: ook de Kerk beleeft moeilijke tijden.

Als we het hebben over het aannemen van een andere houding, dan denk ik aan de pestepidemieën in het Romeinse Rijk.
De meeste mensen vluchtten weg uit de steden, lieten zieken en stervenden zonder zorg achter en de doden kregen geen waardige uitvaart.
Christenen bleven in de steden om zieken te verzorgen,

Lees meer...

Homilie voor de tweede zondag van de advent C 5 december 2021

Eerste Lezing: Baruch 5, 1-9
Jeruzalem, leg uw kleed van rouw en ellende af; en bekleed u voor immer met Gods heerlijke schoonheid. Sla uw mantel van Gods gerechtigheid om, zet op uw hoofd de schitterende kroon van de Eeuwige. Want God wil uw luister laten zien overal op aarde. Voor eeuwig
geeft God u de naam: “Vrede door gerechtigheid” en “Glorie door vroomheid.” Op, Jeruzalem, ga op de hoogte staan en kijk uit naar het oosten: daar zijn uw kinderen weer samen op het woord van de Heilige, van zonsopgang tot zonsondergang. Zij zijn blij nu God weer aan hen denkt. Te voet gingen zij van u heen, weggesleept door de vijand, maar eervol brengt God hen terug, gedragen als op een koningstroon. God beval alle hoge bergen en eeuwige heuvels te slechten en de dalen op te vullen, zodat het hele land een effen vlakte wordt en Israël veilig optrekt onder de glorie van God. Ook de bossen en alle geurige bomen geven de schaduw aan Israël op Gods bevel. Want God leidt het jubelende Israël in zijn heerlijk licht; met zijn barmhartigheid zal Hij hen omgeven én met zijn gerechtigheid.

Evangelie: Lucas 3, 1-6
Het gebeurde in het vijftiende regeringsjaar van keizer Tiberius: Pontius Pilatus was landvoogd van Judea; Herodes gouverneur van het gewest Iturea en Trachonitis en Lysanias gouverneur van Abilene; Annas en Kajafas bekleedden het hogepriesterschap. Toen kwam het woord van God over Johannes, zoon van Zacharias, die in de woestijn verbleef. Hij begon op te treden in heel de Jordaanstreek en een doopsel van bekering te preken tot vergeving van zonden, volgens de profetie, die geschreven staat in het boek van Jesaja: Een stem roept in de woestijn: bereidt de weg van de Heer, maakt zijn paden recht. Elk dal moet gevuld elke berg of heuvel geslecht worden; de kronkelpaden moeten recht, de ruwe wegen effen worden. Heel de mensheid zal Gods redding zien.

Lees meer...

Homilie voor het hoogfeest van Christus Koning B 21 november 2021



Zo regeert Christus als koning….

De Joodse overheden hebben Jezus bij Pilatus gepresenteerd als staatsgevaarlijk. Maar Pilatus ziet in dat Jezus dat helemaal niet is.
Jezus streeft geen aards politiek-militair koningschap na.
Dat heeft Jezus hem duidelijk gemaakt
en het feit dat Jezus geen krijgsknechten ter zijner beschikking heeft
is voor Pilatus het geruststellende bewijs van Jezus’ politiek-militaire onbenulligheid.
Hij kan bovendien geen begrip opbrengen voor de bijzondere aard van Jezus’ koningschap. Voor Pilatus is er maar één soort koningschap dat hij begrijpen kan:
het aards politiek-militaire, de macht van wapens, rijkdom, land en geld.
We zouden Pilatus kunnen vergelijken met mensen die de eigen aard van Gods geboden niet begrijpen en deze denken als geboden en wetten en plichten die mensen elkaar kunnen opleggen.

Dat gebeurt als religieuze fundamentalisten
alle Bijbelse geboden als burgerlijke wetgeving willen invoeren.
Maar Jezus, in navolging van de profeet Jesaja, heeft veel religieuze bepalingen als ‘mensenwet’ bestempeld.
Het is vervolgens dan wel vrij eigenaardig
dat fundamentalistische christenen Jezus’ zeer duidelijke geboden niet in burgerlijke wetgeving willen of kunnen invoeren:
gij zult als naaste liefhebben als uzelf; gij zult uw vijanden liefhebben;
gij zult tot zeven maal zeventig maal vergeven.
Maar liefde valt inderdaad niet in wetten te vertalen.

Lees meer...

Homilie voor de 33ste zondag door het jaar B 2021

De evangelielezing van deze voorlaatste zondag van het kerkelijk jaar is genomen uit de laatste toespraak van Jezus
vóór zijn lijden in Jeruzalem aan aanvang zal nemen. Hij spreekt tot Petrus, Andreas, Jakobus en Johannes,
de leerlingen die Hij het eerst geroepen heeft om Hem na te volgen. Maar zijn woorden zijn ook tot ons gericht,
wij die eveneens tot navolging van Jezus geroepen zijn. Jezus nam zijn leerlingen mee naar de Olijfberg,
een 827 meter hoge heuvelrug ten oosten van Jeruzalem

van waaruit men een overzicht heeft over de stad, over de wereld van de mensen.
Voor de Joden was deze berg een heilige plaats
want de Messias zou zich hier openbaren en de doden ten leven wekken.
Vandaar dat tot op de dag van vandaag velen zich op de flanken van de berg laten begraven. Aan de voet van de berg ligt Getsemane,
de plaats waar Jezus’ lijden een aanvang nam.

Lees meer...

Homilie voor de 32ste zondag door het jaar B 7 november 2021

 Hoe wist Jezus dat de vrouw, die twee muntjes in de offerkist gooide, een arme weduwe was?
Ze was arm omdat ze slechts twee muntjes ter waarde van een quadrans kon offeren. Dat was een 64ste deel van het dagloon van een arbeider, dat ook niet bijster veel was. En ze was arm omdat ze weduwe was en dus wellicht weduwe omdat ze arm was.
Weduwen zonder bezit waren in Israël hét toonbeeld van armoede. Ze hadden, als ze kinderloos waren, niemand die naar hen omzag en ook niemand om naar om te zien.
Ze hadden niemand om zorg voor te dragen
en ook niemand om zich heen die zorg voor hen droeg.
Ze waren voor hun leven en levensonderhoud volledig afhankelijk van de liefdadigheid van anderen.
Het beschermen van en de zorg voor weduwen, wezen en vreemdelingen

werd in het oude Israël als een godsdienstige plicht beschouwd.

Lees meer...

Homilie voor de 23ste zondag door het jaar B 5 september 2021

dirk



Aanraken…

Een ontmoeting met Jezus, een geraakt worden door Jezus doet iets met de mens, zoals iedere ontmoeting met een authentiek liefdevol mens ons iets doet.
Je wordt dan geconfronteerd met een kracht, die in die persoon aanwezig is, een kracht, die heelt en vreugde schenkt, een bevrijdende kracht.
Het Grieks, waarin het Nieuwe Testament geschreven is, heeft voor die kracht een woord:
charma, vandaar ons Nederlandse ‘charme’, ‘charmeren’ en ‘charmant’. In het Engels kan ‘to charm’ ook betoveren betekenen,
mensen van gedaante doen veranderen, transformeren. Een ontmoeting met Jezus is een transformerend gebeuren.
De transformatie, de verandering die dan plaats grijpt is echter geen betovering maar een genezing, een heling, en dat betekent,
het herstellen in oorspronkelijke heelheid, in de oorspronkelijke ongeschonden staat,
vroeger in het Nederlands ook aangeduid met het woord ‘onschuld’.
Als Jezus vraagt om terug als kinderen te worden,
dan heeft Hij het over een terugkeer naar die staat van ‘onschuld’. Het is een leven waarin we opnieuw in eenheid met God leven,
opnieuw een paradijselijk mens zijn, waarachtig beeld en gelijkenis van God. Dus een mens ontdaan van alle angst, schaamte en egoïsme, vervuld van liefde,

Lees meer...