Homilie voor de 14de zondag jaar C 2019
7 juli 2019
Jezus stuurt de leerlingen, die Hij gekozen heeft,
uit als arbeiders om te oogsten.
Het oogsten is een beeld voor de verkondiging.
De arbeid die de leerlingen in de wereld te verrichten hebben is: verkondiging.
Die verkondiging wordt voorgesteld als een risicovolle onderneming:
Ik zend u als lammeren onder de wolven.
De verkondiging dient zonder macht en dus weerloos te geschieden
en in een wereld waarin de mensen
helemaal niet belust zijn op de inhoud ervan.
Daar was ik me 40 jaar geleden nog niet zo scherp van bewust.
Het woord ‘succes’ past niet bij God,
noch bij Zijn woord, noch bij de verkondiging ervan.
De term ‘succesrijk’ kan niet gelden voor de zaak van God.
Waarom niet?
De verkondiging bevat twee elementen: een aankondiging en een oproep.
Homilie Hoogfeest van Pinksteren 2019
9 juni 2019
Met dit hoogfeest van Pinksteren sluiten we het Paasfeest en de Paastijd af.
We herdachten de verrijzenis van Christus
en vierden dat wij een nieuw leven van liefde, vrede en vreugde kunnen leiden.
Dat kunnen we omdat de Geest, die Jezus bezielde en uit de dood opwekte,
ook aan ons gegeven is en in ons woont.
Na dit Pinksterfeest komen we in de zgn. liturgische tijd door het jaar.
Het symbolische klaar van die tijd is groen, kleur van groeikracht en hoop.
Want bezield door die Geest treden we – zoals straks na de viering –
in de wereld, gaan we heen in ‘vrede’,
en willen we, nieuwe mensen geworden, de wereld nieuw maken,
een wereld die beantwoordt aan Gods scheppingsplan.
In het fragment uit de brief van Paulus aan de Romeinen zien we
hoe Paulus zijn lezers gepassioneerd bewust wil maken van het feit
dat de Geest van God in hen aanwezig is.
Homilie voor de 17de zondag door het jaar B 2018
In de zondagsliturgie van dit kerkelijk jaar
worden ons stukken uit het Marcusevangelie aangeboden.
Maar omdat het Marcusevangelie, in vergelijking met dat van Matteüs en Lucas
zo kort is, worden ook delen van het Johannesevangelie voorgelezen.
Dat zal nu vijf zondagen naëen het geval zijn.
In die vijf zondagen horen we in vijf delen
het volledige zesde hoofdstuk van het Johannesevangelie.
In dat hoofdstuk lezen we het verhaal van de broodvermenigvuldiging
en een daarop volgende redevoering van Jezus, de zgn. broodredevoering.
Daarin maakt Jezus duidelijk wie Hij werkelijk is
en wat geloven werkelijk betekent.
De lezing van het verhaal van de broodvermenigvuldiging
en van de broodredevoering vervangt nu
het verhaal van de broodvermenigvuldiging in het Marcusevangelie
dat in het Mc-evangelie volgt
op het stuk evangelie dat we zondag laatst hoorden.
En daarin vernamen we dat veel mensen naar Jezus kwamen zien,
dat Jezus medelijden met hen had
en hen daarom uitvoerig begon te onderrichten.
Waarom deed Jezus dat?
Omdat Hij wist wat mensen nodig hebben
om echt te leven en mens te worden:
niet zozeer brood, maar wel woorden van eeuwig leven.
Dat zijn niet alleen woorden om naar te luisteren,
maar ook woorden om naar te leven, om te beleven.
Het zijn woorden die oproepen tot bekering, tot een andere levenswijze
en tot vertrouwen in God die onvoorwaardelijke liefde is.
Homilie voor de 18de zondag door het jaar B 2018
Even herhalen dat we nu vijf zondagen na elkaar het Mc-evangelie,
dat we in dit kerkelijk jaar lezen, gesloten laten
en gedurende die vijf zondagen
het zesde hoofdstuk van het Johannesevangelie voorgeschoteld krijgen. Daarin het relaas van de broodvermenigvuldiging,
dat we vorige zondag hoorden, en ook de zgn. broodredevoering,
die we nu in vier delen te verwerken zullen krijgen.
Vandaag aflevering een.
In die broodredevoering maakt Jezus duidelijk
wie Hij is en wat geloven werkelijk inhoudt.
Hij heeft al duidelijk gemaakt
dat Hij in ieder geval niet de ‘broodkoning’ is die men van Hem wil maken. Hij is niet diegene die aan de verwachtingen van de massa beantwoordt.
En wat zijn die verwachtingen?
Het verzadigd worden, het gestild worden van de honger,
het bevredigd worden, vervuld worden
op materieel, sociaal en emotioneel vlak.
Homilie 28' zondag door het jaar 2017
15 oktober 2017
Er zijn in de parabel van deze zondag uit het Matteüsevangelie
drie opmerkelijke gegevens.
Vooreerst het feit dat mensen niet willen naar een feest komen.
En het is nog wel een bruiloftsfeest voor de zoon van een koning,
een feest waar het dus aan niets zal ontbreken
waar de spijzen en dranken overvloedig en heerlijk zullen zijn
en waar de ambiance verzekerd is.
Vervolgens er is het feit dat uiteindelijk op dat feest
zowel slechten als goeden worden binnengelaten.
Homilie voor het hoogfeest van Onze-Lieve-Vrouw-Tenhemelopneming
15 augustus 2017
De Italiaanse barokcomponist Claudio Monteverdi,
die in 1643 in Venetië overleed,
schreef tussen 1607 en 1610 zijn wondermooie Mariavespers,
die hij aan paus Paulus V opdroeg
en persoonlijk in Rome aan hem overhandigde,
als een soort sollicitatie voor de benoeming van kapelmeester in het Vaticaan.
Naast de normale onderdelen van de vespers,
bevatten ze ook nog een aantal andere muziekstukken
waaronder het concerto sacro Audi coelum – Luister Hemel.
De tekst is een anoniem oud gedicht over Maria
en het eindigt met de volgende oproep:
Laten wij allen dan haar volgen, door wier genade wij het eeuwige leven deelachtig worden. Laten wij haar volgen.
Bedoeld wordt natuurlijk dat we haar voorbeeld volgen.
Ik heb jullie vorig jaar op het hart gedrukt
dat ware Maria-devotie er in de eerste plaats niet in bestaat
haar voorspraak in te roepen,
maar haar in de kerk, het kerkgebouw en in ons geloofsleven
de plaats te geven die haar toekomt: deze van de eerste gelovige,
de belangrijkste voorganger in het geloof en na te volgen voorbeeld.
---------------------------------------------------------------------------------------------------------
Ik wil vandaag een heel belangrijk na te volgen aspect van haar geloof belichten:
de eenvoud.
Als we met de ogen van het geloof naar Maria opkijken,
dan kan het niet anders dan dat we haar zien als hét voorbeeld van eenvoud.
Dat wordt duidelijk,
als we dit allerbelangrijkste aspect van het geloofsleven verduidelijken.