Homilie Openbaring van de Heer

Openbaring van de Heer    Jes 60, 1-6    Ef 3, 2-6    Mt 2, 1-12

De Wijzen uit het oosten die duizenden kilometers op hun kamelen afleggen om een ster te volgen, die hen uiteindelijk een schamel kindje laat vinden met zijn moeder, en die vervolgens hun dromen achternagaan om langs een andere weg naar hun land terug te keren, lijken wel de antipode van de mens die zijn leven bouwt op zekerheden. Een ster, een kindje en een droom: welk soort geluk moet je daarvan verwachten? En toch lijkt het verhaal te suggereren dat die Wijzen het geluk van hun leven gevonden hebben. ‘Als ze de ster zien worden ze met overgrote vreugde vervuld’, zegt het verhaal. En als ze het kindje met zijn moeder vinden, ‘vallen ze op hun knieën, buigen ze zich ter aarde en bieden ze het hun koninklijke geschenken aan: goud, wierook en mirre’. Hun verlangen is vervuld, ze hebben de schat van hun leven gevonden, ze kunnen voldaan terugkeren omdat ze het essentiële ontdekt hebben, datgene waar het in het leven op aankomt. Wie het geluk wil vinden, moet naar de sterren kijken, zijn droom volgen en moet met alle kracht de wegen volgen die in zijn ziel geschreven staan. Anders leeft men tevergeefs.

Lees meer...

Homilie Vierde Adventszondag B

image002

Vierde Adventszondag B 2Sam 7,1…16 Rom 16,25-27 Luc 1,26-38

Op deze zondag voor Kerstmis staan we oog in oog met het Mysterie.
“Openbaring van het Mysterie dat vanaf alle tijden in stilte
bewaard bleef maar nu openbaar is gemaakt”, schrijft Paulus aan de Romeinen over zijn verkondiging van het evangelie van Jezus Christus. Nu gebeurt het. Het grote moment is aangebroken. De engel Gabriël, een naam die ‘kracht van God’ betekent, komt bij Maria binnen en vraagt haar instemming. God respecteert de menselijke vrijheid. Hij dwingt niemand. Het eeuwige Woord van de Vader bezoekt de aarde. Het daalt af in het hart van Maria, en pas nadat zij haar instemming heeft gegeven, woont het ook in haar schoot. Maria vertegenwoordigt de mensheid. God ontledigt zich en wordt mens in de maagdelijke schoot van Maria om in zijn Zoon, Jezus Christus, de mens weer te herstellen in zijn oorspronkelijke waardigheid en vrijheid. Dat is de inhoud van het Mysterie dat van alle tijden in stilte bestond maar zich nu, in onze tijd, openbaart in de baarmoeder van Maria. Zo lichamelijk en zo letterlijk als maar mogelijk is. En tegelijk zo spiritueel, zo vol van de Heilige Geest, als maar mogelijk is!

In de openingsgroet van de engel wordt deze Heilige Geest reeds als een geschenk aangeboden. Gabriël spreekt Maria niet aan met de gebruikelijke Hebreeuwse groet ‘sjalom’ (vrede zij met je), maar met de Griekse begroeting ‘chaíre’. ‘Chaíre’ kunnen we vertalen met ‘wees gegroet’, de eerste woorden van het bekende Mariagebed, maar chaíre betekent oorspronkelijk ‘verheug je!’ En deze vreugde is de eigenlijke gave van de Heilige Geest, het geschenk van de Verlosser. We gaan deze vreugde opnieuw horen in de Stille en Heilige Nacht, als de engel tot de herders zegt: “Ik verkondig u een vreugdevolle boodschap die bestemd is voor heel het volk” (Luc 2,10). En opnieuw horen we van die vreugde bij Johannes als de leerlingen na Pasen de Verrezene ontmoeten: “Ze waren vervuld van vreugde toen ze de Heer zagen” (Joh 20,20). Met de begroeting van de engel wordt dan ook een akkoord aangeslagen dat in wezen heel het Nieuwe Testament evoceert, de blijde boodschap die alle eeuwen heen door de Kerk moet verkondigd worden en nooit mag verkeren in zijn tegendeel: een droevige, vervelende, laat staan vreeswekkende boodschap! De engel zegt dus tegen Maria “Verheug je” en hij voegt er onmiddellijk aan toe: “je bent vol van genade”. Het verband tussen vreugde en genade is ook significant. Genade, in het Grieks charis, komt van dezelfde wortel als chaíre ‘wees verheugd’. Vreugde en genade horen bij elkaar en zijn de eigenlijke gaven van de Heilige Geest. Met de begroeting van de engel is heel de ruimte van de Heilige Geest vervuld. Wij bevinden ons in Zijn aanwezigheid.

Lees meer...

Homilie Kerstnachtmis 2023

Kerstnachtmis Jes 9,1-6  Tit 2,11-14    Luc 2,1-14
“Het volk dat ronddwaalt in het donker ziet een helder licht, en over de inwoners van het land van de duisternis gaat een stralend licht op” (Jes 9,1). Elke Kerstnacht opnieuw wordt ons deze oude profetie van Jesaja voorgelezen, in combinatie van het verhaal van de volksstelling waarbij Maria en Jozef zich naar hun stad van oorsprong, Bethlehem, spoeden waar hun kindje geboren wordt. Maria bevalt niet in de plaatselijke herberg, want daar is voor zulke gewone mensen geen plaats, maar ergens buiten, in een beschutting voor dieren, waar hun kindje in een voederbak voor vee gelegd wordt. En er zijn engelen en er zijn herders.

Lees meer...

Homilie Derde zondag advent B 2023

 

Derde zondag advent B    Jes 61,1-2.10-11    1Tess 5,16-24 Jn 1,6- 8.19-28

De Menswording van Gods Woord in de schoot van Maria is het eigenlijke thema van deze voorbereidingstijd die wij ‘Advent’ noemen. Vier weken lang bereidt de christelijke Kerk zich voor op dit centrale thema dat ten grondslag ligt aan zowel het ontstaan als de identiteit van de christelijke godsdienst. De Menswording van Gods Woord, dat van in den beginne bestond, maar met Kerstmis onder ons komt wonen in de persoon van Jezus, de zoon van Maria en Jozef, is ook het grote thema van de Proloog van het Johannesevangelie waar de blijde boodschap van deze derde Adventszondag uit genomen is. Niet zozeer het Woord zelf wordt in deze perikoop belicht, maar de stem van een roepende in de woestijn, dit wil zeggen de figuur van Johannes de Doper. Johannes is de voorloper en wegbereider van het goddelijk Woord, de getuige van het licht dat in de wereld komt, de Christus, de Gezalfde Koning, de langverwachte Messias van het Joodse volk.

Lees meer...

Transfiguratie A Dan 7,9-14 2023 2Petr 1,16-19 Mt 17,1-9

 

Transfiguratie A    Dan 7,9-14    2Petr 1,16-19    Mt 17,1-9

Transfiguratie is het feest van de vergoddelijking van de hele menselijke werkelijkheid in de verheerlijkte Christus. De Transfiguratie van Christus op de berg Tabor toont ons geen andere werkelijkheid dan de onze, maar wel onze natuur die doorstraalt is van goddelijk licht, omgevormd in wat God ermee bedoeld heeft vanaf de eerste dag van de schepping. Het feest van de Transfiguratie was dan ook voor de oude kerkvaders van groot belang, zoals nu nog steeds in de Oosterse Kerk waar het samen met Maria Tenhemelopneming het grote zomerfeest is, voorafgegaan door een vigilie en gevolgd door een octaaf. De Transfiguratie is de voorafname of anticipatie van de verrijzenis, deze van Christus maar ook die van ons en van heel de schepping. Transfiguratie is immers een uitdijende werkelijkheid. Zoals het heelal vanuit de Big Bang voortdurend bezig is uit te dijen, zo breidt de Transfiguratie zich uit van de verheerlijkte Christus over heel de geschapen werkelijkheid.

Lees meer...

Homilie Zeventiende zon A

 

 

 
 
 
 
 
 
 
Zeventiende zon A            1Kon 3,5.7-12      Rom 8,28-30    Mt 13,44-52

Verborgen schatten prikkelen onze verbeelding. Wie las in zijn jeugd niet één of ander stripverhaal onder de titel ‘schateiland’ of ‘de schat van Beersel of van Orval’? Schatten worden gevonden op zolders en in crypten, in tomben van vergeten Farao’s, in het ruim van gezonken piratenschepen, op verlaten eilanden, in ruïnes van abdijen en kastelen of desnoods onder de tronk van een oude wilgenboom. Verborgen schatten prikkelen onze verbeelding omdat ze aan een onbewust verlangen raken, namelijk om zonder jaren van labeur en spaarzaam leven plots rijk te worden, fabelachtig rijk zoals Salomo, waarvoor zelfs de koningin van Seba in haar draagkoets stapte, om die rijkdom te gaan bekijken.

 

1

 
Hoe spannend en kleurrijk de menselijke fantasie zich de schatten, de vindplaatsen en de obstakels onderweg ook moge voorstellen: er is telkens één constante: de schat wordt altijd gevonden aan het eind van het verhaal. Het lijkt wel of na het vinden van de schat onze verbeelding stokt. Wat daarna volgt mist elk vermogen ons nog te boeien. Het is bekend dat de zeldzame winnaars van miljoenenbedragen van jokerpotten en tombola’s, er nadien bijna nooit in slagen een gelukkig leven op te bouwen. Geld heeft een goede meester nodig en dat is men blijkbaar niet als men er niet eerst hard voor gewerkt heeft. Ook de successtory van Salomo eindigt deplorabel. Die zo wijze, zo verbluffend rijke oosterse koning, laat zich verleiden door afgoden, zijn rijk scheurt uiteen en al zijn werk, tot en met zijn beroemde tempel, wordt na zijn dood vernietigd

Lees meer...