Homilie 5e zondag A

 

 

 

 

 

Homilie     5e  zondag A

Je bent niet de olie, niet de lucht –
je bent slechts het verbrandingspunt, het brandpunt,
waarin het licht geboren wordt.
Je bent niets dan de lens in de lichtstroom.
Je kunt ontvangen, geven en bezitten –
zoals de lens het licht ontvangt, geeft en bezit, meer niet.
Zoek je jezelf, je eigen ‘recht’, dan verhinder je
de ontmoeting van olie en lucht in de vlam,
beroof je de lens van haar doorschijnendheid.
Heiligheid – licht zijn of in het licht zijn,
zelf niets meer zijn, zodat het licht kan geboren worden,
zelf niets meer zijn, zodat het geconcentreerd en verspreid kan worden.
Je zult het leven kennen, en door het leven erkend worden,
naar de maat van je doorschijnendheid –
dit is naar de maat van je vermogen om te verdwijnen
als doel en alleen middel te blijven.

Lees meer...

HOMILIE NIEUWJAAR 2023

 

 

 

 

 

 

 

HOMILIE     NIEUWJAAR 2023


Ik hef op naar de bergen mijn ogen:
vanwaar zal mij komen de hulp?
De hulp komt mij van de Heer,
die gemaakt heeft hemel en aarde. (Ps 121,1-2),

Zusters en broeders,

Deze psalmwoorden uit Psalm 121 draag ik al een tijdje mee. Het zijn vertrouwde woorden. Meer zelfs, zij raken aan gebedswoorden, die we dag in, dag uit hier als broeders bidden. Bij de aanvang van heel wat gebedstijden: God, kom mij te hulp. Heer, haast U mij te helpen. Of het vers bij het begin van gemeenschaps- samenkomsten: Gods hulp blijve altijd met ons.  Zo vertrouwd – ja! Maar beseffen we wat we bidden?

Lees meer...

Homilie 29ste zondag 2022

 

Zal de Mensenzoon bij zijn komst het geloof op aarde vinden?
Heer, geef ons meer geloof.
    
Zusters en broeders,

De laatste zin van het evangelie van deze zondag en de eerste zin van het evangelie van twee zondagen geleden. Bij het luisteren naar de evangeliewoorden van vandaag hoorde ik opnieuw die woorden van twee weken geleden. Het gaat over ‘geloof’ – een rode draad doorheen het woord van God dat zoekt om in onze levens binnen te komen.
Ik zou eerst graag even stilstaan bij de bede: Heer, geef ons meer geloof. De apostelen vragen dat vanuit wat ze Jezus horen zeggen en zien doen.
- Zijn woord dat hen door elkaar schudt, hen bevraagt: Gij kunt niet God dienen en de mammon. Waar de mensen naar opzien, is in Gods ogen een gruwel. Als ze naar Mozes en de profeten niet luisteren, zullen ze zich ook niet laten overreden, als er iemand uit de doden opstaat. Zevenmaal per dag uw broeder vergeven. Heer, geef ons meer geloof.

Lees meer...

Homilie 21° zondag C 2022

 

 

 Jezus zette zijn weg voort naar Jeruzalem.

Zusters en broeders,

Zo staat het bij het begin van het evangelie van deze zondag. Jezus op weg naar Jeruzalem, op weg naar zijn bestemming. Op die weg komen mensen Jezus tegemoet met hun vragen, met allerlei vragen zoals de vraag die we zopas hoorden: Heer, zijn het er weinig die gered worden?  Jezus beluistert die vragen, ook de vraag van vandaag, maar zijn antwoorden zijn vaak verrassend, ongewoon, confronterend. Zo ook het antwoord op de nu gestelde vraag. Jezus antwoordt in feite niet op de vraag: hij spreekt niet van veel of weinig, Hij vult geen statistiek in. Nee, Hij spreekt de man zelf aan: ù. Spant ù tot het uiterste in om door de nauwe deur binnen te komen. Jezus confronteert de man met zijn eigen bestemming en Hij gebruikt daarbij een beeld: het gaat om binnenkomen door de nauwe deur.
Broeders en zusters, het is goed om daar bij stil te staan. Ook wij zijn op weg naar onze bestemming, die we nu eens bewust tegemoetzien en dan weer veraf beschouwen of waar we liever niet aan denken. Onze toekomstige ‘woning’ – als ik het zo mag uitdrukken – is blijkbaar niet te bereiken via een grote, brede poort. De toegang tot het huis van de Overkant is een smalle deur. Ik zou zeggen: de achterdeur, de dienstingang.
Over welke deur gaat het? Hoe komen via deze deur binnen? Toen ik die vragen op me af liet komen, moest ik terugdenken aan meerdere evangeliewoorden van de voorbije dagen. Vorige dinsdag: voor een rijke is het moeilijk het Rijk der hemelen binnen te gaan. Nog sterker: voor een kameel is het gemakkelijker door het oog van een naald te gaan dan voor een rijke in het Koninkrijk Gods te komen. En we hoorden ook de reactie van de leerlingen: Wie kan dan nog gered worden? Of enkele dagen eerder, wanneer de leerlingen kinderen verhinderen om bij Jezus te komen: Laat de kinderen toch bij Mij komen en houdt ze niet tegen. Want aan hen die zijn zoals zij behoort het Konikrijk Gods. Voorwaar, Ik zeg u: wie het Koninkrijk Gods niet aanneemt als een kind, zal er zeker niet binnenkomen. De nauwe deur is heel letterlijk toegankelijk voor wie klein is: een kind, een arme, een dienstknecht. Iemand die de trekken heeft van Jezus zelf, die om onzentwille kind is geworden, arm is geworden, dienstknecht is geworden. Met andere woorden: iemand die gelijkvormig is geworden aan Jezus zelf.

Lees meer...

Homilie 18° ZONDAG C 20222

 

 

 

Zusters en broeders,

Het evangelie verhaalt ons hoe een man Jezus opzoekt om tussen te komen in een erfeniskwestie. En ik vermoed dat we met zo’n vraag al direct botsen op een manier, waarop wijzelf soms of zelfs vaak met God omgaan. God is er om problemen op te lossen. En als dat niet zo is, waarom dan nog naar Hem toegaan?  Maar God behoort niet tot de dingen van onze wereld, is niet in te passen in onze kaders van nut en efficiëntie, is niet in te palmen voor onze projecten.
Neen, godsdienstig leven is eerst en vooral ‘leven’, maar wel leven waar ruimte is voor God. De vraag is niet: Wat heb ik aan God?  De vraag is veeleer: Wat heeft God aan mij?  Godsdienstig leven is het leven van alle mensen leven met God aan zijn zijde. Dat maakt het leven zo anders. Dat wil niet zeggen dat wij niet moeten werken, onze kost verdienen, ploegen, zaaien, oogsten en hopen dat de opbrengst overvloedig mag zijn. Maar dit is niet alles. Meer zelfs – het is gekregen. Wij mogen ervan genieten, maar niet louter voor onszelf. Dit alles verwijst naar Iemand, die voor ons zorgt, zoals het kernachtig is onder woorden gebracht in het openingsgebed van deze viering: God, Gij ziet de toekomst én Gij voorziet in wat wij nodig hebben. Gij kent ons bij naam en Gij zorgt voor ons..

Lees meer...

Homilie Witte donderdag 2022

 

 

 

 

WITTE DONDERDAG   2022


INLEIDING

      In de naam van de Vader en de Zoon en de heilige Geest. AMEN.
(          De genade van de Heer Jezus Christus, de liefde van God en
          de gemeenschap van de heilige Geest zij met u allen. EN MET UW GEEST.

Gedenken wij dankbaar de daden des Heren, zijn leven, zijn dood en verrijzenis.
Broeders, dat willen we en mogen we nu deze avond en de komende dagen doen: gedenken – in herinnering brengen – beseffen dat wat Jezus doet met ons eigenste leven te maken heeft.
Gedenken – het stoelt echter op iets dat nog meer fundamenteel is: dat God zelf ons gedenkt, dat God met ons begaan is, dat Hij in Jezus ons leven is komen delen, opdat ons leven LEVEN zou zijn.
Laat ons op die grond gaan staan en vergeving vragen voor elke keer dat wij die grond niet vertrouwen of dat wij een andere grond zoeken.
Ik belijd …

Moge de almachtige God zich over ons ontfermen, onze zonden vergeven,
en ons geleiden tot het eeuwige leven. AMEN.

HOMILIE

Vurig heb Ik ernaar verlangd, eer Ik ga lijden, dit paasmaal met u te eten.

Broeders,

Op Palmzondag hoorden we deze woorden van Jezus als inleiding op het verhaal van het Laatste Avondmaal. Jezus en zijn apostelen – als gelovige joden – gaan het ritueel van de joodse paasviering voltrekken. Het is voor Jezus niet zomaar het vervullen van een plicht. Hij zegt: Vurig heb Ik ernaar verlangd.
Onlangs heb ik de biografie gelezen van Moeder Pia Gullini, de abdis van Grottaferrata en geestelijke moeder van de heilige Maria Gabriëlla. Zij vertelt dat zij jarenlang nauwgezet de observanties en rituelen zoals gebruikelijk in onze Orde heeft vervuld en laten vervullen. En dat er toch iets ontbrak. Ze vergelijkt het met een wierookvat waaruit slecht armzalige rookslierten tevoorschijn komen. Wat ontbrak er? Na jaren komt ze erachter. Wat mankeert is “inwendig vuur”. Ze benoemt ook dat inwendig vuur: zichzelf vergeten uit liefde tot God en uit liefde voor de naaste. Zichzelf geheel en al geven. Ik begreep dat het vuur verteert, dat we ons leven moeten verliezen om het te winnen en wel uit liefde.
Vurig heb Ik ernaar verlangd dit paasmaal met u te eten. Nogmaals – Jezus gaat het ritueel van de joodse paasviering voltrekken. Hij is niet gekomen om op te heffen, maar om tot vervulling te brengen. Jezus gaat het ritueel voltrekken van binnenuit. Hij vult het met zijn gehele wezen; Hij investeert zich geheel en al in dit gebeuren. Hij geeft zichzelf – zoals Moeder Pia zegt – uit liefde tot God en uit liefde voor de mens.
Vurig heb Ik ernaar verlangd, eer Ik ga lijden, dit paasmaal met u te eten. Het vieren van het paasmaal en het lijden dat Jezus te wachten staat vloeien in elkaar. Jezus beseft: dit ritueel gaat over Mij. Ik ben het paaslam, dat geslacht wordt. Ik ben het brood – mijn lichaam voor u. Ik ben de wijn – deze beker is het nieuwe verbond in mijn bloed. Het ritueel wordt waar: de bevrijding uit Egypte, de bevrijding uit alle vormen van verknechting, van verslaving, van angst. De eerste lezing: Als Ik het bloed aan uw huizen zie zal Ik u voorbijgaan. Geen vernietigende plaag zal u treffen. Het bloed wordt Jezus eigen bloed – dit is mijn bloed dat voor u en alle mensen wordt vergoten tot vergeving van de zonden. Sint Jan schouwt dit geheim en schrijft: Hierin bestaat de liefde: niet wij hebben God liefgehad, maar Hij heeft ons liefgehad, en Hij heeft zijn Zoon gezonden om door het offer van zijn leven onze zonden uit te wissen. Jezus geeft zichzelf totaal. Het is een liefdesdaad. En daardoor wordt onze bevrijding heel reëel: alles wat ons scheidt van God en van elkaar wordt weggedagen. Lam Gods dat wegdraagt de zonden van de wereld. Lam Gods – Paaslam! Ik moet denken aan wat Jezus zegt over de boetvaardige zondares: Daarom zeg Ik u: haar zonden zijn haar vergeven, al waren ze vele, want zij heeft veel liefde betoond. Mag ik het naar Jezus toe vertalen: ‘Onze zonden zijn ons vergeven, al waren ze vele, want HIJ heeft veel liefde betoond.’
Broeders, Jezus’ liefde voor ons. Wij worden bemind en dat is ons tot verlossing, tot bevrijding. Jezus’ Liefde – Gods eigen liefde! Want dat gebeurt deze avond. Jezus toont ons de liefde die de Vader ons toedraagt. Hijzelf leeft totaal uit die liefde. Hij verlangt vurig dat wij die liefde leren kennen én ook wij gaan leven in die liefde zoals Hij erin leeft.
Jezus zal ook zeggen: Zoals de Vader Mij heeft liefgehad, zo heb Ik jullie liefgehad.  En Hij vervolgt: Zoals Ik jullie heb liefgehad, zo moeten jullie elkaar liefhebben.
Doe dit om Mij te gedenken, of zoals we zopas in het evangelie hoorden: Ik heb u een voorbeeld gegeven, opdat gij zoudt doen zoals Ik u gedaan heb.
Broeders, dus ook naar ons toe: dat inwendige vuur! Onszelf geven uit liefde voor God en uit liefde voor de naaste. Wij kunnen dit Paastriduüm nauwgezet vervullen en toch gaat het aan ons voorbij. We kunnen het beleven van binnenuit: het is onszelf geven; het is sterven aan onszelf; het is ons leven verliezen. En zo komen tot het echte leven: bevrijd van onszelf, open voor alle opvorderingen die op ons af komen. De voorbije weken hebben we een heel ongewone tijd beleefd. Corona gooide zowat alles overhoop. Met ontroering merkte ik op hoe broeders hun verantwoordelijkheid opnamen! Ik moet bekennen – soms ben ik bang iets aan broeders te vragen – er is al zoveel te doen. Maar nu – als ik iets vroeg, was het ‘ja’. En meestal moest ik het niet eens vragen: het gebeurde. Ik voelde leven stromen door die gave van elkeen. Inwendig vuur?! Doe dit tot gedachtenis aan Mij. Moge de Heer dat vuur in ons brandend houden en doen oplaaien! Amen.

Lees meer...

HOMILIE 32° zondag B

 

 

Rabboeni, maak dat ik zien kan!

Zusters en broeders,

Dit riep de blinde Bartimeüs tot Jezus. We hoorden het twee weken geleden. Bij het lezen van het evangelie van deze zondag kwam die bede weer in mij op. Rabboeni, maak dat ik zien kan! Het is een belangrijke vraag in het Markusevangelie: leren zien, leren juist zien, leren zien wat er is. Of misschien zeg ik beter: leren zien zoals Jezus ziet, leren zien wat Hij ziet. Markus staat er vaker bij stil. Jezus ziet de natuur – denken we maar aan tal van parabels, waaruit blijkt hoe Jezus alles opneemt wat rondom Hem te zien is, te bestatigen valt. Jezus ziet mensen. Hij gaat er niet achteloos aan voorbij. In het voorbijgaan zag Hij Levi, de zoon van Alfeüs aan het tolhuis zitten. En vandaag: Jezus ging tegenover de offerkist zitten en keek toe. En vooraf hoorden we al hoe Jezus naar de Schriftgeleerden keek en opmerkte hoe ze graag in lange gewaden rondlopen en ereplaatsen uitzoeken. Nu ziet Hij hoe menige rijke veel in de offerkist werpt en een arme weduwe met twee penningen.
Zusters en broeders, ik vraag me af of wij die weduwe zouden gezien hebben? Of onze blik niet zou blijven kleven aan alles wat de rijken ten toon spreiden? Of wij niet verblind zouden zijn en niet meer het andere dat ook te zien is, zouden zien. Onze blik is vaak gevangen; wij kijken niet vrijuit. Wij kleuren in vanuit onze verwachtingen, onze verlangens, onze normeringen, mogelijks vanuit onze ambities. En ik besef eerder onbewust dan bewust. Onze blik is vervormd en zo filteren wij ‘wat is’. Onze dromen en onze angsten spelen ons parten. En zo zien we niet wat is, maar bekijken het vanuit hoe het zou moeten zijn of zou kunnen zijn. Er moet iets gebeuren met onze wijze van zien. Onze blik moet bekeerd worden.

Lees meer...