Homilie 17° zondag A 2023

 

 

 

 

 

Homilie     17°  zondag A


Het Rijk der hemelen gelijkt op…

Zusters en broeders,

Tot zesmaal toe klinkt deze uitdrukking in het 13de hoofdstuk van het Matteüsevangelie: zes gelijkenissen. Vorige week mochten we reeds drie gelijkenissen over het Rijk der hemelen beluisteren. En deze zondag weer drie. Vorige zondag ging het over onkruid tussen de tarwe, over een mosterdzaadje en over gist in het deeg. Nu over een schat, een kostbare parel en een sleepnet. En ik denk – om goed te begrijpen wat Jezus ons zeggen wil – dat we deze gelijkenissen samen moeten lezen.

Daarom eerst nog even terug naar het onkruid tussen de tarwe, het mosterdzaadje en de gist. Allereerst wil Jezus – zoals ons werd aangezegd in de homilie van vorige week – duidelijk maken hoe anders God kijkt naar de mens, hoe anders God onze werkelijkheid benadert. Een eerste bekering die zozeer nodig is, is een bekering van onze ogen – een verheldering van ogen: goed leren zien, zien zoals God ziet. Heer, maak dat ik zien kan! Is het niet zo, broeders en zusters, dat wij eerder het onkruid zien dan de tarwe en dat we daarbij nog denken – dat onkruid moet zo vlug mogelijk weg. Dan pas kunnen we verder. God ziet vooral de tarwe – het goede dat langzaam en in stilte groeit. Dat moet behoed worden, dat moet tot wasdom komen en dat zal dan wel gevolgen hebben voor het onkruid, maar het onkruid blijft. In onze wereld is het gewoon zo: goed en kwaad vermengd rondom ons en in ons. Trouwens in de laatste parabel van deze zondag herneemt Jezus diezelfde werkelijkheid: in het sleepnet komen vissen van allerlei soort – goede en slechte vissen. Dus goed leren zien, want het gaat om de kracht van ‘onooglijke’ dingen: een mosterdzaadje – het allerkleinste zaadje – en een beetje gist in drie maten meel. We kunnen dit maar zien als we onze fixatie op het onkruid loslaten en dat soort oordelen aan God overlaten. Moeilijk voor ons – ons richten op het goede en het kleine.

De parabels over de schat en de parel komen dat nog vervolledigen. Het gaat om een schat verborgen in een akker; het gaat om de zoektocht naar mooie parels. Leren zien in het verborgene, lezen zien van het schone. Het Rijk der hemelen is een verborgen werkelijkheid – ook nu; én een kostbare werkelijkheid – ook nu. Alleen maar te zien met Gods ogen, met de ogen van het geloof. Jezus vertelt ons ook waaraan je kunt herkennen dat je het Rijk der hemelen op het spoor bent gekomen: vreugde – in zijn blijdschap ging hij alles te gelde maken wat hij bezat. Diepe vreugde! Zusters en broeders, dat is zo onmiskenbaar waar! Authentieke vreugde toont – hier is het Rijk der hemelen.
Twee voorbeelden die zomaar in mij opkwamen.
Onlangs luisterend naar iemand in een biechtgesprek: tarwe en veel onkruid, goede en slechte vissen, maar opeens licht de schat op verborgen in de akker – een heel kostbare parel – Jezus in hem – onontkoombaar – ontmoeting. Een onvoorstelbare puurheid – vreugde – middenin het berouw, middenin het wenen om zonden die er zonder meer waren – maar in de omarming van de Vergevende. Schrijft Paus Franciscus niet in het begin van Evangelii Gaudium : De vreugde van het evangelie vult het hart en heel het leven van allen die Jezus ontmoeten. Allen die zich door Hem laten redden, worden bevrijd van zonde, droefheid, innerlijke leegte en eenzaamheid. Met Jezus Christus wordt vreugde geboren en steeds opnieuw geboren.
Een tweede voorbeeld. Komende dinsdag – 1 augustus – viert de Oosterse Kerk de heilige Serafim van Sarov. De bezoekers die hem kwamen opzoeken in zijn kluis begroette hij met ‘Mijn vreugde’. Hij mocht kijken met Gods ogen. Hij zag de schat in de akker – de goddelijke levenskiem in elke mens. We hoorden het nog deze week: een schat in aarden potten. Dat mogen ontdekken, dat mogen zien: vreugde!
En wat toont ons die vreugde? Waarom die vreugde? Omdat Iemand ontmoet wordt, omdat God nabij komt. Kardinaal De Kesel noemde ooit het Rijk der hemelen: Gods onvoorstelbare nabijheid. En in Jezus kwam God ons onvoorstelbaar nabij. De schat, de parel – het is uiteindelijk Jezus zelf. Verborgen en kostbaar ook nu in de akker van ons leven, in de akker van de medemens. Maar ook nu – nooit los verkrijgbaar. Om de schat te verwerven koopt de vinder de akker. Zonder akker geen schat!

Dat zegt nogmaals dat het Rijk der hemelen geen werkelijkheid is naast de werkelijkheid. Het is een werkelijkheid in de werkelijkheid – middenin de werkelijkheid. En dat is zo tot het einde der tijden. Dat zegt ons de eerste en de laatste gelijkenis. Het onderscheidingswerk dat nodig is, is Gods werk. Jezus zegt: de oogst is het einde van de wereld. Ook bij het sleepnet vol vissen van allerlei soort: het uitzoeken van de goede en slechte vissen gebeurt op het einde van de wereld. Dat mogen we aan God overlaten, aan zijn goddelijke blik en onderscheiding. En van Hem weten wij: Barmhartige heer, genadige God, eindeloos geduldige liefde. Alles en onszelf toevertrouwen aan Hem. Dat vertrouwen zal Hij nooit beschamen. AMEN.
Abt Manu


 

Homilie Pasen 2023

 

 

 

 

 

 

Eens waart gij duisternis,

 

nu zijt gij licht door uw gemeenschap met de Heer.

 

Leeft dan ook als kinderen van het licht.

 

Alles echter wat aan het licht wordt gebracht,

 

komt in het licht tot helderheid.

 

En alles wat verhelderd wordt,

 

is zelf ‘licht’ geworden.

 

Zo zegt ook de hymne:

 

‘Ontwaak, slaper, sta op uit de dood

 

en Christus’ licht zal over u stralen.’

 

 

Zusters en broeders,

 

 

Deze woorden uit de brief aan de christenen van Efeze hoorden we op Laetare-zondag, halfweg op onze tocht naar Pasen. Woorden die vooruitliepen, die drie weken geleden al spraken over het mysterie dat we nu vieren.

 

Christus, licht der wereld. Drie keer klonk het deze nacht in het donkere duister. En duisternis is er en blijft een realiteit zoals onze wereld nu reilt en zeilt: Oekraïne, Rusland, Oost-Congo, Syrië, Turkije, Libanon, Israël en de Palestijnse gebieden, Nicaragua … Duisternis… Duisternis ook in de kleine geschiedenissen van wie wij mensen zijn…

 

 

Het staat er zo opvallend bij het begin van het evangelie van deze Paaszondag: Op de eerste dag van de week kwam Maria Magdalena vroeg in de morgen – het was nog donker – bij het graf. Maria Magdalena wist wat duisternis was. Lucas schrijft over haar: uit wie zeven duivels waren weggegaan. Een verwoest leven, een duister leven. Maar zij mocht Jezus ontmoeten en het werd toen al middenin het geleefde leven LICHT. Alles wat aan het licht wordt gebracht, komt in het licht tot helderheid. En alles wat verhelderd wordt, is zelf ‘licht’ geworden. Paus Franciscus zegt hierover: Allen die zich door Hem laten redden, worden bevrijd van zonde, droefheid, innerlijke leegte en eenzaamheid.

Lees meer...

Homilie witte donderdag 2023


WITTE DONDERDAG   2023


INLEIDING

      In de naam van de Vader en de Zoon en de heilige Geest. AMEN.
(          De genade van de Heer Jezus Christus, de liefde van God en
          de gemeenschap van de heilige Geest zij met u allen. EN MET UW GEEST.

Vurig heb Ik ernaar verlangd, eer Ik ga lijden, dit paasmaal met u te eten.
Zusters en broeders, de Heer wil bij ons zijn;
meer zelfs de Heer is bij ons en wil met ons aan tafel.
Hij verlangt ernaar dat wij met Hem, in Hem gemeenschap vormen.
Het stelt een vraag naar ons verlangen:
‘Kennen ook wij dit vurig verlangen om bij Hem te zijn,
om in Hem samen maaltijd te houden?’
Wij beseffen dat ons verlangen nog zuivering nodig heeft.
Daarom willen wij bij het begin van deze viering
deemoedig bekennen waar we tekortschieten.

Lees meer...

Homilie 5e zondag A

 

 

 

 

 

Homilie     5e  zondag A

Je bent niet de olie, niet de lucht –
je bent slechts het verbrandingspunt, het brandpunt,
waarin het licht geboren wordt.
Je bent niets dan de lens in de lichtstroom.
Je kunt ontvangen, geven en bezitten –
zoals de lens het licht ontvangt, geeft en bezit, meer niet.
Zoek je jezelf, je eigen ‘recht’, dan verhinder je
de ontmoeting van olie en lucht in de vlam,
beroof je de lens van haar doorschijnendheid.
Heiligheid – licht zijn of in het licht zijn,
zelf niets meer zijn, zodat het licht kan geboren worden,
zelf niets meer zijn, zodat het geconcentreerd en verspreid kan worden.
Je zult het leven kennen, en door het leven erkend worden,
naar de maat van je doorschijnendheid –
dit is naar de maat van je vermogen om te verdwijnen
als doel en alleen middel te blijven.

Lees meer...

HOMILIE NIEUWJAAR 2023

 

 

 

 

 

 

 

HOMILIE     NIEUWJAAR 2023


Ik hef op naar de bergen mijn ogen:
vanwaar zal mij komen de hulp?
De hulp komt mij van de Heer,
die gemaakt heeft hemel en aarde. (Ps 121,1-2),

Zusters en broeders,

Deze psalmwoorden uit Psalm 121 draag ik al een tijdje mee. Het zijn vertrouwde woorden. Meer zelfs, zij raken aan gebedswoorden, die we dag in, dag uit hier als broeders bidden. Bij de aanvang van heel wat gebedstijden: God, kom mij te hulp. Heer, haast U mij te helpen. Of het vers bij het begin van gemeenschaps- samenkomsten: Gods hulp blijve altijd met ons.  Zo vertrouwd – ja! Maar beseffen we wat we bidden?

Lees meer...

Homilie 29ste zondag 2022

 

Zal de Mensenzoon bij zijn komst het geloof op aarde vinden?
Heer, geef ons meer geloof.
    
Zusters en broeders,

De laatste zin van het evangelie van deze zondag en de eerste zin van het evangelie van twee zondagen geleden. Bij het luisteren naar de evangeliewoorden van vandaag hoorde ik opnieuw die woorden van twee weken geleden. Het gaat over ‘geloof’ – een rode draad doorheen het woord van God dat zoekt om in onze levens binnen te komen.
Ik zou eerst graag even stilstaan bij de bede: Heer, geef ons meer geloof. De apostelen vragen dat vanuit wat ze Jezus horen zeggen en zien doen.
- Zijn woord dat hen door elkaar schudt, hen bevraagt: Gij kunt niet God dienen en de mammon. Waar de mensen naar opzien, is in Gods ogen een gruwel. Als ze naar Mozes en de profeten niet luisteren, zullen ze zich ook niet laten overreden, als er iemand uit de doden opstaat. Zevenmaal per dag uw broeder vergeven. Heer, geef ons meer geloof.

Lees meer...

Homilie 21° zondag C 2022

 

 

 Jezus zette zijn weg voort naar Jeruzalem.

Zusters en broeders,

Zo staat het bij het begin van het evangelie van deze zondag. Jezus op weg naar Jeruzalem, op weg naar zijn bestemming. Op die weg komen mensen Jezus tegemoet met hun vragen, met allerlei vragen zoals de vraag die we zopas hoorden: Heer, zijn het er weinig die gered worden?  Jezus beluistert die vragen, ook de vraag van vandaag, maar zijn antwoorden zijn vaak verrassend, ongewoon, confronterend. Zo ook het antwoord op de nu gestelde vraag. Jezus antwoordt in feite niet op de vraag: hij spreekt niet van veel of weinig, Hij vult geen statistiek in. Nee, Hij spreekt de man zelf aan: ù. Spant ù tot het uiterste in om door de nauwe deur binnen te komen. Jezus confronteert de man met zijn eigen bestemming en Hij gebruikt daarbij een beeld: het gaat om binnenkomen door de nauwe deur.
Broeders en zusters, het is goed om daar bij stil te staan. Ook wij zijn op weg naar onze bestemming, die we nu eens bewust tegemoetzien en dan weer veraf beschouwen of waar we liever niet aan denken. Onze toekomstige ‘woning’ – als ik het zo mag uitdrukken – is blijkbaar niet te bereiken via een grote, brede poort. De toegang tot het huis van de Overkant is een smalle deur. Ik zou zeggen: de achterdeur, de dienstingang.
Over welke deur gaat het? Hoe komen via deze deur binnen? Toen ik die vragen op me af liet komen, moest ik terugdenken aan meerdere evangeliewoorden van de voorbije dagen. Vorige dinsdag: voor een rijke is het moeilijk het Rijk der hemelen binnen te gaan. Nog sterker: voor een kameel is het gemakkelijker door het oog van een naald te gaan dan voor een rijke in het Koninkrijk Gods te komen. En we hoorden ook de reactie van de leerlingen: Wie kan dan nog gered worden? Of enkele dagen eerder, wanneer de leerlingen kinderen verhinderen om bij Jezus te komen: Laat de kinderen toch bij Mij komen en houdt ze niet tegen. Want aan hen die zijn zoals zij behoort het Konikrijk Gods. Voorwaar, Ik zeg u: wie het Koninkrijk Gods niet aanneemt als een kind, zal er zeker niet binnenkomen. De nauwe deur is heel letterlijk toegankelijk voor wie klein is: een kind, een arme, een dienstknecht. Iemand die de trekken heeft van Jezus zelf, die om onzentwille kind is geworden, arm is geworden, dienstknecht is geworden. Met andere woorden: iemand die gelijkvormig is geworden aan Jezus zelf.

Lees meer...