Homilie Nieuwjaar 2019


Het kind ontving de naam Jezus,
zoals het door de engel was genoemd,
voordat het in de moederschoot werd ontvangen.

Zij zal een zoon ter wereld brengen,
die gij Jezus moet noemen, 
want Hij zal zijn volk redden uit hun zonden.

Zusters en broeders,

Nieuwjaar – hoogfeest van de Moeder Gods – maar evenzeer een gedenken van de besnijdenis en de naamgeving van Jezus acht dagen na Kerstmis. Het Kind krijgt de naam ‘Jezus’, wat in vertaling betekent: ‘God redt’.
Op Nieuwjaarsdag wordt ons aangezegd: God redt. Nieuwjaar – een nieuw begin – toekomst – wat naar ons toe komt. Nieuwheid, toekomst – het komt van elders. Het is meer dan wat wij zelf maken en wij er zelf van maken. Wij redden onszelf niet. Wij redden het zelf niet. God redt. Wij worden uitgenodigd vooruit te zien en niet te blijven vastzitten aan wat was. In de voorbije adventsperiode klonk meerdere keren de bede: Heer, bevrijd ons uit de macht van het verleden. Dus speuren naar wat voor ons ligt: toekomst – God redt.

Lees meer...

Homile Kerstmis 2018



Gods liefde op aarde neergedaald
ligt in een stal op stro te slapen.
De stille herders van de schapen
zij hebben het alom verhaald.

Zusters en broeders,

Een strofe uit één van onze kerstliederen. Heel bondig wordt het geheim van Kerstmis uitgezegd. Bondig, elk woord telt; elk woord is openbaring.
Gods liefde op aarde neergedaald. Of zoals Sint Paulus het schrijft aan Titus: de goedheid en de mensenliefde van God onze Heiland is op aarde verschenen. Gods liefde, Gods mensenliefde, Gods humaniteit, Gods menselijkheid. God wordt God-met-ons, Emmanuel. Niet boven ons – Hij is de hoge hemel uitgetreden. Neen, met ons, tussen ons in. God wil met ons zijn; Hij wil ons menselijk ontmoeten.

Lees meer...

Homilie 28° zondag B 2018

O, waren mijn wegen zó zeker
dat ik steeds uw verbondseisen nakwam;
want dan kon ik zonder beschaming
zien op ieder van uw geboden.

Zusters en broeders,

Zopas hebben we – zoals elke zondag – deze psalmwoorden uit Psalm 119 samen gezongen. Deze lange psalm waaruit we elke dag bidden als inzet van ons samenkomen rond de Heer. Psalm 119 met één allesoverheersende gedachte: wat een kostbaar cadeau is alles wat God van zijn bedoelingen meedeelt en hoezeer worden wij uitgenodigd om daarop in te gaan. Onze vraag naar God – hoe moeten, mogen we, kunnen we leven – zo leven dat het perspectief heeft – leven met een uitzicht. Of zoals de man die komt aanlopen en zich voor Jezus op de knieën werpt hem vraagt: Goede Meester, wat moet ik doen om het eeuwig leven te verwerven? Trouwens, juist diezelfde vraag klonk al maandag in het evangelie uit de mond van een wetgeleerde. Jezus antwoordde toen: Wat staat er geschreven in de wet? Wat leest ge daar? De wetgeleerde antwoordt: Gij zult de Heer uw God beminnen met geheel uw hart en met geheel uw ziel, met al uw krachten en geheel uw verstand; en uw naaste gelijk uzelf. Jezus beaamt het: Uw antwoord is juist, doe dat en ge zult leven. Vandaag in ons evangelieverhaal is het antwoord anders en toch ook weer niet. Jezus verwijst gewoon naar de geboden. Nu niet samengevat, maar opgesomd vanuit de decaloog: gij zult niet doden, gij zult geen echtbreuk plegen, gij zult niet stelen, gij zult niet vals getuigen, ge zult niemand tekort doen, eer uw vader en uw moeder. Doe dat en gij zult leven. Dan komt het toch verrassende antwoord van de man: Dit alles heb ik onderhouden van mijn jeugd af.

Lees meer...

Homilie voor de 22 ' zondag jaar B 2018

 

Broeders en zusters,

Onlangs keken we in onze gemeenschap naar een heruitzending van een Kruispuntreportage, een interview met zuster Minke de Vries van de gemeenschap van Grandchamp in Zwitserland. Het thema was ‘het kwaad in de wereld’. Zuster Minke vertelde dat er een grote ommekeer in haar leven kwam toen ze besefte dat het kwaad zich niet alleen buiten haar afspeelde, maar evenzeer huisde in haar eigen hart. Ik denk dat met die uitspraak de kern van het evangelie van deze zondag wordt aangeraakt, ook al is het onderwerp niet het kwaad in de wereld, maar de concrete beleving van een godsdienstig leven.
Jezus wijst op het gevaar dat zo’n leven zich afspeelt aan de buitenkant – een precies uitvoeren van een aantal voorschriften en gebruiken. Men maakt dat men in orde is, dat er niets aan te merken valt.

Lees meer...

Homilie voor de 19'zondag jaar B 2018

 

 

 

De Heer verzadige ons met het echte brood
dat uit de hemel neerdaalt en aan de wereld leven geeft.


Broeders en zusters,

Deze woorden worden iedere dag uitgesproken in onze refter vóór we het middagmaal gebruiken. Onze lichamelijke honger wordt zo telkendage verbonden met een veel diepere honger die ons huist - en die slechts te stillen is met echt brood: Brood dat uit de hemel neerdaalt én dat leven geeft aan onze wereld.
Over dat brood gaat het vandaag in het evangelie - genomen uit de zogenaamde broodrede van het Johannesevangelie - het gesprek dat Jezus voert met de Joden ná de wonderbare broodvermenigvuldiging. Ook hier gaat het eerst over lichamelijke honger, die wordt gestild - én Jezus grijpt dat aan om te spreken over die andere honger: honger naar erkenning, aanvaarding, naar levensvervulling tot over de dood heen.
En deze honger kan slechts gestild worden met een voedsel dat niet vergaat, dat eeuwigheidsleven in zich draagt - een voedsel dat van boven komt, van Godswege. In feite hebben wij - mensen - altijd nood aan dàt voedsel - geweten of ongeweten. Maar beseffen wij dat nog? Verlangen wij ernaar? Kunnen wij het ontvangen? Zijn we open voor de wijze waarop dit voedsel naar ons toekomt?

Lees meer...

Homilie 14' zondag door het jaar B 2018

Zusters en broeders,

Vorige zondag mochten we de blijde boodschap horen – een sterke boodschap – dat God wil dat wij leven, dat wij leven hebben in overvloed. Niet voor de dood zijn we gemaakt, maar om te leven naar God toe van ganser harte. In het evangelieverhaal van vorige zondag doet Jezus God: Hij schenkt leven aan een vrouw uit wie het leven wegvloeit en aan een meisje van twaalf uit wie het leven is weggevloeid. Jezus doet het leven weer stromen; Jezus brengt leven.
Het evangelie van deze zondag contrasteert zo sterk met het enthousiasme van vorige week. Jezus komt in zijn Vaderstad. En Jezus kon daar geen enkel wonder doen, behalve dat Hij een klein aantal zieken genas, die Hij de handen oplegde. Jezus wil leven geven, maar het lukt niet. Er is weerstand. Er zijn hindernissen. Wat hindert? Wat verhindert Jezus om leven te geven, om het leven te laten stromen? Jezus stond verwonderd over hun ongeloof. En dit in schil contrast met de vrouw die aan bloedvloeiing leed: Dochter, uw geloof heeft u gered. Of Jezus’ woord aan de vader van het meisje: Wees niet bang, maar blijf geloven.

Lees meer...

HOMILIE 7° Paaszondag B 2018

 

Vroeg, nog diep in de nacht stond Jezus op,
ging naar buiten en begaf zich naar een eenzame plaats,
waar Hij bleef bidden. (Mc 1,35)

Zusters en broeders,

Jezus en God; Jezus én zijn Vader. Jezus steeds gericht op zijn Vader. Het diepe geheim van Jezus’ leven en ik vermoed ook van ons leven.
Jezus bad. Over de inhoud van zijn bidden spreken de evangeliën slechts sporadisch. Het Onze Vader; het jubelgebed – Ik prijs u, Vader, Heer van hemel en aarde; zijn gebed in de hof van Olijven, Jezus’ gebed op het kruis. En het gebed op het einde van het Laatste Avondmaal, waarvan we zojuist een deeltje hebben gehoord. Met die gebedswoorden laat Jezus ons binnenkijken in zijn hart, in wat Hem dierbaar is, wat Hij toevertrouwt aan zijn Vader. Laten we er goed naar luisteren. In het evangelie van deze zondag draait het daarbij om drie belangrijke woorden: eenheid, vreugde en waarheid.

Lees meer...